Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Des Christens groot interest (14)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Des Christens groot interest (14)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zonde tegen de Heilige Geest

Guthrie gaat uitvoerig in op de zonde tegen de Heilige Geest. Hij weet dat er mensen zijn die sommige zonden houden voor de zonde tegen de Heilige Geest, terwijl het niet deze zonde is.

Zonden die niet de zonde tegen de Heilige Geest zijn

Er zijn zonden die tegen de werkingen en de bewegingen van de Heilige Geest worden bedreven en die toch niet de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest zijn. Paulus heeft zelfs de gelovigen in wie het werk van Gods Geest te vinden was, lichamelijk gepijnigd, Hand. 26:11. Paulus haatte het goede in de gelovigen. Hij bestreed met kracht het werk van God. Toch was het niet de zonde tegen de Heilige Geest. Al deze zonden die hij bedreven heeft, zijn vergeven door het bloed van Christus. Neem bijvoorbeeld Asaf. Hij was in zijn hart opstandig tegen de wegen van de Heere. Toch was het een zonde die vergeven werd in het heiligdom. “Want ook deze dingen kunnen leven in de harten van de gelovigen en ontstaan uit eigenliefde.” De zonde tegen de Heilige Geest is ook niet aanwezig wanneer wij veracht teren in de genade of vallen in grote zonden. We zien in de Schrift meer dan eens dat kinderen van God diep vallen in de zonde. Het leven van Salomo is een sprekend bewijs. Ook kunnen we het voorbeeld van Petrus aanhalen die zelfs de Heere Jezus Christus heeft verloochend en heeft gezworen dat hij Hem niet kende. Was dit de zonde tegen de Heilige Geest geweest, dan was Petrus verloren gegaan. Maar hij heeft genade ontvangen. Ook het wederstaan, het uitblussen en het bedroeven van de Heilige Geest is nog niet de onvergeeflijke zonde. “Want zij die in de Schrift tot bekering geroepen zijn, worden hiervan beschuldigd, maar niet uitgesloten omdat zij aan deze zonde schuldig zouden zijn.” Ook wanneer we herhaald zondigen tegen de waarheid, hebben we nog niet de zonde tegen de Heilige Geest bedreven. Het kan wel leiden tot die zonde. Ook gedachten aan zelfmoord zijn nog niet de zonde tegen de Heilige Geest. De stokbewaarder in Filippi wilde zichzelf ombrengen toen ’s nachts een aardbeving de gehele gevangenis beroerde. Toch kreeg de stokbewaarder vergeving. Ook vreselijke gedachten over kinderen van God is nog niet deze zonde. “Paulus was voor zijn krachtdadige roeping mede verantwoordelijk voor de moord op de heiligen en was van plan er nog meer te doden, zoals hij zelf toegaf.” Ook hem is barmhartigheid geschied.

“Al deze bovengenoemde zonden zijn vreselijk. Elke ervan verdient de eeuwige toorn en brengt, zo men zich er niet van bekeert, eindeloze vergelding. Toch is geen van deze zonden de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest. En bij elk van deze zonden is er hoop voor hem die oren heeft om te horen naar de blijke klanken van het verbond. Allerlei zonde en lastering van die aard kunnen vergeven worden zoals uit de Schrift blijkt.”

Eén opmerking wil ik hier nog maken. Guthrie heeft het in dit verband ook over zelfmoord. Hij heeft op grond van de Schrift weinig hoop voor hen die zelfmoord begaan. Echter, hij rangschikt deze zonde niet onder de zonde tegen de Heilige Geest, hoewel deze zonde “waarschijnlijk met de onvergeeflijke zonde samengaat.” Ik wil hier verder niet op deze zaak ingaan. Dat zou een bredere bespreking vragen. Laten we het oordeel aan de Heere overlaten, want God is Rechter, Die het beslist.

Wat is de zonde tegen de Heilige Geest?

Guthrie omschrijft de zonde tegen de Heilige Geest als volgt: “Het is een verwerpen en tegenstaan van de hoofdzaken van de evangelische waarheid en de weg der zaligheid, die aan een mens op een bijzondere wijze door de Geest van God in waarheid en goedheid is bekendgemaakt. En dat verwerpen gebeurt openlijk, vrijwillig, moedwillig, boosaardig en smadelijk, hetgeen een hopeloze vrees veroorzaakt.” In de Schrift wordt op drie plaatsen over deze zonde gesproken: Mattheus 12:24-32, Hebreeën 6:4-5, Hebreeën 10:25-29. Deze zonde richt zich tegen de weg der zaligheid. De weg der zaligheid is de weg die God gebaand heeft om zondaren te redden door Zijn Zoon Jezus Christus. Door Zijn dood en Zijn gerechtigheid kunnen zondaren behouden worden. De zonde tegen de Heilige Geest wordt begaan tegen de Zoon van God, volgens Hebreeën 6:6 :”Zij kruisigen de Zoon van God wederom en maken Hem openlijk te schande”. In Hebreeën 10:29 lezen we dat de Zoon van God vertreden wordt en het bloed van het Nieuwe Testament onrein wordt geacht. De zonde tegen de Heilige Geest wordt dus begaan tegen de weg van de zaligheid die God geopend heeft in de Heere Jezus. De Heiland spreekt ook Zelf op deze manier over de zonde tegen de Heilige Geest in Mattheus 12. De Farizeeën tot wie Hij Zich richt, verzetten zich tegen Christus als de Messias. Ze betitelen het werk van Christus als het werk van de duivel. Ze zeggen dat Hij de duivelen uitwerpt door Beëlzebel, de overste van de duivelen. Christus staat in dienst van de duivel, volgens hen.

De zonde van de Heilige Geest is een verwerpen van Christus.

Kennis van de weg der zaligheid

Maar ieder die Christus verwerpt, begaat de zonde tegen de Heilige Geest niet. De zonde tegen de Heilige Geest wordt bedreven door mensen die door de Geest van God zijn onderwezen in de goedheid en de waarheid van het Evangelie. Zij hebben kennis van de weg der zaligheid. (Guthrie volgt de uitleg dat velen van de Farizeeën zich ook schuldig maakten aan deze zonde.) Ze hebben niet alleen de kennis in hun verstand, maar ook in hun hart. Er is een overtuiging in het hart dat het Evangelie de waarheid is. Ze hebben het goede Woord van God gesmaakt. Dat is het werk van de Heilige Geest in hen geweest. Zo’n mens beseft dat de weg die God in Zijn Woord aanwijst, te verkiezen is boven alle andere dingen. In Hebreeën 6:6 staat dat deze mensen de Heilige Geest deelachtig zijn geworden. Ze zijn door het algemene werk van de Heilige Geest verlicht geweest en weten heel goed wat de weg tot de zaligheid is. Ze hebben indrukken van Gods goedheid ontvangen in hun gewetens.

De manier waarop zij zich verzetten

De kern van de zonde tegen de Heilige Geest is gelegen in de manier waarop zij zich verzetten tegen het Evangelie. “De zondaar verwerpt deze en staat ze tegen.” Zonde tegen de Heilige Geest is je krachtig verzetten tegen het Evangelie. Deze zonde gebeurt niet in het verborgene of op een bedekte manier. Het is openlijk de Zoon van God ten schande maken. In Hebreeën 10:27 wordt gesproken over het niet meer bijwonen van de onderlinge bijeenkomsten van de gemeente. Ze doen vrijwillig afstand van alles. Het is een willens zondigen nadat men de kennis der waarheid ontvangen heeft. Ze zijn zo vastbesloten dat niemand of niets hen meer kan weerhouden om deze zonde te doen. Men wil en men zal Christus openlijk smaadheid aandoen.

Ze kruisigen de Heere Jezus in hun vijandschap opnieuw. Deze zonde is een pure haat tegen God en Zijn Zoon. Deze zonde doe je dus niet als je Christus verwerpt om andere redenen. Je kunt Christus verwerpen omdat je de dingen van deze wereld liever hebt en je ogen dichtblijven voor de noodzaak van het kruis van de Heere Jezus.

Dit verwerpen van Christus komt voort uit dezelfde haat tegen God, die de satan heeft. “Wie zich aan deze zonde schuldig maakt, wil liever duizendmaal verloren gaan, dan terwille van zijn zaligheid een schuldenaar zijn.” Zo sterk is de onverzoenlijke haat. Liever duizendmaal verloren gaan dan te moeten zeggen datje alles te danken hebt aan Christus.

Deze zonde wordt gekenmerkt door een wanhopige vrees.

Dit bedoelt Guthrie zo. “Zij vrezen Hem, die zij haten met een slaafse en hopeloze vrees, evenals de duivelen. Zij weten dat zij Gods kracht zullen ervaren.

Zij beven als zij daaraan denken. Als zij God zouden kunnen verdelgen, zouden zij dat doen.” Guthrie bedoelt hier ook de vrees van duivelen, die ook weten dat God bestaat.

Conclusie

De zonde tegen de Heilige Geest is zo opvallend dat het duidelijk is wanneer iemand die zonde bedrijft. Wanneer het niet duidelijk is dat u deze zonde doet, doet u deze zonde (nog) niet. Wie er naar hunkert om door Christus behouden te worden, maar vreest of het voor hem nog wel kan, heeft de zonde tegen de Heilige Geest niet bedreven. Want die zonde kenmerkt zich door een onverzoenlijke haat. Men wil nooit door Christus behouden worden. “Als u verlangt naar Jezus Christus en met een bedroefd hart naar Hem uitziet, wat u ook gedaan hebt, en u zich niet kunt indenken eeuwig Zijn gezegende aanwezigheid te moeten missen en u bent Hem en al de Zijnen goed gezind, dan is het niet nodig dat u zich afvraagt of u schuldig bent aan deze onvergeeflijke zonde.”

Ook geeft Guthrie er een advies bij: “Ais u buiten het bereik van deze zonde wilt leven en er voor altijd veilig voor wilt zijn, dan moet u uw hart ertoe aanzetten om de zaligheid door Christus Jezus aan te nemen en God aan te grijpen en met Hem in te stemmen als de genoegzame rantsoen en rustpunt, waartoe wij reeds aangedrongen hebben. U moet uzelf aan Hem overgeven om door Hem zalig gemaakt te worden. Doe dit in alle ernst en u zult voor altijd buiten het bereik zijn van dat vreselijke kwaad, waarmee satan zo vele arme zoekers naar God beangstigt.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1998

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Des Christens groot interest (14)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1998

Bewaar het pand | 8 Pagina's