Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

De Samaritaanse vrouw (27)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Ik ben het, Die met u spreek”

Beste jongelui!

Toen ik het laatste artikel geschreven had, dacht ik over dat vers genoeg geschreven te hebben. Doch toen ik het zelf weer in het blad las, sprak het mij zodanig aan, dat ik er nog een artikel aan moet wijden.

Mogelijk bemerken jullie dat ik het eerste deel van vers 26 nu heb weggelaten. De tekst, zoals hij dan nu is afgeschreven, spreekt ons dan wel heel persoonlijk aan: “Ik ben het, Die met u spreek”.

Het gaat mij nu bijzonder over dat woordje “u”. Dat zijn dan in dit geval “ik” en “jullie”.

Er is verschil in “tot” iemand spreken en “met” iemand spreken. Als ik “tot” iemand spreek, dan komt het van één kant. Als ik “met” iemand spreek, dan zit er een zekere wederkerigheid in.

Jezus had eerst “tot” die vrouw gesproken; zie vers 7. Dat is op zichzelf al een wonder, wat we niet over het hoofd moeten zien. De vrouw sprak niet tot Jezus, doch Jezus sprak tot de vrouw. Het kontakt zoeken gaat dus van Jezus uit. Als het van die vrouw uit had moeten gaan, zou er nooit kontakt zijn ontstaan. Want de vrouw had voor “deze Jood” niets anders over, dan een verachtelijke blik. Ondanks dat Jezus dit wist, begint Hij toch tot haar te spreken. Zij had Hem niet nodig; en Hij begint met haar te zoeken. Begrijpen jullie nu wat ik bedoel?

Van nature zijn we allemaal aan die vrouw gelijk. Of het zou niet waar moeten zijn, wat er in de bijbel staat, dat er niemand is, die naar God vraagt. Er is niemand die Hem zoekt.

Ook niet tot één toe. Het zou mij niet verwonderen wanneer jullie nu gaan protesteren. Want je zegt natuurlijk: Wij bidden toch? Dat is toch ook zoeken? Als het “echt” bidden is, dan heb je gelijk. Doch laten we eerlijk zijn, er staat ook in de bijbel: Dit volk nadert tot Mij met de lippen, doch het houdt het hart verre van Mij.

Je zult mogelijk zeggen: Moeten we dan maar ophouden met bidden? Vraagt maar veel of de Heere je wil leren bidden. Want ons bidden is zo menigmaal een aaneenrijging van woorden. We doen het inderhaast. We denken er helemaal niet bij na. Dat is natuurlijk, goed beschouwd, heel erg.

De Heere moet altijd de Eerste zijn. Hoe menigmaal heeft Hij al niet “tot” ons gesproken. Dat gebeurt iedere keer weer, als de bijbel gelezen wordt. Als er gepreekt wordt. Als je op de catechisatie je bevindt. Jullie begrijpen best wat ik bedoel. En hoe staan wij er dan tegenover? Wij geven meer acht op hetgeen door mensen gezegd wordt, dan op hetgeen door God in Zijn woord gezegd wordt. We zitten menigmaal achteloos in de kerk. Te snoepen, kauwgom op de bank te plakken. Te praten, te vervelen, te slapen enz. Wij zijn dan in feite bezig met de Heere te verachten. De Heere toch zegt: “Ik ben het, die met u spreek”. Dat is geen gewoon mens. Het is geen grote van deze wereld. Doch het is de Zoon van God. Hij is Zelf God. Hij is met niemand te vergelijken. Hij is de Heere der heren en de Koning der koningen. Hij hoort alle dingen. Hij weet alle dingen. Hij ziet alle dingen. Hij is overal tegenwoordig. Als het over Zijn heerlijkheid, macht en majesteit gaat, dan is het allemaal onbeschrijflijk. Hij bewoont een ontoegankelijk licht. Hij wordt omringd door een ontelbare schare van engelen. Dat zijn allemaal gedienstige geesten, die vaardig passen op het woord van zijn mond. Hij heeft geen mens nodig. De Samaritaanse vrouw niet. Doch mij en jou ook niet. Laten we dat toch goed beseffen. Vanwege onze verachting, die Hij van ons ontvangt, zou Hij ons allemaal van de aarde moeten wegvagen. Wie alles goed beseft, wat hierboven gezegd is, zal dit moeten toestemmen, namelijk dat Heere rechtvaardig zou zijn, indien Hij nooit één woord tot ons spreken zou, dan alleen dit woord: Brengt ze hier en slaat ze voor Mijn voeten dood, die naar Mij niet luisteren, die naar Mijn woorden niet willen horen.

Ik hoop dat het nu tot jullie door gaat dringen, wat het eigenlijk zeggen wil: “Ik ben het, Die met u spreek”. Hij doet dat niet slechts één keer, doch iedere keer weer. Hoe lang al? Denk er eens over na!

O zeker, ik weet wel dat er mensen zijn, die zeggen dat de Heere tegenwoordig niet meer spreekt. Men spreekt dan over een “donkere tijd”. Het klinkt allemaal gewichtig, als het zó gezegd wordt. Doch als men onder dat alles blijft, die men is: “onbekeerd”, dan geeft men heimelijk God de schuld. Want God spreekt nog wel. Hij doet dat op alle mogelijke wijzen. Hij doet dat niet alleen door middel van Zijn woord, maar ook door middel van alles wat er in de wereld gebeurt. Ik denk dan aan alle rampen, oorlogen, alle mogelijke ellenden. De kranten staan er elke dag vol van. “Is er een kwaad in de stad, dat de Heere niet doet?” De mens is zo Goddeloos, zo blind voor alles wat er gebeurt, dat Gods hand nergens meer in wordt gezien. Voor zover Zijn bestaan niet openlijk geloochend wordt, wordt Hij toch minstens door de massa op dood spoor gerangeerd.

En wat doen wij? Uiterlijk zijn we mogelijk nog een beetje van de wereld onderscheiden. Doch zijn we innerlijk, als we eerlijk zijn, niet net zo goddeloos, als degenen die zeggen in geen God te geloven. Ja erger nog. Want we weten beter, doch we zijn niet beter. En omdat we beter weten, zonder beter te zijn, zal het oordeel des te zwaarder wezen.

“U bent niet zo erg opwekkend”, hoor ik iemand zeggen. “Zo trek je geen jonge mensen”. Ik kan zo’n opmerking best begrijpen. Of ik het er mee eens ben, is een andere zaak. Want ik moet natuurlijk wel eerlijk blijven. Luister daarom niet naar mij, doch doe het naar de Heere Jezus. Hij zegt: “Ik ben het, Die met u spreek”. Wat zegt Hij dan? tot mij, tot jou! Hij zegt: Gij kunt geen twee heren dienen. Gij kunt niet God en de mammon dienen. God en de wereld. De mens wil dat wel. Doch een ieder die dat wil, komt vast en zeker eens bedrogen uit. Dat daar de ogen voor open zullen mogen gaan. Want als dat aan deze zijde van het graf niet gebeurt, dan zal het straks gebeuren, net als het die “rijke man” verging. Doch toen was het te laat. Hij sloeg zijn ogen op, zijnde in de pijn. Uw oordeel Heere, kan niet dan vreselijk wezen.

“Ik ben het, Die tot u spreek”. Hij zegt ons veel meer dan de boven aangehaalde woorden. Hij zegt ook: Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en dan zal Ik u rust geven. Hij zegt ook: Volg Mij! Dan moet je alles verlaten, wat je voorheen dienens- en beminnenswaardig scheen. Je moet Hem alleen dienen, liefhebben, eren en vrezen. Je treden in Zijn sporen zetten. Dat kost zelfverloochening. Dan word je in de ogen van je omgeving een “vreemd mens”. Doch dat is het ergste niet. Je kunt duizendmaal en meer beter een “vreemdeling” in de wereld zijn, en thuis bij God. Dan omgekeerd.

“Ik ben het, Die met u spreek”. Hij zegt ook: Wie Mij volgt, zal in de duisternis niet omkomen. Hij zal het licht des levens hebben.

Wij in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. Wie in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid.

Als Zijn spreken wordt verstaan, dan gaan we net als die Samaritaanse vrouw, ook “tot” Hem spreken. Dan wordt het een spreker “met” Hem. Dan ga je vragen stellen. Wantje weet natuurlijk niet alles in eens. Doch je krijgt belangstelling, werkelijk belangstelling voor geestelijke zaken. Je krijgt dan ook antwoord van de Heere. Want het is dan de begeerte van je hart om voor Hem te leven. En Hij spreekt gewis, tot elk, die voor Hem leeft; Zijn gunstgenoot van blijde troost en vreê. Mits hij niet weer op het spoor der dwaasheid treê. Ik moet weer gaan eindigen. Hij spreekt nog!

Jullie aller vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1994

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1994

Bewaar het pand | 10 Pagina's