Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frans Koopmans, Vraagbaak bij verslavingen, 200 blz., f. 27,50,

Uitgeverij Groen- Heerenveen. Reeds in 1995 verscheen deze uitgave. Maar sinds die tijd zijn de ontwikkelingen niet stil blijven staan. Nieuwe drugs kwamen op de markt, het wetenschappelijk onderzoek ging voort, er waren nieuwe politieke ontwikkelingen op dit gebied. De auteur is hoofd van de afdeling Public Relations en Preventie bij De Hoop, het evangelisch centrum voor verslavingszorg en hulpverlening in Dordrecht. De uitgave van 1995 was ook van zijn hand. Vele zaken komen in dit informatieve boek aan de orde. Met name wordt aandacht gevraagd voor de omgeving van de verslaafde. Ouders, echtgenoot of echtgenote en kinderen krijgen hier immers mee te maken. Het boek geeft veel informatie over vele vormen van verslaving: alcohol, drugs, gokverslaving en medicijnverslaving. De gegeven praktijkvoorbeelden roepen een realistisch beeld op. Het boek besluit met vier bijlagen die een overzicht geven van drugs, een woordenlijst, morele richtlijnen voor de ontwikkling van een nationaal drugsbeleid en het sprookje van de legalisering. Er wordt terecht duidelijk positie gekozen tegen legalisering van drugsgebruik. Op blz. 199 lezen we dienaangaande: “Een compleet drugsvrije samenleving is een idee-fixe, maar de norm moet blijven dat druggebruik onacceptabel is. De drempel om met drugs te beginnen dient zo hoog mogelijk te zijn. Drugshandel en -criminaliteit dienen streng vervolgd te blijven worden. Tegelijkertijd moeten de mogelijkheden voor zorg en behandeling zowel kwantitatief als kwalitatief geoptimaliseerd worden. Dat een verslaafde delinquent besluit te gaan afkicken is verre te prefereren boven een verblijf in de gevangenis die hij eerder slechter dan beter verlaat. Zelfs het zo verguisde ‘gedwongen afkicken’ kan bij bepaalde notoire verslaafden een middel zijn. Daarnaast is het belangrijk dat er intensief en geintegreerd preventie plaatsvindt voor jongeren. Hierbij dient landelijk beleid goed aan te sluiten op locaal preventiebeleid zodat de preventieboodschap zo effectief mogelijk wordt gecommuniceerd. De jeugd en de maatschappij heeft behoefte aan feitelijke, eerlijke informatie, niet aan spookjes.” Wie te maken krijgt met verslaving doet er goed aan kennis te nemen van de inhoud van dit boek.

F. van Holten, Ziende den Onzienlijke, Persoonlijke herinneringen, 144 blz., ƒ 27,50, Uitgeverij de Groot Goudriaan. In dit lezenswaardige boek heeft de auteur, bekend van zijn werk voor de Spaanse Evangelische Zending, veel persoonlijke herinneringen vastgelegd die anders verloren zouden gaan. Dit betreft vooral het voorgeslacht van de schrijver. Veel namen worden genoemd. Het voorgeslacht leefde in Groot-Ammers, Fijnaart en Heiningen, op het eiland Rozenburg, in Rotterdam, Scheveningen en Bergambacht. Ruim een eeuw geleden lagen de verhoudingen in noord-west Brabant tussen protestanten en roomsen heel scherp. Het doet denken aan Noord-Ierse toestanden. In het tweede deel besteedt de auteur aandacht aan zijn eigen leven. Kernachtige gezegden treffen we aan. Zo lezen we op blz. 94 “Ik zou verloren gegaan zijn als ik niet verloren gegaan was.” Op de Generale Synode zat Van Holten tijdens de maaltijd naast de Zuid-Afrikaanse hoogleraar d’Assonville. De troonrede werd beluisterd. De Zuid-Afrikaanse hoogleraar reageerde op deze rede als volgt: “Sy het een wereldse rede gehou, en dit toegedek met die heilige Naam van God.” Jammer dat niet op een andere wijze is geschreven over de oorzaken van de overgang naar de Gereformeerde Gemeenten. We willen besluiten met een citaat op blz. 78 waar wordt geschreven over het afkeuren voor militaire dienst: “Onze koningin kan alleen maar goedgekeurden gebruiken in haar dienst, maar onthoud het maar goed, Koning Jezus heeft alleen maar afgekeurden in Zijn liefdedienst.”

