Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terugblik 1997 - vooruitblik 1998

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terugblik 1997 - vooruitblik 1998

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Zal het goed zijn als Hij u zal onderzoeken?’’ Deze woorden uit Job 13 mogen wel met klem ons voor ogen staan wanneer we het einde van 1997 beleefd hebben. Het zijn woorden die ons bij de komende jaarwisseling opriepen tot bezinning. Woorden die er ook geen misverstand over laten bestaan dat de Heere de harten kent en de nieren proeft. Dat Hij bij Zijn onderzoek naar “harten en verstanden” (Kanttekenaars) Zijn goddelijke maatstaven aanlegt. De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan! Hij oordeelt naar Zijn heilige wet.

Wanneer we een terugblik slaan op het jaar 1997, dan komt vooral in het kader van Bewaar het Pand het overlijden van twee predikanten voor onze aandacht. Ja, 1997 zal in de geschiedenis van ons blad het jaar zijn, waarin zowel Ds. D. Slagboom, als Ds. H.C. van der Ent ons ontvielen. Beiden hebben sinds het ontstaan van ons blad en de stichting een belangrijke plaats ingekomen. Ds. Slagboom schreef talloze artikelen en meditaties. Hij hield menige spreekbeurt tijdens de ontmoetingsdagen. Nog begin 1997 startte hij de bespreking van de lofzang van Hanna en voltooide die nog na 8 afleveringen. Wie ze leest zal bemerken dat dit doorwrochte studies waren, die tegelijk ook geestelijk en bevindelijk van toonzetting waren. Ds. H.C. van der Ent heeft vooral voor ons blad grote verbondenheid gekregen door zijn artikelen voorde jeugd. Het waren niet alleen jongeren, die hierin aangesproken werden, ook de ouderen lazen deze artikelen vaak het eerst. Het was net of hij bij je kwam zitten en zo in gesprek ging. Het was te merken dat hijzelf veel van de Heere ontving en het ook graag doorgaf tot onderwijzing en opscherping. Wat hebben beiden veel mogen betekenen. Wat ligt er in het wegvallen van hen ook een roeping om in deze lijn onze beginselen uit te blijven dragen. Niet om hen als personen, maar wel omdat de Heere kennelijk Zijn gunst wilde verbinden aan hun op Schrift en belijdenis gegronde arbeid. Zelf wisten beiden ook maar al te goed dat hun werk onvolkomen was. In hun persoonlijk leven was het geleerd dat het niet goed was als de Heere hen ging onderzoeken. Maar ze mochten getuigen van Hem, Wiens werk volkomen was. Het wonder van de toegerekende gerechtigheid mocht steeds als een wonder doorklinken.

Wanneer we verder het jaar 1997 overzien is duidelijk waarneembaar dat de ontwikkelingen, die in gang gezet zijn tot ondermijning van de aloude gereformeerde beginselen, voortgaan. De secularisatie gaat door. In steeds meer plaatsen wordt de zondagsrust en zondagsheiliging geweld aangedaan door de zgn. koopzondagen. In sommige plaatsen moesten kerkdiensten in kerkgebouwen met een centrale ligging, vanwege het grote aantal kopers op zondag, verzet worden naar andere plaatsen of tijden.

Wat hebben alle rampen en de veepest ons land te zeggen gehad? Zeker, het is een groot voorrecht wanneer de vrijheid om onder Gods Woord samen te komen, nog gevonden mag worden. Welvaart en luxe werd ontvangen. Er werd in sommige branches goed geld verdiend. Maar als de zegenende hand des Heeren niet meer gezien wordt, kan zo duidelijk openbaar worden hoe uit de aarde aards we zijn. Dan gaat het alleen nog maar om nog meer en nog beter. Maar de Heere als de Gever wordt miskend.

Ook het kerkelijk leven is vanwege het SOW-proces in grote verwarring gekomen. Vanuit de afgescheiden kerken volgen we de ontwikkelingen met grote zorg. “Zij, die bleven” en met wie we ons zo hartelijk verbonden wisten vanwege de schriftuurlijk - bevindelijke prediking en de confessionele standvastigheid, blijken intern veel meer verdeeld te zijn dan we dachten. Wat zal het hen ook pijnlijk getroffen hebben hoe in de Gereformeerde Kerk met wie zij samen op weg moeten, omgegaan is met de bezwaren tegen prof. Den Heyer! De grote vraag is hoe de liefde tot de waarheid van Gods Woord, de vaderlandse kerk en de gereformeerde belijdenis straks gestalte moet krijgen als de VPKN een feit is. Laat men zich meevoeren in een nieuw, uit drie kerken gevormd, kerkverband en kan men op de een of andere manier nog hervormd blijven heten of ziet men geen andere mogelijkheid dan zelfstandig onder een iets andere naam de hervormde kerk voort te zetten? We worden als christelijk gereformeerden wel eens herinnerd aan 1892. Op Urk bracht de kerkenraad van de inmiddels gereformeerd geworden kerk ter kennis dat “zij die de naam Christelijk Gereformeerd willen aannemen en hiervan schriftelijk bericht doen aan den Kerkenraad, gerekend worden daarmede hun lidmaatschap bij de Gereformeerde Kerk te hebben opgezegd en als daarvan vervallen verklaard zullen worden.” Ik denk dat het niet zo moeilijk meer zou zijn, als straks de VPKN dit besluit wat aangepast aldus zou overnemen: “Zij die de naam Ned. Hervormd willen aanhouden en hiervan schriftelijk bericht doen aan de kerkenraad of synode, gerekend worden daarmede hun lidmaatschap bij de VPKN te hebben opgezegd en als daarvan vervallen verklaard zullen worden.”

