Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheid drs. A. Baars van Middelharnis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheid drs. A. Baars van Middelharnis

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afscheid doet denken aan langgerekte horizontale lijnen. Vroeger zijn veel mensen geëmigreerd per schip. Het schip werd uitgezwaaid en nagestaard. Er werd dan wel gezegd: “Die zien we nooit weer.” Afscheid nemen stemt tot weemoed. Het teksthoofdstuk spreekt van Paulus die in zijn leven vaak afscheid heeft genomen. In een uur van afscheid zijn er niet alleen horizontale lijnen, er is ook een lijn naar Boven, naar God. Paulus wijst er in de tekst op dat de Heere blijft.

PAULUS’ AFSCHEID VAN DE KERK VAN EFEZE

1. Hij vertrouwt haar toe aan de genade van God en Zijn Woord.

2. Hij verzekert haar van de kracht van God en van Zijn Woord.

De tekst is onderdeel van de afscheidsrede gericht tot de ouderlingen te Efeze. Paulus wil voor pinksteren in Jeruzalem zijn. Daarom kan hij niet naar Efeze gaan. De ouderlingen van Efeze worden ontboden te Milete. Daar spreekt Paulus hen toe. Wat hij zegt over de toekomst is niet opwekkend. Paulus gaat voorgoed weg. Moeite zal de gemeente en ook Paulus zelf wedervaren. We lezen in Handelingen 20:23 “Dan dat de Heilige Geest van stad tot stad betuigt, zeggende dat mij banden en verdrukkingen aanstaande zijn.” Klaagt Paulus? Was hij liever gebleven? Wil hij zijn verblijf wat rekken? Niets van dat alles. De weg die hij gaat is Gods weg. Paulus vertrouwt de gemeente aan God toe. Hij is het geheel met de Heere eens en verzet zich niet. Het mag leven: Uw wil geschiede. Dat hebben we vanavond ook nodig. Wel moeten we oppassen voor het snel plaatsen van is-gelijk tekens.

De gemeente van Efeze is immers niet de gemeente van Middelharnis. De dreigende woorden van toen tekenen niet de werkelijkheid van nu. Wel dient er overgave te zijn aan de wil des Heeren. Na ruim zeven jaar is het moment van afscheid nemen aangebroken. Er zijn banden onder en door het Woord gekomen. We zullen voorlopig ’s zondags hier nog voorgaan.

Overgave aan de wil des Heeren is geen doffe berusting. Overgave aan de wil des Heeren gaat niet buiten de vreze Gods, buiten het waarachtige geloof om.

We mogen de gemeente aan God toevertrouwen, zoals ook Paulus dat mocht doen. Paulus had in Efeze een gemeente mogen stichten. Harten werden gebroken, bekering werd gewerkt, het ware geloof werd geschonken. Drie jaren heeft de apostel er mogen arbeiden. Er mochten mensen bekeerd worden en gebouwd worden. Ook waren er droevige zaken: Vijandschap, verzet, afval en de kracht van de zonde lieten zich gelden. De Heere had die gemeente aan Paulus gegeven, nu mag hij die gemeente teruggeven. “Ik beveel u aan God”. Als een kostbaar bezit wordt die gemeente aan de Heere toevertrouwd, wat er dan ook gebeure. Zijn de handen van Paulus brandschoon? Is hij rein van allen? Is dat niet te groot?

Paulus was niet volmaakt. Zelf zijn we ook verre van volmaakt. In alle gebrek mocht er gearbeid worden. Vergeef wat niet goed was. De apostel Paulus was geroepen tot de arbeid in Efeze. Hij had kracht en hulp van Boven gekregen. In vers 26 lezen wij “Daarom betuig ik ulieden op dezen huidigen dag, dat ik rein ben van het bloed van u allen.” Paulus heeft niets achtergehouden van wat nuttig, was. Er mag een ootmoedig erkennen zijn van wat de Heere gaf. Aan de ene zijde is er verzoening nodig over het werk dat hij gedaan heeft, aan de andere kant is hij toch vrij van hun bloed. Nu doet Paulus in onze tekst een stap terug. Het gaat niet om hem, maar het gaat om God en het woord van Zijn genade. Het gaat niet allereerst om de dienstknecht. In de Bijbel zien we steeds dat mensen zichzelf mogen wegcijferen.