M.A. Groeneweg-de Reuver, Opklimmend uit de woestijn, 48 blz., ƒ 12,95,

Uitgeverij Frits Hardeman - Ede.

Opvallend in deze gedichtenbundel is de typische hoofdletter “U”. Het werk van Christus wordt in dit boekje centraal gesteld. We denken bijvoorbeeld aan de gedichten die we aantreffen op de blz. 13, 14 en 26. Om u een indruk te geven citeren wij een couplet van het gedicht op blz. 47: Heiland, U ging een weg bezaaid met scherpe doornen.

Hoe zal ik dan een pad met enkel rozen gaan? Dat wil ik wel, maar Gij zegt tot uw uitverkoor’nen: ‘Neem op uw kruis en draag ‘t Mij daag’lijks achteraan.’

Johannes Calvijn, Rechtvaardiging door het geloof, 114 blz., ƒ 19,90,

Uitgeverij den Hertog - Houten.

De vier preken van Calvijn zijn uit het Frans vertaald en ingeleid door Dr. W.H.Th. Moehn. De preken zijn bijbellezingen die sterk doen denken aan exegetische verhandelingen of referaten. Het is Calvijn te doen om zijn visie uiteen te zetten tegenover het standpunt van Rome. De preken handelen over Genesis 15:4-7. Een goede zaak kennis te nemen van dit boek. Het geeft inzicht in het Schriftuurlijke standpunt van Calvijn aangaande de rechtvaardiging door het geloof. Dienaangaande lezen wij op blz. 62: “Samengevat zien wij nu dus dat de gerechtigheid, waarover hier gesproken wordt, alleen de vergeving van de zonden betekent en de plechtige verzekering die wij in de Naam van onze Heere Jezus Christus hebben dat wij rechtvaardig zijn door de verdienste van Zijn gehoorzaamheid.” We besluiten met een citaat uit het gebed op blz. 114: “Laten wij ons nu neerbuigen voor de majesteit van onze goede God met erkenning van onze zonden en Hem bidden dat Hij ons die zo laat voelen, dat wij ons verootmoedigen voor Hem en altijd zuchten onder de last van onze ongerechtigheden, totdat Hij ons bevrijd heeft van deze vervloekte slavernij van de zonde, waar wij ons in bevinden en dat het ons bijzonder verlangen is om ons te conformeren aan Zijn heilige wil en niet meer voor onszelf te leven, maar voor onze Heere Jezus Christus, Die zo duur voor ons betaald heeft door Zich over te geven aan de dood voor onze zonden, en op te staan voor onze rechtvaardiging.”

Elise G. van der Stouw, Hartje van glas, 144 blz., ƒ 24,75, Uitgeverij Plateau - Barneveld.

De ondertitel luidt: Marianne had een chromosoom te veel. Op aangrijpende wijze worden de gevoelens van de moeder van Marianne, maar ook de gevoelens van de vader, van de andere kinderen, van familieleden, gemeenteleden en de predikant beschreven. Ook wordt geschreven over de houding van de verloskundige en de kinderarts. Marianne heeft tien maanden en negen dagen geleefd. Met liefde en zorg is ze gekoesterd. Ze had een eigen plaats in het gezin. Hoewel het woordgebruik en de geestelijke benadering van bepaalde zaken in onze kringen anders is, vinden ouders en anderen die bij het geboren worden en sterven van een mongoloïde kindje betrokken zijn, veel terug van eigen ervaringen en beleving van moeilijke zaken. Als zodanig kan dit boekje zeker diensten bewijzen.

Ds. C. Harinck, De HEERE is mijn Herder, 127 blz., ƒ 27,50, Uitgeverij Groen.

