Bevestiging en intrede drs A. van der Zwan

Op tweede Paasdag bevestigde ds. J. Westerink drs. A. van der Zwan tot herder en leraar van de gemeenten Tholen en Oud-Vossemeer. Zo mochten deze beide gemeenten weer een eigen predikant ontvangen. We wensen beide gemeenten kerkenraden en ds. en mevr. van der Zwan van harte Gods zegen toe. Dat de Heere Zijn Koninkrijk door middel van de arbeid die verricht mag gaan worden zou uitbreiden en nader onderwijs zou geven aan Zijn kinderen.

Bevestigingsdienst.

Velen waren samengekomen in het kergebouw van de Geref. Gemeente te Tholen om de bevestigingsdienst bij te wonen. De tekst voor deze dienst was 2 Timotheus 2: 8 “Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt. Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie.”

In de inleiding op de prediking haalde ds. Westerink een voorval aan uit zijn eigen begintijd als predikant. Iemand vroeg hem eens van wie hij vertegen woordiger was. Het antwoord luidde: Van de Koning der kerk. Toen werd gezegd: Dan bent u vertegenwoordiger van een failliete zaak. Nu, zo’n dertig jaar later zouden we kunnen vragen: Krijgt degene die dat zei gelijk? De kerk is toch op zijn retour, staat aan de rand van de samenleving. Is de achteraf plaats van de beide kerkgebouwen in Tholen en Oud-Vosemeer wat dat betreft niet tekenend? Moskeeën vallen soms meer op dan kerkgebouwen. Hoewel er in Nederland geen vervolging is, er is wel sprake van agressie. Is onze regering niet bezig de laatste restanten van het christendom op te ruimen?

Het mag venwel vandaag een groot moment zijn daar een een kandidaat tot predikant bevestigd mag worden. De kerk heeft als wapen tegen de wereld Gods Woord. De Heere wil door de mond van Zijn knecht spreken, er worden zielen toebetrouwd die van zijn hand geeist zullen worden. Maar een predikant kan geen mens bekeren, kan niemand een nieuw hart geven, kan niemand het geloof schenken. Dat is toch niet benijdenswaar-dig? Oude ambtsbroeders baden vroeger wel: Heere, wil dit stof zegenen. Zo is het. Stof dat tot stof zal wederkeren mag eeuwigheidswerk verrichten. De twee gemeenten hebben reden tot dankbaarheid. Het mag een groot moment zijn op deze tweede Paasdag. De Heere wil door dit stof dat bevestigd staat te worden, werken. In opdracht van de Paasvorst dient dit werk te geschieden. Christus heeft gesproken: Ik leef en gij zult leven. Christus legt het Woord in de hand van stof. De Levensvorst wil door zijn dienst Zijn werk voortzetten.

Paulus spoort Timotheus aan tot ambtsdienst in paaslicht

1. de situatie waarin hij dat doet

2. de wijze waarop hij dat doet

3. het adres waaraan hij dat doet

Het is alsof een man of een grootvader die gaat sterven aanspoort een bepaalde zaak belist niet te vergeten. Zo schreef Paulus aan Timotheus. Timotheus is meer dan een gewone broeder, hij is een geestelijke zoon van Paulus. Paulus heeft hem zien opgroeien. Onder de prediking werd het hart van de jonge Timotheus geopend. Op jonge leeftijd kwam de Godsvreze openbaar. Timotheus wist zich geroepen tot het ambt van een Evangeliedienaar. De brief die Paulus aan hem schrijft staat vol aansporingen en vermaningen. Zoals bijvoorbeeld: Predik het Woord, houd aan tijdig en ontijdig.

Wat is de situatie waarin Paulus schrijft? Paulus zit waarschijnlijk voor de laatste keer gevangen in Rome. Zijn sterven is nabij. Hij wil dat Timotheus hem nog een keer ontmoeten zal te Rome. Het afscheid is nabij. De tijd van de ontbinding van Paulus is aanstaande. De laatste trossen worden losgegooid zodat het schip de thuishaven kan binnenvaren. Het gaat voor Paulus op huis aan, op de eeuwige rust aan. Hij zal bevorderd worden tot hoger dienst. Hij laat een geestelijk testament achter voor zijn geestelijke zoon Timotheus. De tekst voor de bevestiging vanmiddag bevat vertroosting en bemoediging.

Als Paulus de wereld inkeek, was er weinig bemoedigends. Nero zat op de troon in Rome. Hij vervolgde de christenen. Zo wordt bevestigd: Allen die godzalig willen leven zullen vervolgd worden.

Timotheus was afkomstig uit Lystre. Daar hadden de vijanden Paulus gegrepen en gestenigd. Buiten de stad was zijn lichaam neergesmeten. Men dacht dat Paulus gestorven was. Maar de Heere deed hem verdergaan. Kan Timotheus niet gedacht hebben: Dit kan mij ook gebeuren? Timotheus was nogal vreesachtig.

Hoe was de situatie in de kerk? Na een bloeitijd was er een neergang gekomen. Timotheus dient in Efeze. Na het vertrek van Paulus zouden daar zware wolven komen, mensen die verkeerde dingen aan de hoorders zouden voorhouden. Hymeneus en Filetus geloofden niet in de opstanding. Figelles en Hermogenes hadden zich afgewend. Wie had dat ooit kunnen denken? De Heere Jezus Christus zal later van Efeze zeggen dat Hij tegen hen had dat zij hun eerste liefde hebben verlaten. Wie recht is in de leer zonder liefde is hard. Het valt voor Timotheus niet mee onder zulke omstandigheden te werken. Zo was het met de kerk gesteld in geheel Klein-Azie. Te Rome heeft bovendien Demas Paulus verlaten. Is het niet ontzettend moeilijk voor een jonge broeder als Timotheus? We zullen de lijnen doortrekken. Er is geen vervolging in Nederland, maar wel kerkverlating en dwaalleer, soms heel geraffineerd. De opstanding is in discrediet. Veel ambtsdragers zijn eenzaam. Hebben er niet velen hun eerste liefde verlaten? Een kandidaat staat gereed om zijn dienst aan te vangen. Kan dat? Paulus weet uit ervaring dat dit kan. Het is de schoonste dienst die verricht mag worden. God legt het Evangelie in handen van mensenkinderen. Na Damascus is Paulus Christus gaan prediken. Onze tekst spreekt ervan: “Houdt in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt.” Timotheus, kijk omhoog. Je bent geroepen. Jezus Christus is uit de doden opgewekt. Zo heb ik je Hem gepredikt. Christus zendt Zijn dienstknechten. De inhoud van de tekst is het gehele Evangelie. Denk alleen al aan de namen: Jezus Christus. Hij is gekomen om zondaren zalig te maken. Dat is Zijn liefste werk. Hij is Profeet, Priester en Koning. Hij komt op uit het welbehagen van de Vader. Hij is gezalfd met de Heilige Geest. De wereld vroeg niet naar Hem. Bij het verbondsvolk was geen plaats voor Hem. Hij is aan het kruis genageld. Maar Hij is ook uit de doden opgewekt. Het hele verzoeningswerk wordt getekend. Christus is eerst de dood ingegaan. Dit als straf op de zonde en gevolg van de zonde. Christus heeft betaald. Zijn sterven is het leven van de Kerk. Christus heeft dit alleen gedaan, Timotheus behoeft hier niets aan te doen. Het is Pasen geworden, Christus is opgewekt. Daarin beluisteren wij de goedkeuring van de Vader. Het Amen van de Vader. Het klonk op Golgotha: Het is volbracht. God heeft de grote Herder der schapen uit de doden wedergebracht. Christus is opgewekt om de gerechtigheid deelachtig te maken en Zijn gemeente te vergaderen. “Welke is uit den zade Davids.” Hem is heerschappij, macht en oordeel gegeven. In Christus zijn de beloften vervuld. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien. Het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. Een dienaar mag in dienst staan van deze Christus Die gekruisigd is en ook opgewekt is en zit aan de Rechterhand Gods des Vaders en daar bidt voor Zijn knechten. Zo zorgt Christus voor Zijn eigen werk. De wereld die de Kerk aanvalt is overwonnen. Christus zal toebrengen. De poorten der hel zullen Zijn gemeente niet overweldigen. Een dienstknecht mag in dienst staan van de grote Overwinnaar. Het is geen failliete zaak.

Houd dit vast. Hoe het dan moet? Christus sprak: Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. De tekst is een geweldige bemoediging. Is tot troost aan het einde van de 20e eeuw. De Herder gaat Zelf mee. Zijn Stem valt te herkennen in de prediking. Wat kunnen dienstknechten tegen de preekstoel opzien en tegen het bezoekwerk opzien. Dan mag het gebeden worden: Heere, u hebt het gezegd met mij te zijn. De Heere Jezus kwam door gesloten deuren. Wilt U dan de deuren van harten openen. Een dienstknecht kan niemand bekeren. Maar de Heere Jezus schiet Zijn pijlen af en treft in het hart van ‘s Konings vijanden. Het welbehagen des Heeren zal gelukkiglijk voortgaan. Een predikant is slijk in Zijn heilige vingers, slechts een instrument. De Heere zendt deze dienstknecht. Snijd het Woord recht. Wee u als u niet voor dat Woord buigt. Misschien zijn er die met vragen lopen: Hoor ik er wel bij? Ben ik wel uitverkoren? De Heere zendt Zijn knecht tot u. Dat is een wonder en geeft moed. Dat uw gebed zij: Wilt U hem voor mij gebruiken? Jezus Christus is Overwinnaar. Hij is opgewekt en beschaamt nooit. De Herder is het Lam dat geslacht is. Hij vergadert Zijn Kerk tot Zijn werk voltooid is. Arie, verricht je dienst ten volle. Ik stel dien HEER’ gedurig mij voor ogen; Zijn rechterhand zal nooit mijn val gedogen.

Hierna werd het formulier voor de bevestiging van de dienaren van het Goddelijke Woord gelezen, werden de vragen beantwoord, vond de handoplegging plaats en werd enigszins gewijzigd toegezongen Psalm 119: 9. Hierna volgde een kort persoonlijk woord van de bevestiger ds. J. Westerink. Het neerknielen is een bijzonder moment. Ik wil je bedanken voor het feit datje me gevraagd hebt je te bevestigen. Ik ken je al lang en heb met je gesproken ook over het predikant worden. Als curator heb ik je als student meegemaakt. De Heere geve vreugde als in mijn eerste Zeeuwse gemeenten. Hij geve zegen en zicht op de levende Heere Jezus. De gemeenten wens ik zegen toe met hun nieuwe dienaar. Van de vroegere ambtsdragers is alleen br. Geluk nog in ons midden. Draag uw predikant niet op de handen, maar draag hem in het gebed, in uw hart. Ga naast en achter hem staan opdat hij zijn arbeid niet al zuchtende zou behoeven te verrichten. Wijs elkaar op de Paaskoning. Het is bijzonder dat na zorgen in het verdere verleden nu dit blijde moment van de bevestiging er mag zijn.

Intrededienst.

Kort geleden overleed de hospita van ds. van der Zwan op de leeftijd van 90 jaar. Vormt dit geen tegenstelling met het feit dat Jezus Christus de dood te niet heeft gedaan en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht heeft gebracht? De dood is toch verslonden tot overwinning? Alleen door de beoefening van het ware geloof zal het geheim van Pasen worden verstaan. Het Evangelie van de overwinning van de dood door Christus staat centraal. De tekst verkondigt dit. We zien op dit moment terug op Pasen en vooruit naar de bediening.

Het evangelie van Gods genade ten leven

1. die genade is gegeven in Christus.

2. die genade is geopenbaard door Christus

3. die genade is gepredikt namens Christus.

1. Die genade is gegeven in Christus.

Paulus schrijft dit aan Timotheus aan het einde van zijn leven. De tweede brief aan Timotheus is persoonlijk getoonzet. Timotheus was vreesachtig en heeft aansporingen nodig. In 2 Tim. 1: 7 wordt Timotheus bemoedigd: “Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht en der liefde en der gematigdheid.” Timotheus moet zich niet schamen voor het Evangelie en heeft verdrukkingen te lijden met het Evangelie (vs. 8). Onze tekst vormt de kern van het Evangelie. De genade is gebleken in de opstanding, maar Paulus begint daar niet mee. De genade is begonnen “voor de tijden der eeuwen.” We moeten nog verder terug dan Genesis 3, waar we de eerste belofte vinden. De kanttekening wijst op de Raad van God. De eeuwige gedachten des vre-des. Het heilsplan dat is uitgedacht in de eeuwigheid. De Zoon heeft in de eeuwigheid het Middelaarswerk aanvaard. God is de zonde een eeuwigheid voor geweest. Zijn Raad kan niet verijdeld worden. Hier grijpt Paulus moed uit. Het heil hangt niet van de mens af. Eer iets van ons begon te leven, was alles in Uw boek geschreven. Toch is het Paulus hier niet in het bijzonder om te doen. Want het heil in Christus was ten tijde van het Oude Testament nog verborgen, er werd uitgezien naar de vervulling van de beloften. Bij ieder jongetje dat geboren werd vroeg men zich af: Zou dit de Beloofde zijn? Maar bij ieder sterven bleek dat dit niet zo was.

2. Die genade is geopenbaard door Christus.

Doch NU. In de nieuwe bedeling is het vervuld, “geopenbaard”, zichtbaar, tastbaar geworden, in de komst, in de geboorte van de Zoon “onzen Zaligmaker. Jezus Christus”. Is die Naam u lief? Is die Naam waar gemaakt in uw leven? Door Hem is genade geopenbaard. De heerlijkheid van het Nieuwe Testament gaat uit boven die van het Oude Testament. Het is Kerst geworden, Goede Vrijdag en Pasen. De tekst spreek van “verschijning”. Meestal is dat de wederkomst. Hier is het de eerste komst van Christus op aarde. Het is de eerste stap op weg naar het kruis. Zo zal Christus leven verwerven. Hij heeft ons vlees en bloed aangenomen. Hij heeft twee dingen gedaan: De dood teniet gedaan en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht.