Het gaat om de Koning. We denken aan een uitspraak van Owen: Ik verlaat het schip van de kerk in een storm, maar de grote Stuurman is aan boord, dan heeft het verlies van een arme roeier weinig betekenis. God zal niet begeven noch verlaten. De gemeente te Efeze was nog zo jong. Dat maakte het afscheid toch niet gemakkelijk? Er worden soms heel gemakkelijk woorden gesproken bij een afscheid. Van het afscheid zal men te Efeze niet minder worden. We denken aan deze woorden: “Die machtig is u op te bouwen“. “Die“ is God. Het is ook mogelijk hier “dat“ te lezen, wat dan het Woord van God is. Dit is geen tegen-strijdigheid. God bouwt immers door middel van het Woord. Het woord “machtig“ doet denken aan dynamiet, aan kracht. Het woord “opbouwen” is een heel breed woord. Het ziet op het leggen van het fundament en het bouwen op het fundament. Paulus had het fundament mogen leggen. Dat fundament is Jezus Christus. God fundeerde mensen op het fundament, op Jezus Christus, Die de centrale inhoud van het Woord is. De gelovigen in Efeze mochten opgebouwd worden. Dat Woord Gods heb ik hier zeven jaar mogen prediken. In zo’n 65 jaren zijn hier in Middelharnis 10 predikanten geweest. Zijn wij al gefundeerd? Waar liggen de fundamenten van ons leven? Zijn we al van de eigen fundamenten losgestoten? Zijn we gefundeerd op de Steenrots? Wanneer we nog voor eigen rekening liggen staan we op een wrak fundament, dat vergeleken kan worden met een vermolmde zolder van een oude hooischuur (Jonathan Edwards). Deed de prediking weinig of niets?

Het Evangelie mocht in zijn ruimte en diepte gebracht worden. Schatten van genade werden aangeboden. Het mocht klinken: Wij bidden u van Christus’ wege laat u met God verzoenen. Er is zoveel ruimte bij de Heere. Er is zoveel kracht bij Hem. God wil het doen. Paulus bleef goed spreken van de Heere en het fundament, ondanks alles. “Opbouwen” wil ook zeggen na de bekering verder leiden. Bouwen in geloof, hoop en liefde. Dat gebeurde in Efeze en ook hier. God heeft gesproken door Zijn Woord en in Avondmaalsdiensten. Het gaat om de kracht van Woord en Geest, niet om een dominee. De Heere bewaart de gemeente. Paulus mag die gemeente aan de Heere toe vertrouwen. Zij is als een waarde vol voorwerp, waar niets mee mag gebeuren. De gemeente is in de werkende en werkzame Hand van God. Er zullen stormen komen te Efeze, maar de Heere is machtig. Het Woord zal blijven, al gaat Paulus weg. Hebt u zorgen over kinderen of kleinkinderen? Zijn er die in hun hart afscheid genomen hebben van de Heere en Zijn dienst? Zaten zij tien jaar geleden nog naast u in de kerk? Denk niet gering van de macht van God. De Heere is niet alleen machtig op te bouwen, maar ook machtig “u een erfdeel te geven onder al de gehei-ligden.” In brede zin betekent dit ongeveer hetzelfde als opbouwen, een plaats krijgen onder hen die God vrezen. Hier op aarde is dit ten dele, de volle erfenis wacht.

Het woord “erfdeel” wijst sterk heen naar de toekomst, een erfdeel in de eeuwigheid. Het woord “geheiligden” is een afgesleten woord. Ten tijde van de Reformatie was er een zekere beduchtheid voor dit woord. Het moet gezegd worden dat de Heere hier op aarde een geheiligde Kerk heeft. De puriteinen spraken van visible saints. Dat wil zeggen: geheiligd door genade, leven naar de wet Gods, Psalm 119 ais levenslied mogen hebben. Niet dat zij er zelf mee adverteren. Het is een eenvoudig en ootmoedig leven. Deze geheiligden ontmoeten veel onbegrip. Toch is een plaats onder deze geheiligden een beste plaats. Vraag om genade en bevestiging in geloof, hoop en liefde.

