Voor de Jeugd

Iemand, die al heel jong de HEERE vreesde, was Samuel. Toen moeder Hanna hem naar de tabernakel bracht, om hem af te staan aan de HEERE en zijn dienst, was hij ‘zeer jong’ . (1 Sam. 1: 24 c) Het hebreeuwse woord doet denken aan een jongetje van ongeveer vier jaar. Kun je al zo jong de HEERE echt dienen en liefhebben? Waarom niet? We belijden toch Gods genade, Gods vrijmacht. Samuel is daar een levend bewijs van.

Samuel aanhad de HEERE

We lezen in 1 Samuel 1: 28 ‘En hij bad aldaar de HEERE aan’. Samuel woonde voortaan bij Eli de priester, bij de tabernakel te Silo. Hij was een kind van de HEERE gebeden en door de HEERE gegeven. Zijn moeder had hem volledig toegewijd aan de HEERE. Reken er maar op dat ze hem heeft voorbereid op zijn toekomstige woonplaats. Ze heeft hem verteld dat hij voortaan in de tabernakel moet blijven, bij de HEERE. Dit heeft aansluiting gevonden in zijn kinderziel. Dat is het verborgen werk van de Heilige Geest geweest. Van nature leeft immers het verzet tegen de HEERE en Zijn dienst in ieder kinderhart. Gods Geest heeft dit verzet bij Samuel al heel vroeg gebroken. De opvoeding van zijn ouders is daarvoor het middel geweest. Vooral het goede voorbeeld. Zijn moeder zal de kleine Samuel hebben voorgedaan hoe hij de knieën moet buigen. Ze heeft zelf de kracht van het gebed ondervonden. Wat een zegen als we zo’n moeder, zo’n vader hebben! Misschien kun jij je het niet voorstellen, dat zo’n kleine jongen al echt door het geloof tot de levende God bad, toch is het zo!

Samuel groeide op bij de HEERE

We lezen een hoofdstuk verder ‘en de jongeling Samuel werd groot bij de HEERE’. ( 1 Sam.2: 21b) Dat slaat allereerst op zijn lichamelijke groei. Echter Samuel neemt ook toe in de bewuste geloofskennis, dat hij voortdurend in de tegenwoordigheid van de HEERE verkeerde. Door genade kreeg hij een steeds grotere plaats in de tabernakel. ‘En de jongeling Samuel nam toe en werd groot en aangenaam beide bij de HEERE en ook bij de mensen.’ (1 Sam. 2: 26) De HEÈRE gaf aan Samuel groei in het geestelijke leven. Hij kreeg wijsheid en inzicht in de heilige verrichtingen, die plaatsvonden in het heiligdom. Hij straalde dat ook uit, zodat de mensen het aan hem zagen. Door de genade Gods kreeg hij achting en respect. Juist tegen de achtergrond van de goddeloosheid van Hofni en Pineas.

Samuel geroepen door de HEERE

We lezen in 1 Sam. 3 hoe de HEERE Samuel tot drie keer toe riep. ‘Doch Samuel kende de HEERE nog niet; en het Woord des HEEREN was aan hem nog niet geopenbaard.’ (1 Sam. 3:7) Samuel wordt geroepen tot profeet.

Hij had echter de stem van de HEERE nog nooit gehoord, daarom dacht hij dat Eli hem riep. Na drie keer begreep Eli dat de HEERE Samuel riep. En dat in een tijd dat de HEERE heel weinig sprak, vanwege de zonden van de priesters en het volk. Toen Samuel opnieuw de stem van de HEERE hoorde, antwoordde hij in gehoorzaamheid: ‘Spreek, want uw knecht hoort.’ ( 1 Sam. 3: 10b) Het was geen makkelijke boodschap die hij op jonge leeftijd meekreeg. Hij moest het huis van Eli het oordeel aanzeggen. God was echter met hem. De HEERE zorgde ervoor dat het volk Samuel ging erkennen als de profeet des HEEREN. Het zou een begin worden van geestelijk opwekking. Samuel zal straks uitroepen, te midden van de strijd tegen de Filistijnen, Eben-Haezer: ‘Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen.’ ( 1 Sam.7)

Lessen

Wat is het belangrijk hoe je ouders jou hebben gekregen. Ben jij van de HEERE gebeden? Is er een worsteling geweest of jij een kind van God mag worden? Dan zullen je ouders er voortdurend op toe zien, dat ze zelf voorleven wat ze belijden. Jonge kinderen zijn daar heel gevoelig voor. Ik weet wel dat het niet altijd de goede kant op gaat. Er zijn ouders die veel verwachting hebben gehad en nu veel verdriet in hun hart hebben over een kind dat de wereld is ingegaan.

Het is opvallend dat de Schrift juist Samuels gebedsleven noemt als kenmerk van zijn Godsvrucht. Leg je leven daar eens naast. Mensen kunnen veel van je zien, dat misschien een goede indruk kan achter laten, maar je gebedsleven is een zaak tussen God en je ziel. De verborgen omgang met de HEERE is één van de meest wezenlijke kenmerken van het nieuwe leven. Dat is door mensen niet te controleren, maar God weet het wel. Ook van jou? Justus Vermeer, een lerend ouderling uit de zeventiende eeuw, zegt in een preek over de wedergeboorte (Joh.3:8): ‘Gewoonlijk werkt de Geest met Zijn wederbarende genade in de jaren des onderscheids. We zouden kunnen zeggen de jeugdjaren. Wanneer jonge mensen aan het begin van het volle leven staan, dan blinkt het genadewerk meestal des te duidelijker uit en het is meer tot verheerlijking van God.’ Ik zou er dit nog aan toe willen voegen, zulke jonge mensen zijn later van betekenis voor Gods Kerk. Ze kunnen later anderen onderwijs geven in de weg die de HEERE met Zijn kinderen gaat. Sommigen van hen worden later geroepen tot het ambt, anderen krijgen een plaats voor de klas of mogen als verpleegster in een ziekenhuis van betekenis zijn. Wat is het een zegen als je later een Godvrezende moeder of vader mag worden.

Ontvang de hartelijke groeten van jullie vriend,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen