Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Driebergen weer verblijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Driebergen weer verblijd

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woensdag 9 april jl. was voor de Christelijke Gereformeerde Kerk van Driebergen een dag van blijdschap. Deze gemeente ontving in Ds. L.W. van der Meij een nieuwe predikant. Tien dagen daarvoor had hij afscheid genomen van Alphen a.d. Rijn. Er was dus geen grote tussentijd tussen heengaan en weer-opnieuw-verbonden-worden. Het bracht mee, dat meerderen, die bij beide gelegenheden aanwezig waren, elkaar weer ontmoetten. Belangrijker is het voor Driebergen, dat er in een ander opzicht geen lange tussentijd geweest is. Het werd in de bevestigingspreek gememoreerd als een verblijdende zaak hoe het eerste beroep, dat door de gemeente werd uitgebracht, aangenomen mocht worden. Zo waren er tussen het afscheid van Ds. P. den Butter en deze dag nauwelijks acht maanden.

In de ruim 75 jaren, dat de gemeente bestaat als Christelijke Gereformeerde Kerk, hebben veel predikanten Driebergen gediend. De bevestiger noemde het getal van tien. Meestal was er tussen hen in geen lange vacante periode. Éénmaal was het vóór de komst van Ds. F. Bakker ruim 5 jaar.

Gerekend naar het veel kleinere getal predikanten, dat er in die jaren was, was het niet eens zo’n bijzonder lange tijd. We kunnen wel zeggen, dat de goedheid des Heeren voor Driebergen telkens gesproken heeft in het geven van dienstknechten, die onder ons bekendhei hebben gehad. Ds. Van der Meij mag de elfde in die rij zijn.

De diensten van bevestiging en intrede werden afzonderlijk gehouden. Ze werden niet gehouden in eigen kerkgebouw, dat zeker voor de intree te klein geweest zou zijn. Beide diensten werden gehouden in de Grote Kerk van de Ned. Hervormde Gemeente aan de Hoofdstraat, die kerk is ruim en gemakkelijk te vinden. Het zijn twee voordelen voor hen, die graag deze bijzondere gelegenheid bijwonen.

Bevestiging

Ds. v.d. Meij werd in zijn nieuwe gemeente bevestigd door Ds. H.C. v.d. Ent. ‘t Is een voorrecht voor beiden dat dit kon. Er is een band vanaf de tijd, dat Ds. v.d. Ent de gemeente van Katwijk diende. Al drie maal mocht deze de bevestigingsdienst leiden. Helaas kon ik door omstandigheden niet aanwezig zijn in de middagdienst. Gelukkig is het in onze tijd mogelijk om de dienst achteraf te beluisteren. Zo heb ik de bevestigingspreek toch kunnen horen. Overigens gaat het niet om een volledig verslag van de preek, ‘t Is meer te doen om een indruk van het geheel. In de Paastijd was de Schriftlezing het bekende hoofdstuk over de opstanding der doden: 1 Corinthe 15. Uit dit gedeelte was de tekst voor de prediking van deze middag, vers 14: “En indien Christus niet opgewekt is, zo is onze prediking ijdel en ijdel is ook uw geloof”. Allereerst werd de roeping tot dankbaarheid tegenover de Heere onderstreept. Hij betoonde Zijn onverdiende goedertierenheid in de zo spoedige komst van een nieuwe herder en leraar. Daarna werd heengewezen naar de tekst. De bevestiger vatte het zó samen:

De opwekking van Christus

1. geloochend

2. gepredikt

3. geloofd.

In vers 12 spreekt de achtergrond van deze tekst “..hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is?” God heeft door Zijn genade Zijn gemeente vergaderd in Corinthe. De prediking van Paulus was daarvoor gebruikt. Tegenover wat er gepredikt was, was de dwaling opgekomen bij sommigen, dat er geen opstanding der doden is. Voor de apostel stond het vast, dat dit ook betekende de ontkenning van de opstanding van Christus. Er is een lijn naar vandaag: het zou niet belangrijk zijn of Christus lichamelijk is opgestaan. Het gaat er maar om, dat Hij geestelijk in ons hart is opgestaan. Vrome ontkenning, loochening van de opwekking van Christus! Paulus heeft de opgestane Christus ontmoet door het wonder van genade. Hij is levend getuige van Zijn opstanding.

In het 76-jarig bestaan van de gemeente hebben alle dienstknechten de waarheid van de opwekking van Christus gepredikt. Ieder op eigen wijze. De verwachting wordt geuit, dat Ds. Van der Meij in die lijn mag voortgaan door de genade en kracht van Gods Geest. Hij zal dat ook doen op zijn eigen wijze naar de genade, die God geschonken heeft.

Dat hier sprake is van de “opwekking” van Christus wordt nader en breed uitgewerkt in de preek. Het is bepalend voor de gehele inhoud van de prediking, waartoe Gods dienstknechten geroepen worden. In dat woord komt het hele lijdensproces van de Heere

Jezus Christus uil. God eist betaling van de enige Borg en Zaligmaker. Zo moet hij de toorn Gods ondergaan, geheel en al. Anders kon er van geen voldoening, van geen verzoening sprake zijn. God is God. Hij komt om Zijn recht. Het is de vraag of we daar in eigen leven achter gekomen zijn. Er is veel gepraat over deze dingen, dat toch vreemd is van de wezenlijke doorleving. Juist voor hen, die dit kennen, wordt het zo groot, dat Hij opgewekt is op rechtsgronden, vanwege zijn volbracht werk. De Vader heeft niets meer van Hem te eisen, tot de laatste penning is voldaan voor doemschuldigen. Tegen het einde van de preek wordt het nader uitgewerkt, hoe juist dat Evangelie van de Opgewekte geloofd wordt. Hier staat, dat dit geloof, nu Christus opgewekt is, niet ijdel is. Dat wil niet zeggen, dat er daarom niet veel “ijdel” geloof is! Er is een geloof dat wel de opstanding van Christus met het verstand gelooft maar dat een onverbrokenhart gehouden heeft.

Het ware geloof, dat vanuit de levende zelfkennis oog mag krijgen voor die Borg, Die volkomen betaald heeft, krijgt hier zo rijk uitzicht. Hem te kennen als de opgewekte brengt gerechtigheid en leven.

Na die prediking, waarin Ds. v.d. Ent op z’n eigen indringende wijze het Woord verkondigd heeft, zingen we de psalm, die er bij hoort: “Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven, mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou..” Psalm 27 vers 7.

Na het bevestigingsformulier en het “ja ik van ganser harte” is onze br. v.d. Meij verbonden aan de gemeente van Driebergen om dit Evangelie van vrije genade te prediken. De bevestiger wenst hem in een kort persoonlijk woord de ervaring toe, dat zijn bekwaamheid uit God is. Daarin komen we met die God nooit bedrogen uit, Die Dezelfde is in goedertierenheid en trouw.

Intrede

’s Avonds deed Ds. v.d. Meij inuede in zijn nieuwe gemeente. Psalm 85 stond die avond in het middelpunt. De tekst voor de eerste prediking was: Psalm 85:7-9 “Zult Gij ons niet weder levend maken, opdat Uw volk zich in U verblijde?. Toon ons Uw goedertierenheid, o HEERE, en geef ons Uw heil. Ik zal horen, wat God de HEERE spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren”. De Psalm wordt eerst kort belicht. Opmerkelijk is de wending in de tekst. De ballingschap was voorbij, er was herstel. De wedergekeerden waren thuis en tóch: niet thuis! De nood onder het volk was niet voorbij. Waarachtige wederkeer werd veelszins gemist.

Ds. v.d. Meij vergeleek met de tijd van Ezra. Temidden van het herstel miste deze hét leven. De beloften van het “opkomen uit de graven” zijn nog niet vervuld. Ezra zat verbaasd neder.. Hij zou de dichter van deze psalm geweest kunnen zijn.

De tekst werd weergegeven:

Een gebed tot God bij een nieuw begin

1. een verlangen naar nieuw leven

2. een nieuwe verwachting.

De dichter heeft oog voor de eigenlijke dood. Hij is verlegen om het ware leven. Hij bidt niet alleen voor zichzelf. Hij bidt in het meervoud: ons! De héle nood van de Kerk komt op hem af. Dit is het gebed voor vandaag, bij de toestand van de Kerk in onze tijd. Er zijn nog tekenen van uiterlijk kerkelijk leven, maar de bekering tot God en de vrucht daarvan komen zo weinig openbaar. Het gaat de dichter in dit gebed om God. Hij pleit vanuit Wie God is. Ook om de openbaring van Zijn goedertierenheid. Hij kan er niet buiten in de beleving van de diepste nood. Velen weten zo goed, wat er gebeuren moet voor zichzelf en voor de Kerk. Maar het drijft niet uit. Daarom is dit gebed persoonlijk allereerst zo nodig.

Er is een nieuwe verwachting langs de weg van dit gebed. Die is niet te danken aan het volk. Het herstel komt van de Heere. Daarom is hier allereerst het luisteren naar God, naar wat Zijn mond zegt. Zo moet ook een dienaar allereerst luisteren naar de Heere. En wat is Gods genade groot, dat Hij antwoord heeft én geeft: “Hij zal tot Zijn volk en gunstgenoten van vrede spreken”. Door Christus werk en verdienst mag het verstaan worden: vrede wordt geschonken, die door Hem verworven is en uit het geopende graf meekomt. Het waken voor de toekomst is nodig, ‘t Gaat om de beleving van de vrede, van het herstel om toch niet weer tot dwaasheid te keren. Hier is roeping en uitzicht. Uitzicht, ook weer door de vrede. Het beleven daarvan geeft een afhankelijk leven om zó bewaard te worden. In Psalm 85 worden dood en leven voorgesteld. Ds. v.d. Meij hoopt in de prediking te waarschuwen voor de dood en te nodigen tot het leven. Hij hoopt ook dat het uit zal komen in het persoonlijke leven, het in waarheid zoeken en kennen van dit leven: “houd aan totdat u het uit Zijn eigen mond gehoord hebt”. We zingen Psalm 85:3 “Merk op mijn ziel, wat antwoord God u geeft..” Na de preek spreekt allereerst Ds. M.J. Kater van Zeist de nieuwe predikant toe. Hij wenst de vroegere dominee een goede ingang toe in de gemeente Driebergen en heet hem welkom in de classis Utrecht. Ouderling Prins vertolkt de blijdschap van kerkenraad en gemeente om de spoedige vervulling van de ledige plaats. “De Heere stuurde u”. In de gemeente van Driebergen is veel te arbeiden. Dominee met zijn vrouw en kinderen hebben vooral het gebed nodig aan de troon van Gods genade.

De Psalm, die onze broeder werd toegezongen is tekenend, ‘t Ging om twee verzen: een gebed: bekleed, o hoogste Majesteit, Uw priesters met gerechtigheid (vers 6) én een belofte: “‘k Zal Sion, ‘k zal der armen spijs, hier zeeg’nen op de ruimste wijs..” (vers 10).

We hopen, dat dit gebed in Driebergen veel beoefend wordt en dat onder de bediening van de nieuwe predikant die belofte vervuld wordt. Het kan om die God, van Wie in die Psalm betuigd wordt: “want de Heere heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot Zijn woonplaats..”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Driebergen weer verblijd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

Bewaar het pand | 12 Pagina's