Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. F. Bakker 1919-1965 (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. F. Bakker 1919-1965 (6)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer hebben we gelezen van de kerkbouw en van de ernstige ziekte van Ds. Bakker. Wat heeft hij een smartelijk ziekbed gehad. In oktober 1964 schreef hij een afscheidsgroet in het kerkblaadje.

Woord van afscheid

Enkele regels nemen we hier over: “Nu de krachten al minder worden, zal het wellicht de laatste keer zijn, dat ik mij in ons gemeenteblad tot u mag richten. Ik had nog graag een keer in uw midden het Woord bediend, maar dat is nu lichamelijk onmogelijk geworden. Toch ben ik dankbaar, dat ik me nog schriftelijk mag uitdrukken, hetgeen ik niet anders kan zien als een woord van afscheid, want ik gevoel dat de ziekte en de pijn al meer doorzet. En gelukkig, dat niet alleen. Maar er is in de smart dikwijls een blijdschap in God, die ik voor de gezondheid niet zou willen ruilen. De hemel komt steeds dichter bij en de aarde wordt steeds minder waard. Reeds voordat we de ontzettende boodschap vernamen, kreeg ik op een middag de rust in God de Vader en God de Zoon en God de Heilige Geest zo sterk te ondervinden, dat ik wel gevoelde niet ver meer te zijn van de rust, die er zeker overblijft voor het volk van God. En sinds is de Heere soms zo dichtbij, dat ik Zijn stem reeds gehoord heb die zeide: “Ga in, in de vreugde uws Heeren.”.... Dit wil echter niet zeggen, geliefden, dat we dan ongevoelig zijn voor de scheur, die de dood meebrengt. Er zijn ook tijden dat mijn lieve vrouw en ik samen zitten te wenen vanwege dat ontzettende scheiden. Zo is het ook met mijn geliefde familie. En ik weet, dat het u, gemeente, ook zeer zwaar valt, om ons los te laten. Van mijn kant is er tegenover u hetzelfde. Met diepe ontroering schrijf ik u dit. De liefde kan niet missen.....

De Heere weet ook, dat er onder u zijn, die met Zijn Woord in de binnenkamer terecht zijn gekomen. Die door het Woord zijn ontdekt of vertroost zijn geworden.” Het is een aangrijpend afscheidswoord. Wie het in zijn geheel wil lezen kan het vinden in het boekje “Het eeuwige Woord” deel 3. Pagina 164-167.

Van zijn catechisanten heeft hij een voor een persoonlijk afscheid genomen. Dat maakte diepe indruk.

Ingebruikname kerkgebouw

Inmiddels naderde de kerkbouw har voltooiing. Zondagavond 29 november was het zover dat het nieuwe kerkgebouw in gebruik werd genomen. In een sobere dienst sprak de consulent Ds. M. Baan uit Openb. 21:22a - “En ik zag geen tempel in dezelve.” Over deze tekstwoorden had Ds. Bakker willen preken, als hij ertoe in staat was geweest. Maar hij kon niet. Nu preekte zijn vriend Ds. Baan erover. In de dienst waren architect, aannemer en allen die aan de kerk gewerkt hadden, aanwezig. Ook de gereformeerde predikant gaf van zijn belangstelling blijk.

Over het blijde feit van de ingebruikneming van de nieuwe kerk viel de diepe schaduw van de zeer ernstige ziekte van Ds. Bakker.

Overlijden

Zijn toestand ging steeds meer achteruit. Totdat hij zaterdagavond 2 januari 1965 uit zijn lijden verlost werd. Het werd eeuwigheid. Naar dit moment had hij verlangd, want hij wist, dat hij voor eeuwig mocht juichen voor Gods troon. Dikwijls had hij daar, tijdens zijn ziekte, heel ruim van mogen getuigen. Op de rouwkaart stond: “Ingegaan in de vreugde zijns Heeren, mijn lieve man en onze geliefde broer, zwager, oom en neef Ds. Frans Bakker op de leeftijd van 45 jaar. Uit aller naam: N. Bakker-Dieleman.”

Zijn heengaan betekende wel een groot verlies voor zijn vrouw. En ook een heel groot verlies voor de kerk van Driebergen. Ze hebben dominee Bakker gevoelig gemist.

Donderdagmiddag 7 januari werd een rouwdienst gehouden in het nieuwe kerkgebouw. Ds. M. Baan sprak uit Joh. 11:11b - “Lazarus, onze vriend, slaapt.” Lazarus had Jezus lief, zo begon dominee Baan. Dat is een groot wonder, want van nature haat de mens God. Wij hebben Jezus lief, omdat Hij ons eerst heeft lief gehad. De wegen van Gods liefde zijn wonderlijk. We gaan het lichaam van onze vriend zaaien in verderfelijkheid, maar het wordt opgewekt in heerlijkheid. We moeten allen eenmaal geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus.

Laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Aldus besloot dominee Baan zijn preek. Daarna sprak ouderling F. Bos. Deze zei: “Dominee Bakker wilde altijd de minste zijn. Hij was niet alleen een dienstknecht des Heeren, maar ook een kind des Heeren.”

Een grote schare volgde de rouwstoet naar de begraafplaats. Aan het open graf sprak Ds. J.C. van Ravenswaay. Hij wenste mevrouw Bakker toe, dat God met Zijn Heilige Geest de ledige plaats zou vervullen.

Gebedsgestalten

Rest mij nog te vermelden dat van de hand van Ds. Bakker een aantal boekjes verschenen zijn. Reeds tijdens zijn ziekte, in de zomer van 1963 verscheen “Gebedsgestalten”. Ds. Bakker lag toen in het ziekenhuis en voor zijn leven werd gevreesd. Het was hem tot troost dat dit boekje uitkwam.

In “De Wekker” schreef professor W. Kremer: “Onze dominee Bakker schreef dit echt praktische boekje. Het zi jn twaalf samenvattingen van bijbellezingen over het gebed. Telkens is een schriftgedeelte dan ook uitgangspunt.”

In het boekje horen we achtereenvolgens over het eenzaam bidden, aanhoudend bidden, kwalijk bidden, hoogmoedig bidden, ootmoedig bidden, vrijmoedig bidden, zuiver bidden, pleitend bidden, krachtig bidden, dankend bidden, vruchteloos bidden, en te laat bidden. In zijn voorwoord schreef Ds. Bakker: “Het is zeker niet de bedoeling om deze gestalten te beschouwen als een afgerond geheel van wat er over het gebedsleven te zeggen valt. Er is slechts getracht hier en daar de Schrift te openen om enige wegwijzers te vinden op het levenspad.”

Inderdaad mocht hij de Schriften openen en op heel verantwoorde wijze naar voren brengen wat Gods Woord ons leert over het gebed. Het werkje is vele malen herdrukt en er is zelfs een uitgave in het Hongaars en in het Frans. Uit brieven die Ds. Bakker ontving en uit gesprekken bleek dat zijn boekje voor meerderen tot zegen mocht zijn. Daarover verheugde hij zich.

Na zijn overlijden in 1965 verscheen “Het eeuwige Woord” in drie delen. De in houd bestaat uit zes preken en een aantal overdenkingen. Voorts verscheen “Wat onder u gesproken is” -twee bundels preken.

Hoort naar Israël

Enkele jaren later verscheen “Hoort naar Israël”, een bundel bijbellezingen over de zonen van Jakob, volgens de zegen die in Genesis 49 over hen wordt uitgesproken. Tevens is er een preek bij over Jakobs verwachting - op Uw zaligheid wacht ik, o Heere.

Ds. H. Rijksen (van de Geref. Gemeente) schreef in “De Saambinder”: “Ds. Bakker spreekt de taal van vandaag, hij gebruikt niet allerlei onbegrijpelijke versleten termen, maar in de taal van vandaag geeft hij op eenvoudige, schriftuurlijke wijze zeer leerzaam onderwijs in de weg des Heeren. En hier wordt ook niet aan de tekst van alles opgehangen wat er niet bij te pas komt, maar op verantwoorde wijze de Schrift verklaard.”

In het Gereformeerd Weekblad oordeelde Ds. L. Vroegindeweij: “Dit fris gesproken boek zal zijn weg vinden. Gesproken, schreef ik. Het zijn namelijk bijbellezingen, die op de band zijn opgenomen. De verklaringen zijn volop gemengd met practicale opmerkingen en de toepassing aan het slot ontbreekt niet. Het mooie van het boek is ook, dat het telkens heenwijst op de Christus.”

En professor W. Kremer schreef in De Wekker: “Hier spreekt de naar onze gedachten te vroeg gestorven Ds. Bakker nog. Wat heeft hij geworsteld om tot de kansel te komen en wat heeft hij maar betrekkelijk kort mogen arbeiden. Door zijn schriftelijke nalatenschap spreekt hij nog. Ook in deze bijbellezingen over Jakobs zegeningen. Drie ontbreken er aan. De andere zijn destijds op de band opgenomen en nu voor de druk gereed gemaakt. Eenvoudig, degelijk met een gemoedelijke inslag. Zo was onze Bakker en zo is hij ook hier. Men zal het met stichting kunnen leven.”

Ook in zijn geschriften was hij heel pastoraal. Een aantal boekjes staat op zijn naam. Hij sprak daarin de tale Kanaans - die spreekt nog altijd aan. Dominee Bakker sprak naar het hart van Jeruzalem; dat was een bijzondere genade en gave van God. De wijze spreukendichter schrijft: “Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen; maar het geweld bedekt de mond der goddelozen. De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1996

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Ds. F. Bakker 1919-1965 (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1996

Bewaar het pand | 12 Pagina's