Het boek bevat negen preken over Psalm 23, een Psalm van David. David kende uit eigen ervaring het herdersleven. Naast andere meditatieve boeken over Psalm 23 reikt ook dit boek gegevens aan om Psalm 23 te mogen verstaan. Om u een indruk te geven citeren wij een gedeelte van blz. 74 waar het gaat over het sterven van Gods kinderen. “Het is slechts de schaduw van de dood, die de kudde van Christus bedreigt. In het commentaar van Matthew Henry kun je lezen: Er is een groot verschil tussen schaduw en werkelijkheid. De schaduw van een slang kan u niet bijten. De schaduw van een rots kan u niet verpletteren. Wie is er bang voor schaduwen? Maar dan zegt Matthew Henry: Zo zwak is dikwijls ons geloof dat wij vrezen voor schaduwen. Alleen wanneer men dichtbij de schaduw komt, blijkt het alleen maar een schaduw te zijn. Hoe velen van Gods kinderen hebben dit ervaren. Toen zij werkelijk gingen in het dal van de schaduw des doods en moesten sterven, bleek het maar een schaduw te zijn. Velen hebben gezegd: ‘heb ik daar nu mijn hele leven zo tegenop gezien. Is dat nu sterven?’ Schaduw wordt toch veroorzaakt door de aanwezigheid van licht. Omdat het licht er is, daarom is er schaduw. Er is licht achter de dood, licht achter het graf, licht voor hen die met David kunnen zeggen: Al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij. Amen.”

Dr. H.F. Kohlbrugge, De gouden scepter toegereikt, Bijbels Dagboek, ƒ 34,90, negende herziene druk, Uitgeverij den Hertog - Houten.

Dit dagboek is samengesteld uit de geschriften van Dr. H.F. Kohlbrugge en vertaald door Ds. H. Stolk in leven hervormd predikant te Scheveningen. Uit het voorwoord van Ds. Stolk willen wij enkele regels citeren: “De grote betekenis van Kohlbrugge ligt voor alles in zijn Schriftuitlegging. Diepzinnigheid en scherpzinnigheid zijn bij deze zeldzaam begaafde godgeleerde verenigd. Ongetwijfeld is hij een groot kenner van Luther geweest, met wie hij geestelijk veel gemeen had. Vooral in zijn oudtestamentische uitleggingen blijkt dit. In zijn heldere en scherpe exegese van het Nieuwe Testament doet hij ons steeds weer meer bepaald aan Calvijn denken. En evenals bij Calvijn en bij Luther is het bevindelijk-persoonlijke, het existentiële, zoals men tegenwoordig zegt, vooral in zijn preken, het gezonde realisme, zowel van het Schriftwoord als ook van het leven, dat er ons uit tegenwaait, ten zeerste markant. Tegenover de beschouwing en bespiegeling van veel, dat het licht zag en nog ziet, is hier alles bloedwarm en ten innigste doorleefd. En waar hij met grote kracht, evenals de reformatoren, staande houdt, dat God Zijn genade in de Middelaar alleen wil openbaren aan hen, die Hij eerste door de wet in de kennis van hun verlorenheid verbrijzeld heeft, blijft hij in het stellen van de verhouding: Wet - Evangelie, Evangelie - Wet, volkomen in de lijn van de door hem zo beminde ‘Oude Heidelberger’, de Catechismus.” Ook deze herziene druk van dit bekende dagboek zal zijn weg wel vinden.

Drs. L.C. Klein-Vuijst, Rouwen om een kind, 182 blz., ƒ 29,95, Uitgeverij Groen.

Dit boek is verschenen in de serie Praktisch en Pastoraal. Het boek is in de eerste plaats geschreven voor ouders die een kind moesten missen. Het is bedoeld als handreiking voor hun rouwende gezin. Maar ook personen die met het gezin te maken hebben kunnen hun winst mee doen. We denken aan familie, vrienden, leerkrachten op school en gemeenteleden. De basis van dit boek wordt gevormd door de ervaringen van christelijke ouders en hun kinderen. Tien ouderparen hebben verteld over het sterven en het verder gaan van hun gezinsleven na het sterven. Op openhartige en persoonlijke wijze worden de zaken weergegeven. In het boek komen de hieronder kort weergegeven zaken aan de orde. Sterftecijfers van kinderen en de doodsoorzaken. Het sterven en begraven van een kind, plotseling of na lange ziekte. De gevoelens en het rouwen van ouders. De reactie en gevoelens van broers en zussen. Richtlijnen voor de opvoeding. Het meeleven van anderen met een rouwend gezin. Het doorgaan van het gewone leven: de eigendommen en het kamertje van het gestorven kind, feestdagen en een volgende zwangerschap. Het boek sluit af met een terugblik van een tweetal ouders op de jaren na het overlijden van hun kind. Aan het boek is een beknopte literatuurlijst toegevoegd met een overzicht van adressen van lotgenotenhulp. Het kan goede diensten bewijzen voor rouwende gezinnen en voor hen die met rouwende gezinnen te maken krijgen.