We voelen er ook iets van op ons afkomen wanneer we denken aan eigen kerkelijk leven, waarin we ook zien hoe er een toenadering is met de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt. Vanuit onze kling is er steeds grote terughoudendheid geweest t.a.v. de Nederlands Gereformeerde Kerk. Maar hoeveel jaren heeft het niet gekost voordat dat werd ingezien? Wat een verwarde toestand is er ontstaan nu er inmiddels allerlei plaatselijke contacten zijn uitgegroeid tot bijna gefuseerde gemeenten. Krijgen we met de vrijgemaakten weer een zelfde gang te zien? We schrijven dit niet uit een geest van hoogmoed. Het mag voldoende duidelijk zijn dat we ons niet mogen neerleggen bij een situatie van gescheidenheid, terwijl er de roeping ligt van Gods wege om de eenheid te zoeken met allen, die Hem ootmoedig vrezen. Maar wie eerlijk de schriftuurlijk-bevindelijke prediking, zoals we die in onze kerken steeds hebben gezocht, legt naast de vrijgemaakte prediking, zal moeten vaststellen dat hier in de praktijk sprake is van diepgaande verschillen. Ds. Van der Ent verzuchtte wel eens: “gooi het net toch eens aan de andere kant uit.” Hij doelde daarmee op de Gereformeerde Gemeenten. Ja, wat moeten we beschaamd worden vanwege de vraag: “zal het goed zijn als Hij u zal onderzoeken”, als we denken aan de kerkelijke omstandigheden van 1997.

Misschien nog wel het meest vanwege het feit dat we ons zo gemakkelijk neerleggen bij de bestaande situatie.

In allerlei bladen zijn er reacties te lezen geweest t.a.v. de discussie, die ontstaan is rond de verschijning van “Het is ingewikkeld geworden”. Dr. Ir. J. Blaauwendraad hield in dit boekje een pleidooi voor gewoon gereformeerd. Persoonlijk moet m.i. iedere prediker zich de vraag stellen of hij de boodschap van het Evangelie wel met bewogenheid en ernst brengt. “Zal het goed zijn, als Hij, de Zender van Zijn dienstknechten, hen zal onderzoeken of zij getrouw waren in hun prediking?” Heeft de bazuin het “eeuwig wel, en het eeuwig wee” te horen gegeven? Het gaat immers om eeu - wigheidsbelangen. Het is geen denkbeeldig gevaar om als prediker een sta-in-de-weg te zijn. Het is anders ook een groot gevaar als de schriftuurlijke lijnen en kenmerken van de weg der bekering achterwege blijven. Juist tegenover de Arminiaanse geest, die vanuit de evangelische wereld de kerken binnenwaait, moet dit doorklinken. Het lijkt zo eenvoudig en het komt zo “warm” over om op te roepen je hart open te stellen voor de Heere en je hand te leggen op Zijn Woord. Wat maken dan die dominees het toch moeilijk en ingewikkeld. Maar we denken nog steeds aan die wijze woorden van een christen, die zei: “we hebben niet alleen een Borg nodig voor onze schuld, maar de Heere moet ons ook leren dat we een schuld hebben, die alleen kan worden weggenomen door de Borg.” Daar zullen toch door Gods Geest onze ogen voor open moeten gaan. In het gesprek met de Samaritaanse vrouw gaat de grote Profeet en Leraar Jezus Christus daar ook duidelijk op wijzen. Het is, dacht ik, opnieuw nodig een pleidooi te voe- ren voor de schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Zet dan een streep onder schriftuurlijk. Het moet bevinding zijn, die vanuit de tekst voortkomt, anders krijgen we inderdaad een wekelijks gelijke prediking met wisselende teksten. De oude jaargangen van De Levensbron tot in de vijftiger en zestiger jaren laten, met alle variaties die er ook toen waren, duidelijk zien wat de schriftuurlijk-bevindelijke prediking inhoudt. Zij konden toen over het algemeen nog in iedere gemeente gelezen worden. Ik heb ze zelden ingewikkeld gevonden. Het is een prediking die in onze kerken tot rijke zegen is geweest.

Wanneer we een vooruitblik naar 1998 werpen, dan doen we dat biddend. Immers brengt een nieuw jaar ons weer een jaar dichter bij de wederkomst des Heeren. Dan zal dat grote onderzoek plaatsvinden. “Zal het goed zijn, als Hij u in 1998 komt onderzoeken?” Ons persoonlijk, gemeentelijk, kerkelijk en maatschappelijk leven worde daardoor beheerst. Laten we toch ziende daarop voortgaan met de bevordering en de handhaving der oude gereformeerde beginselen. Laat er ook het gebed zijn of de Heere de komende synode daartoe tot zegen doe zijn. We geloven dat, hoeveel zorgen er ook kunnen zijn, t.a.v. allerlei ontwikkelingen, Gods Kerk mag zeggen: “en toch...het gaat goed.” Wat ons in het Woord des Heeren is voorzegd over de moeilijke en zware tijden, zien we in vervulling gaan. De Heere is een Waarmaker van Zijn Woord. Ook in dat opzicht! We bidden om de bewaring en de vermeerdering van de Kerk, want daarvoor liggen er duidelijke beloften. Is dat ook niet de opdracht vanuit het “bewaar het Pand u toebetrouwd?”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1998

Bewaar het pand | 16 Pagina's

Terugblik 1997 - vooruitblik 1998

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1998

Bewaar het pand | 16 Pagina's