Die Kerk wordt zalig die afgestoten is van het fundament waar mensen van nature op staan en van het eigengerechtigde fundament. Alle afscheid wijst heen naar het laatste afscheid. Paulus weet dat zijn werk in Efeze niet vergeefs is geweest. Er zal in de eeuwigheid een ontmoeten zijn met mensenkinderen uit Efeze. We mogen weten dat de Heere zal toebrengen uit alle geslachten, talen, natiën en tongen. Hij zal Zijn gemeente vergaderen uit predikanten, ouderlingen, diakenen, jongens en meisjes, mannen en vrouwen. Mag u, mag jij erbij zijn? Neem die vraag mee. Gods grote toekomst wenkt. Wat is het erg veel gehoord te hebben en verloren te gaan. Zoek deze God, zoek het bij Zijn Woord. Verwacht het van het Woord van Zijn genade. Er zullen er komen uit Middelharnis en Sommelsdijk. Die zullen komen zullen alleen roemen in de Heere. De preek werd beëindigd met een Engels gedicht, gevolgd door een Nederlandse vertaling:


Als ik voor Uw heil ’ge troon
sta in ’t bruiskleed van Uw Zoon;
als ik U volmaakt mag zien,
zondeloos mijn liefde biên,
dan eerst dank ik en erken,
wat ik U verschuldigd ben.


Na de zegen volgden toespraken.

Allereerst Ds. M.C. Tanis namens de Generale Synode. Hij zag de benoeming van drs. Baars als leiding van de Heere. Sinds 1969 kent hij Ds. Baars al. De bekende uitspraak van Calvijn werd aangehaald: Ik mag verteren als ik maar nuttig ben, als ik maar van dienst mag zijn. De dienst werd ontvangen in Urk. In de dienst mag verder gegaan worden. De wens werd uitgesproken dat drs. Baars al meer leerling zou mogen worden om zo ook al meer te mogen en te kunnen onderwijzen. We gunnen u en anderen veel Timo-theüssen.

Ds. J. Oosterbroek sprak namens het curatorium. Hij zag in de benoeming van drs. Baars de trouw des Heeren aan de kerken, hoewel die kerken dat onwaardig zijn. Uw arbeid betekent een moeilijke taak en een offer. Het curatorium hoopt u bij te staan. De Heere geve bekwaamheid en genade. Hij geve de praktijk der godzaligheid aan onze universiteit.

Namens het college van hoogleraren sprak prof. W.H. Velema. De huidige hoogleraren kennen de moeite van het afscheid nemen. Aan de universiteit werkzaam zijn betekent een eenzame post bekleden. U hebt de hartelijke begeerte om dienstbaar te zijn. Zie vooruit. Wij wachten op u als universitair hoofddocent, als hoogleraar. De dichter van psalm 138 mag terugzien naar de God van het verleden en bidden: Laat niet varen de werken uwer handen. Met Gods hulp en kracht zal het gaan.

Ds. M. v.d. Sluys sprak namens de classis Rotterdam. Hij trok een lijn naar Calvijn in Geneve. Calvijn sprak in deze geest: Zendt ons hout en wij zullen er pijlen van maken. Besloten werd met het aanhalen van 1 Thes-salonicenzen 3:12 en 13 “En de Heere vermeerdere u en make u overvloedig in de liefde jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens u; Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking voor onzen God en Vader, in de toekomst van onze Heere Jezus Christus, met al Zijn heiligen.”

Oud. Villerius sprak namens kerke-raad en gemeente. Wat wij vreesden is geschied. Hij haalde een uitspraak aan van wijlen Ds. Doornenbal dat een mens moet gaan waar zijn hart hem trekt en roept. We hebben zeven goede jaren gehad. Er was goede samenwerking in de kerkeraad. U bracht een eenvoudige, Schriftuurlijke, bevindelijke prediking zonder menseiijke fantasie. Wij wensen u open vensters en een passende woonomgeving toe. U mag gaan doceren en naar we hopen spoedig promoveren.

Drs. Baars zei de sprekers hartelijk dank voor hun goede woorden en welgemeende wensen. De Heere vervulle uw goede wensen. Ik heb de arbeid met liefde en gebreken gedaan. Dat het u wel, dat het u eeuwig wel mag gaan. De classis verlaat ik niet zonder zorg.

Dat het Woord verbinde.

Tot de eerste drie sprekers werd de hoop uitgesproken op een goede plaats in Apeldoorn. De Heere leidt mijn weg, Hij zal het maken. Allen werd dank gezegd voor hun aanwezigheid.

Er was gebed, er zij gebed voor de universiteit en de kerken opdat het ons allen wel zal gaan. De Heere doe wonderen in de gemeente en aan de universiteit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1996

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Afscheid drs. A. Baars van Middelharnis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1996

Bewaar het pand | 10 Pagina's