Andrew A. Bonar, Eens een vreemdeling, Uit het leven van Ds. Robert Murray McCheyne, 178 blz., ƒ 32,50, Uitgave De Banier-Utrecht.

McCheyne heeft de hem gegeven talenten tijdens zijn korte leven mogen aanwenden in de dienst des Heeren. In zijn preken klinkt de ernstige oproep tot bekering steeds door. Hij wijst ook heen naar Christus om zielen voor Hem te mogen gewinnen. McCheyne werd geboren op 21 mei 1813 in Edinburgh en overleed op 25 maart 1843 op de jonge leeftijd van 29 jaar. De levensbeschrijving van Ds. Robert Murray McCheyne is in een nieuwe bewerking weer verkrijgbaar. Ambtsbroeder en leeftijdgenoot Andrew A. Bonar verzorgde in 1856 een levensbeschrijving van zijn zielevriend aan de hand van diens dagboek en nagelaten geschriften. In de vorige eeuw werd deze levensbeschrijving al in het Nederlands vertaald. De latere uitgave van 1946 was al geruime tijd niet meer verkrijgbaar. Nu is de levensbeschrijving verschenen onder een nieuwe titel: “Eens een vreemdeling”. Voorin treffen wij het bekende gedicht “Wachtwoord der hervormers” aan, ook bekend onder de titel: “Eens was ik een vreemd’ling”. Er wordt geschreven over de jeugdjaren van McCheyne, zijn predikantschap en zijn laatste levensjaar. Er is een hoofdstuk gewijd aan de bekering van James Laing. Er zijn brieven en liederen Sions opgenomen en twee preken: Over Johannes 14:6 en Psalm 51:17. McCheyne had geen hoge gedachten van zichzelf. We lezen dienaangaande op blz. 147: “Als ik op mijn kanselarbeid terugzie ontdek ik - helaas! - talloze gebreken en tekortkomingen. Ik heb altijd gebeden dat ik niets zou achterhouden wat nuttig zou kunnen zijn om u de hele raad Gods te verkondigen. En toch, hoe gebrekkig heb ik de waarheid, zoals die in Jezus is, ingezien en aan u voorgesteld! Hoe koel heb ik u vermaand behouden te worden van dit verkeerd geslacht! Hoeveel dingen heb ik onder u gepreekt buiten Jezus Christus en Die gekruisigd! Hoe dikwijls heb ik mijzelf gepredikt en niet de Heere! Hoe weinig heb ik u uitgelegd wat over Jezus in al de Schriften staat geschreven.” Een goede zaak kennis te nemen van de inhoud van dit boek.

P.H. Duijzer, Brakel een braak liggend land, Persoonlijke herinneringen aan de geschiedenis van de gereformeerde gemeente te Brakel, 80 blz., ƒ 24,90, Uitgeverij de Groot Goudriaan - Kampen.

De auteur mag de plaatselijke gemeente nu al 50 jaar als ambtsdrager dienen. Zijn moeder was de in het gezelschapsleven bekende Betje Duijzer. De voorgeschiedenis en het wel en wee van de gemeente de jaren door wordt ons beschreven. De auteur heeft in de kerk preken gelezen uit de oudheid: Van Augustinus en van Chrysostomus (blz. 69 en 70). Wie geïnteresseerd is in plaatselijke kerkgeschiedenis vindt hier een lezenswaardig boekje. Ook voor hen die wonen in Brakel en omgeving een goede zaak kennis te nemen van de inhoud van dit boekje. We hebben het met belangstelling gelezen, mede omdat we zelf jarenlang in Poederoyen ambtelijk werk hebben mogen doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 1999

Bewaar het pand | 12 Pagina's