Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Generale Synode van Haarlem-Noord (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Generale Synode van Haarlem-Noord (7)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dinsdagmorgen 17 november buigt de synode zich eerst over het rapport van Deputaten evangelieverkondiging onder Israel. Ds. van Amstel vraagt naar de bedoeling van het alomvattende van de verzoening. Is de eigen inbreng in het OJEC zo belangrijk? Oud. Koole vraagt of boeken waarin de Godheid van Christus wordt geloochend ook doordringen tot de joodse wereld? Diaken Heystek wijst er op dat in de bezinning het diaconaat niet voorkomt, terwijl dat toch een wezenskenmerk is in de dienst der verzoening. Ds. den Butter meent dat de persoonlijke toespitsing in de bezinning terzake is maar toch te weinig accent krijgt. Laat duidelijk genoemd worden dat de Messias onze Heere Jezus Christus is. Als de naam van dit deputaatschap niet precies dekt wat er wordt gedaan, dekt de regeling dan nog wel het werk? De instructie en het werk mogen niet uit elkaar lopen. In de contacten met die joden die Jezus als Messias belijden wordt niet gesproken over de anti-missie-wet. Deputaten zouden een stuk solidariteit moeten uitspreken met het volk Israel in de huidige moeilijke situatie. Hebben wij een speciale Israelvisie ontwikkeld? Ds. v.d. Heuvel vraagt of er ook contacten zijn met palestijnse christenen. Waarom is de financiele regeling met ds. v.d. Vegt beeindigd?

Namens deputaten antwoordt ds. H. Biesma. De dienst der verzoening is alomvattend, zoals in Colossenzen I staat. De taakomschrijving is kort maar duidelijk. Het is geenszins de bedoeling van deputaten om vaag te zijn als het gaat over het Messias-zijn van Jezus. De primaire taak van ds. v.d. Boogert is: het contact met Israel. In goed overleg doet hij enig werk voor deputaten Hulpverlening. In kringen van het OJEC meent men een houding van superioriteit in onze naam te horen. Onze Israelpredikant doet meer dan verkondiging: ook studie, contacten, bestuurlijke taken enz. Ds. Vrijhof wijst er op dat deputaten meeleven met Israel en memoreert het zenden van een telegram aan de ambassadeur van Israel na een bomaanslag. We zijn op de hoogte van verontrusting bij messias-belijdende Joden over de anti-missiewet. De penningmeester br. P. Vree meldt dat de financiele regeling op verzoek van ds. v.d. Vegt zelf is stop gezet. Er worden enkele voorstellen ingediend die de commissie mee neemt.

Nadat een vijftal rapporten in comite is behandeld worden een aantal wijzigingen voor de nieuwe editie van de kerkorde besproken. Tijdens de bespreking blijkt dat het meeste kan vervallen omdat dit valt onder verantwoordelijkheid van deputaten voor uitgave van de kerkorde.

Het moderamen komt met een voorstel inzake art. 69 K.O. Een bezwaarschrift van een gemeente moest op kerkordelijke gronden worden afgewezen, maar de begeerte naar verruiming van dit artikel leeft bij vele kerken. Deputaten voor revisie van de kerkorde zullen zich hierop nader bezinnen.

In de middagvergadering krijgt de emeritikas de aandacht. Gesproken wordt over een betere pensioenregeling, over de plaats van de overhevelingstoeslag in de traktementen, het contact met de stichting voor emeritaat in de Nederlands Gereformeerde kerken, de positie van predikanten die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en over de beleggingen. Bezwaar wordt gemaakt tegen hetgeen de commissie opmerkt dat het niet langer vanzelfsprekend is dat de kerken levenslang het maximale uitkeringsbedrag zullen verstrekken bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van een predikant. Het principe is: wie als predikant in de kerken dient, is dat voor zijn leven.

De rapporteur br. v. Westrienen zegt dat deputaten veel arbeid verrichten. Een voorstel voor pensioenregeling zou goed onderbouwd moeten worden.

Namens deputaten spreekt ds. R. van Beek. Hij zegt dat art. 13 K.O. uitgaat van de verzorgingsgedachte. Er worden geen rechten opgebouwd, maar er wordt voor de predikanten gezorgd. Wanneer we uitgaan van het aantal dienstjaren, wordt er een rechtsgrond gelegd. Dan krijg je een verzakelijking zoals je dat in het pensioenstelsel tegen komt. De penningmeester br. Zuidema onderstreept dat het goed is als kennis van beleggingen aanwezig is. Er ligt een beleggingsplan aan ten grondslag. Enkele voorstellen gaan terug naar de commissie.

Ter tafel ligt nu het rapport van de studiecommissie voor een regeling voor repatriërende missionaire predikanten. De synodale commissie wil hiervan een regeling maken voor begeleiding van onvrijwillig of ongewild werkloos geworden predikanten. Daaronder vallen heel wat meer categorieën. Vanuit de synode komt sterk de gedachte naar voren om de regeling te beperken tot de repatriërende missionaire predikanten. Er zijn immers principiele verschillen tussen schorsing, losmaking repatriering enz. Deze zaak gaat terug naar de commissie.

Opnieuw komt aan de orde het rapport van deputaten voor het Studiefonds. Vanuit de commissie maakt br. Overwater duidelijk dat ze met grote zorg naar dit rapport hebben gekeken. Er is een enorm groot bedrag besteed aan de ondersteuning van studenten. Er is geen limiet gesteld aan het aantal studenten. Die vrije cheques kan de kerk niet meer opbrengen. Er waren echter al toezeggingen gedaan. Vandaar dat de commissie voorstelt dat er in de komende drie jaren geen nieuwe verplichtingen worden aangegaan voor nieuw binnenkomende studenten zolang daarvoor geen middelen beschikbaar zijn. De synode-voorzitter merkt op dat er dan bij de aanmelding voor het admissie-examen komt te staan: alleen zij die zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Vanuit de synode wordt opgemerkt dat het studiefonds juist is ingesteld om studenten te helpen. Omdat er het nodige ongenoegen bestaat over deze zaak worden de voorstellen aangehouden. Er zal overleg plaats vinden tussen het moderamen, commissie 7 en de deputaten. Na het zingen van psalm 72: 6 en 10 wordt met dankgebed deze vergaderdag afgesloten.

Woensdagmorgen zingen we Psalm 147: I en 2, waarna ds. Westerink ook deze Psalm leest. Na het gebed houdt hij appel-nominaal. Een drietal secun- dus-afgevaardigden vervangt hun primus. De voorzitter stelt aan de orde het rapport over het Kerkelijk Administratief Bureau. Aandacht krijgt de gedachte om voor deze deputaten een nieuwe huisvesting te vinden in combinatie met de nieuw te bouwen kerk van de Pnielgemeente te Veenendaal. De commissie maakt duidelijk dat vergaderplaats en huisvesting van deze deputaten niet aan elkaar zijn gekoppeld. Er is teveel onzekerheid ten aanzien van de wenselijkheid en mogelijkheid van gezamenlijke nieuwbouw. De synode geeft deputaten geen opdracht in deze richting.

De zaak van het landelijk bureau wordt in comité besproken.

Vervolgens komt aan de orde de rechtspositieregeling van niet-ambtelijke medewerkers. De vorige synode besloot dat alle niet-ambtelijke medewerkers van deputaatschappen formeel in dienst zijn van de generale synode. Tussen verschillende deputaatschappen die hiermee te maken hebben is echter verschil in visie ontstaan over de interpretatie van dat synodebesluit, als het gaat om de vertegenwoordiging. Wordt de synode alleen vertegenwoordigd door deputaten Kerkelijk Administratief Bureau of ook door het deputaatschap waarvoor de werknemer werk verricht? De synode spreekt nu uit dat zij als werkgever wordt vertegenwoordigd door deputaten Landelijk Kerkelijk Bureau voor zover het medewerkers betreft, die daar werkzaam zijn, en door het curatorium c.q. deputaten-financieel voor zover het medewerkers betreft die werkzaam zijn aan de Universiteit te Apeldoorn.

Voor de middagvergadering blijkt weer veel belangstelling te zijn. Op de agenda staat de beslissing inzake het ambt en de vrouw. Eerst komt echter een zaak van deputaten Adma aan de orde. Zij hebben zich bezonnen op het functioneren van diakenen op en de afvaardiging van diakenen naar de meerdere vergaderingen. In de kerkorde staat hierover dat elke classis er voor zorgt dat minimaal drie diakenen op haar vergadering aanwezig zijn. De commissie stelt voor om eerst te regelen dat er op de classis meerdere diakenen komen, om daarna de andere meerdere vergaderingen te bezien. Daar moeten we naar toe groeien, maar we moeten op het grondvlak beginnen. Ook adviseur prof. Velema pleit voor dit “groeimodel” en wijst er op dat diakenen zelf alle ruimte hebben om zaken aan de orde te stellen. Deputaten kunnen zich via de classicale diaconale commissies richten tot de classes.

Vanuit de vergadering wordt voorgesteld te bepalen dat elke gemeente een diaken afvaardigt naar de classisvergadering. Omdat de commissie nog meer heeft te rapporteren, gaat dit gedeelte eerst weer terug naar de commissie.

Tegen drie uur stelt de preses aan de orde het rapport over vragen rond vrouw en ambt. De rapporteur ds. G. van Roekel gaat nog in op het voorstel van ds. Visser en ds. v.d. Heuvel. De commissie heeft hiervan niets meegenomen, omdat dit heel anders is dan het commissievoorstel. Het voorstel van drie andere synodeleden om over deze materie overleg te hebben met andere kerken van gereformeerd belijden sluit niet logisch aan bij het besluit van de vorige synode. De amendementen van ds. Van Amstel en ds. Boiten om uit te spreken dat het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt dat in onze kerken steeds heeft gegolden, het Schriftuurlijke standpunt is, acht de commissie overbodig omdat uit het geheel van het commissierapport al duidelijk is dat dit wordt bedoeld.

Enkele ingediende voorstellen worden toch gehandhaafd.

In de bespreking worden allerlei gedachten geuit. Voor sommigen is het onaanvaardbaar dat de gedachte van het Schriftuurlijke standpunt nu geintegreerd is als bepalend voor dit rapport. Anderen wijzen op de nood om vacatures te vervullen. Is het niet mogelijk het diakenambt voor zusters open te stellen? Prof. Peels pleit er voor om de term Schriftuurlijk verantwoord te handhaven. Daarmee wordt het eigen standpunt gemarkeerd maar niet verabsoluteerd. Het is niet nodig om zo uitvoerig een afwijzing van het minderheidsrapport op te nemen. Hij stelt zich achter het voorstel om een studiedeputaatschap in te stellen dat onderzoekt of er in de kerkelijke praktijk voldoende recht wordt gedaan aan de grote diversiteit van gaven en diensten voor zowel mannen als vrouwen.

Volgens prof. Selderhuis is het niet waar dat er in de Reformatie geen vrouwelijke ambtsdragers zijn geweest. Prof. Maris stemt in met het oordeel van de commissie. Prof. Velema vindt het rapport substantieel goed. Als je de zaak opnieuw in studie neemt, zetje een vraagteken achter het rapport, en daar heeft hij moeite mee. Moeten we met dit standpunt niet het vreemdelingschap betrachten? In het minderheidsrapport wordt teveel door de cultuur bepaald en wordt meer vanuit de verlossing dan vanuit de schepping geredeneerd. Hij is er wel voor om het standpunt van de synode ter toetsing voor te leggen aan kerken met wie we verbonden zijn.

In de pauze beraadt de commissie zich op de ingebrachte opmerkingen.

Voor de maaltijd wordt nog gesproken over een financiële regeling voor losgemaakte predikanten. Gesteld wordt dat het commissierapport afwijkt van wat de instructie van de Particuliere synode van het Noorden voorstelt. Een voorziening voor slechts twee jaren wordt te kort geacht. Op een later tijdstip zal de synode hierover een beslissing nemen.

Om 19.00 uur wordt de vergadering heropend. Het resultaat van de nadere bezinning door de commissie wordt schriftelijk aan de synodeleden meegedeeld. De rapporteur maakt duidelijk dat de synode een uitspraak doet ten aanzien van het standpunt dat in de Christelijke Gereformeerde kerken altijd heeft gegolden. Het voorstel tot het besluit en de onderbouwing daarvan vormen een geheel. Er is geen misverstand mogelijk. Ds. Visser houdt vast aan zijn voorstel. De commissie heeft enkele wijzigingen aangebracht in haar uitspraken onder “van oordeel”. Van oordeel 6 komt nu te luiden: van oordeel, dat de visie van de meerderheid van deputaten - in tegen- stelling tot die van de minderheid - een deugdelijke en overtuigende onderbouwing is van het standpunt, dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds als het Schriftuurlijke heeft gegolden. Ook wordt voorgesteld dat het moderamen het commissierapport zal gereed maken voor publiciteit en dit toe te zenden aan de kerken. De uitspraak (na de overwegingen en beoordelingen) blijft: dat het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt, dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds heeft gegolden, schriftuurlijk verantwoord is.

Vanwege het gewicht der zaak komt de synode tot een beslissing via een hoofdelijke stemming. Dat betekent dat de voorzitter elke afgevaardigde bij name noemt waarop deze aangeeft voor of tegen te zijn. De uitkomst is dat 47 synodeleden zich achter het voorstel scharen, terwijl er 5 tegen zijn. Ds. Westerink zegt als voorzitter heel dankbaar te zijn dat dit besluit met zo’n overgrote meerderheid kon worden genomen. Het is een belangrijke uitspraak, omgeven door verschillende overwegingen. Hij spreekt de wens uit dat de goedkeuring van de Heere hierop zal mogen rusten. Hij gaat voor in dankgebed, waarna het vergaderen voor deze dag wordt beëindigd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Generale Synode van Haarlem-Noord (7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1999

Bewaar het pand | 8 Pagina's