De dood is geen goede vriend zoals de wereld het vaak ziet. We beëindigen zelf ons leven niet als het ons uitkomt. De dood is ook niet de afsluiting van het menselijke bestaan. De dood is een vijand. Als je sterft krijg je van je werkgever het salaris uitbetaald. De dood is de bezoldiging der zonde. De dood legt beslag op alle kinderen van Adam. Maar Christus heeft de dood onttroond, buiten gevecht gesteld, buiten werking gesteld. Christus heeft hel en satan verrast. Op Goede Vrijdag heeft Hij de Godverlatenheid doorgemaakt, de toorn van God gedragen. Stervende beveelt Hij Zijn Geest in de Hand van Zijn Vader. Toen Christus stierf overwon Hij de dood. Op Pasen is Hij opgewekt. Hij heeft het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht. We zouden het ook zo kunnen weergeven: het onverderfelijke of het eeuwige leven heeft Hij aan het licht gebracht. Wat dunkt u van deze Christus? Deze Christus Die geen half werk doet? Hij verlost van het grootste kwaad en brengt tot het hoogste goed, het eeuwige leven. Dit het het eeuwige leven dat zij U kennen de enige waarachtige God en Jezus Christus Die Gij gezonden hebt. Dat eeuwige leven begint dus hier en nu en is geen vaag toekomstperspectief. Het is de afsterving van het oude leven en de opstanding tot een nieuw leven. Vraagt u: Hoe krijg ik deel aan het eeuwige leven? Is dat echt een vraag voor u geworden? U kunt het niet pakken, u hebt daartoe niet de macht. Het worstelen met deze vragen is geen vrucht van eigen akker. Leeft het: Mijn ziele doorziet gij uw lot, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God? Zulke vragen zijn vrucht van het werk van de Geest. Hebt u ontdekt dat uw goede werken blinkende zonden zijn? Hebt u er belang bij gekregen hoe u deel krijgt aan de overwinning op dood en hel? Onze tekst zegt het: “door het Evangelie”. Hierdoor wil Christus het uitdelen. Dat geeft verwachting bij predikant en gemeente. Het is geen automatisme. De Heere werkt souve-rein. Maar Hij wil Zich verplichten aan Zijn belofte. In de toekomst zullen we rond het Woord vergaderd zijn. Het heeft de Heere behaagd door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven. Smeek om bekering. Het is geen automatisme. De Heilige Geest verleent het Woord kracht. Smeek en houd aan als de Kananese vrouw. Bid voor, onder en na de prediking. De Heilige Geest doet buigen onder het Woord, veroordeelt door het Woord, doet er buiten vallen. De Heere wil ook gebruik maken van de catechisaties en het verenigingswerk.

3. Genade gepredikt namens Christus.

Ver 11 spreekt hiervan: “Waartoe ik gesteld ben een prediker en een apostel en een leraar der heidenen.” Christus draagt de prediking op aan Paulus en anderen die daartoe gewillig en bruikbaar worden gemaakt. Klinkt onze tekst niet wat triomfantelijk? Als het goed is ligt het zo: Ik mag prediker van het Evangelie zijn. God heeft een wonder verheerlijkt in het leven van Saulus. Hij werd Paulus. Christus is Zijn Meester geworden. Dat is verwonderlijk en beschamend. Het woord “gesteld” zegt dat hij het niet zelf heeft gezocht. God heeft genadig en vrijmachtig gewerkt. Hij mag een bruikbaar instrument in Gods Hand zijn. Paulus is door genade in een bijzondere positie geplaatst. We willen geen directe lijn trekken van Paulus naar de dienaren nu, zeker niet naar mijzelf toe. De twaalve en Paulus hebben het fundament mogen leggen. Zij hadden dezelfde Opdrachtgever. Als een heraut dienden zij te prediken, in het openbaar op te roepen tot bekering en geloof. Ik ben geen apostel, wel een gezant die moet spreken wat is opgedragen, die volmacht heeft ontvangen, omdat en voor zover het het Woord van God is. Er mag met klem gesproken worden: wij bidden u van Christus’ wege laat u met God verzoenen. Prediking is geen vrijblijvend praatje. De opstanding is gepreekt, waar heeft het ons gebracht? Jongelui, laat je met God verzoenen. Het is nog het heden der genade. De wederkomst zal aanbreken. Dan zal Christus oordelen. Nu wordt nog het Evangelie van de verhoogde Paasvorst gepredikt. Vlucht tot Hem. De prediking lokt tot Christus te komen. In Hem is de dood te niet gedaan. In de weg van de bekering moet de dood langzaam terrein prijsgeven. In Hem is de dood een doorgang tot het eeuwige leven. U leert Hem kennen en al meer kennen. Bij mij was de dood, maar bij U is de levensbron. U wordt aanschouwd in de verschijning van Jezus Christus de Zaligmaker. Amen.

Toespraken.

Namens de plaatselijke kerken sprak ds. N. den Ouden, namens de classis, ds. H. Korving en ouderling Otte namens de beide gemeenten. Na beantwoording van de toespraken door ds. van der Zwan en het bedanken van ds. Westerink voor het leiden van de be-vestigingsdienst was er gelegenheid ds. en mevr. van der Zwan de hand te drukken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen