Boekbesprekingen

Lydia Buksbazen. Zij zochten een stad, 278 blz., f. 28,50, Uitgeverij De Banier- Utrecht. De titel van dit boek is ontleend an Hebreeen 11: 10 waar we lezen dat Abraham de stad verwachtte die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.

De vader van de schrijfster ging als jongetje van 10 jaar het Nieuwe Testament lezen. De Heere heeft dat willen zegenen. Maar zo werd hij wel een vreemdeling, want hij werd uitgestoten uit de synagoge en uit zijn familie. Na veel omzwervingen kwam deze vader met zijn gezin in Engeland terecht. Het was zijn begeerte de enige Naam die onder de hemel tot zaligheid is gegeven bekend te maken onder zijn volksgenoten. Hij heeft onder de Joden in Argentinië gearbeid. In de tijd van de eerste en tweede wereldooorlog heeft het gezin Buksbazen wonderlijke dingen mogen ervaren. De moeder van de schrijftster, Yente neemt een belangrijke plaats in dit boek in. Een goed leesbaar boek.

Ds. S. van Dorp, De HEERE Is mijn Herder, 155 blz. f. 24,50, Uitgeverij De Banier- Utrecht. Het boek bevat 21 meditaties over Psalm 23. De auteur was hervomd predikant te Zegveld, Bodergraven, Rotterdam, Utrecht en ‘s-Gravenhage. Hij leefde van 18801963. Na zijn emeritaat woonde hij in Zeist en heeft nog twaalf jaar meditaties in het Gereformeerd Weekblad verzorgd. Door deze meditaties heeft hij heel veel mensen mogen bereiken. Het nu opnieuw uitgegeven boek verscheen eerder samen met meditaties over Psalm 84 onder de titel: “Het heil des Heeren.” De meditaties zijn Schriftuurlijk- bevindelijk van aard. Het was makkelijk geweest als een inhoudsopgave was opgenomen. Dit was wel het geval in het eerder uitgegeven boek “Het heil des Heeren.” We geven u ter kennisname een klein citaat van blz. 91: “De staf van Zijn Woord is volkomen betrouwbaar. Als u door de toepassing van de Heilige Geest u door die staf laat leiden, dan gaat het altijd langs goede wegen, langs Gods wegen. Met die staf krijgen de schapen wel eens een gevoelige tik, omdat zij eigenzinnig en dwaalziek als zij zijn, af willen gaan dwalen van de herder. Ja, die staf van Gods Woord moet de Herder menigmaal gebruiken om Zijn schapen te waarschuwen voor het kiezen van verkeerde paden, als zij zich in hun domheid en weerloosheid dreigen over te leveren aan de vijanden. Met een gevoelige tik, in tegenspoed, in ziekte, in doodsgevaar, in een ernstige waarschuwing van een kind des Heeren, in een prediking die het hart mag raken, wordt het schaap wel geraakt en van zijn dwaalweg afgedreven. Met de staf van Gods Woord bent u ook, mijn lezer, misschien reeds dikwijls pijnlijk geraakt, maar ook lieflijk vertroost. Dat is beide nodig. Al bent u dan dwaalziek en weerloos, al zijn de vijanden machtig en veel, al gaat het menigmaal door een vallei der schaduw des doods, het gaat toch goed als de Heere Jezus uw Herder is. Het gaat naar de hemelse schaapskooi.” We hopen van harte dat dit boek gelezen en toegepast mag worden opdat de Herderlijke zorg des Heeren ondervonden zou mogen worden.

Brieven van Theodorus van der Groe, 229 blz., f. 34,50, Uitgeverij Den Hertog- Houten. Dit boek is een heruitgave. De tekst is opnieuw gezet, woordgebruik en spelling zijn aangepast. De brieven zijn geschreven tussen 1746 en 1773. In 1838 verscheen een eerste bundeltje. Zelf hebben wij een uitgave van 1929 in ons bezit. Van der Groe leefde van 1705- 1784. In een inleiding wordt een toelichting gegeven op de personen aan wie de brieven geschreven zijn. Het boek bevat ook vijf brieven van Susanna Bosman die te Cabo woonde (Kaap de Goede Hoop). In deze brieven leren we Van der Groe als mens en pastor kennen. De pastorale adviezen inzake het bevindelijke geloofsleven zijn waar-devol ook voor onze tijd. Zo wordt in de derde brief het verschil tussen algemene en zaligmakende overtuiging aan de orde gesteld. Op blz. 50 lezen we dan: “Het is geenszins genoeg dat wij slechts de verdorvenheid van de menselijke natuur en de onmacht en doemwaardigheid door de zonde in het algemeen als een stellige waarheid rechtzinnig weten en belijden; maar een ieder die bekeerd en zalig wordt, moet er immers ook voor zichzelf geestelijk van overtuigd worden in zijn eigen gemoed, zal hij tot de rechte zielsboetvaardigheid geraken, en een bekwaam, geschikt en vatbaar voorwerp kunnen zijn voor de vrije genade van Christus, die aan alle arme overtuigde zondaren om niet beloofd wordt in het Evangelie.”

William Huntington, Het Koninkrijk der hemelen ingenomen door gebed, 272 blz., f. 39,95, Uitgeverij Den Hertog- Houten. In dit boek worden de bekering en de roeping tot het ambt beschreven. In een uitvoerig voorwoord verhaalt Huntington over zijn afkomst en jeugd. Er is ook een verant woording bij de vierde druk van 1798 opgenomen. De eerste druk was verschenen in 1784. De ondertitel luidt: ‘Een beschrijving van de wijze waarop de schrijver werd overgezet vanuit het koninkrijk van satan in het Koninkrijk van God. Het boek is opnieuw vertaald door mw. G.H.C. Pas- Donker. Huntington was van zeer geringe afkomst. Wonderlijk zijn de wegen van Gods voorzieningheid in zijn leven geweest. Diepe wegen is Huntington gegaan. We kunnen daarvan lezen in dit boek. Op blz. 94 lezen we dat de duivel hem aanviel met hevige verzoekingen om de Almachtige te lasteren en te vloeken. Tegen zijn vrouw sprak hij uit dat er geen hoop meer voor hem was. Hij benijdde de dieren, want die behoefden niet te verschijnen voor de oordeelstroon. Op blz. 95 lezen we het volgende: “‘O’, zei ik, ‘jullie hebben geen zonden waarvoor je rekenschap moet afleggen en jullie hoeven niet te verschijnen voor een oordeelstroon! Jullie hoeven de toorn van God niet te dragen en de hel niet te vrezen! Als jullie sterven, is het met jullie afgelopen, maar de eeuwigheid is ons deel! O, dat ik net zoals jullie kon sterven en er niet meer zou zijn! O, dat ik toch verkeerde in de plaats van degene onder jullie die het het slechtst heeft! Maar ik ben een mens en een zondaar en de hel probeert zondaren te vangen!” Zelfs werd Huntington bestookt met hevige verzoekingen om een eind te maken aan zijn bestaan door zich in de Theems te werpen. Maar de gedachte aan schuld en toorn aan de andere zijde van het graf weerhielden hem daarvan. Ook werd hij geplaagd door een vreselijke verzoeking om alles wat goed is te vervloeken. Dit duurde veertien maanden lang. Hij probeerde zichzelf te verbeteren, maar die weg werd afgesneden. We lezen dienaangaande op blz. 165 “Als er een weg is overgebleven, waarin Gij mij kunt redden, red mij dan.” Kort daarop verscheen Christus hem op een zeer duidelijke en heerlijke wijze. Op blz. 222 lezen wij van de aanvechting met de zonde tegen de Heilige Geest. Voor die zonde is geen vergeving. Onder een preek heeft de Heere Huntington hieruit gehaald. Toen moest de satan vluchten. Op blz. 256v lezen wij van de aanvechting dat God hem voor altijd had verworpen. Ook uit deze benauwdheid werd Huntington verlost. Er zou nog veel meer zijn weer te geven, maar een recensie laat dit niet toe. Moge dit boek met vrucht en zegen gelezen worden.

Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten, Woerden 1999. Er verschenen vijf boekjes, die leiding willen geven aan jongeren en opvoeders.

Het Woord gaat voort, 24 bijbelstudies over de Handelingen der apostelen, red. J.H. Mauritz, 87 blz., f. 15,-

Muziek is kiezen, J.J. de Jong (red.), 74 blz., f. 12,50. Dit boekje wil hulp bieden bij het maken van een verantwoorde keus uit muziek.

Een goed idee, red. J.J. de Jong, 99 blz., f. 15,-. De auteurs proberen mee te denken over vragen die op tieners afkomen. Bijvoorbeeld: Pesten, gokken, voetballen, geen TV. We lezen op blz. 55 een ernstige waarschuwing tegen voetbal, die in onze tijd hoogst actueel is: “Honderdduizenden voelen zich aan elkaar verbonden in hun gemeenschappelijke dienst aan Koning Voetbal. Hij beheerst hen en zij dienen Hem. Ze doen het met liefde. Dat deze ‘koning’ hun afgod is, deert hen niet. Laat het jou wel deren. Ja, het zal je deren, als je daarmee doorgaat.”

Jouw vragen, red. J.H. Mauritz, 112 blz., f. 15,-. Levensvragen waarmee jongeren te maken krijgen worden behandeld.

Tieners begrijpen, J.H. Mauritz, 40 blz., f. 6,-. De ontwikkeling en de leefwereld van de tiener worden geschetst. Een informatieve handreiking voor ouders, ambtsdragers en jeugdleiders over de praktijk van de opvoeding.

Ds. G.A. Lentfrinck, De bekering van een dominee, 38 blz., f. 9,90, Uitgeverij den Hertog- Houten. De auteur leefde van 1701- 1779 en was predikant te Ouderkerk aan den Ijssel. De Heere heeft hem tijdens zijn predikantschap bekeerd. In een brief uit 1734 aan een vriend in Kampen deed ds. Lentfrinck hier verslag van. Ds. Fransen, kruisdominee te Kampen van 1871- 1886, nam de brief op in een prekenbundel die in 1881 verscheen. Ook later is deze lezenswaardige brief meer dan eens gepubliceerd en nu opnieuw uitgegeven.

Leesboeken.

Nu de vakantietijd weer aanbreekt is er ook weer meer tijd om te lezen, ook voor onze jongelui. Er verschenen bij de Banier verschillende romans waaruit zeker een verantwoorde keus kan worden gedaan. Ze werden ons toegezonden. We willen ze aan u doorgeven:

Ineke Baron- Janssen,

Huil niet om mij, 125 blz., f. 22,50. Arina Donk,

Draag het niet alleen, Anne,

280 blz., f. 28,50.

Jetty Hage, Is dit de goede weg, Christine? 277 blz., f. 28,50.

Martin Rutgers,

Liefde op de ‘Lindenhof’, 227 blz., f. 28,50.

Hanny van de Steeg- Stolk,

Geen rozen zonder doornen,

160 blz., f. 24,50.

Geesje Vogelaar- van Mourik,

Het veilige nest, 219 blz., f. 28,50.

D. Wilgenburg, De schaapskooi van de Goede Herder, 183 blz., f. 24,50.

Carine Mackenzie, Bijbelverhalen voor het Slapengaan, 40 blz., f. 17,75, Uitgeverij De Banier- Utrecht. Dit mooi geïllustreerde en keurig verzorgde boekje is geschreven aan de hand van Hebreeen 11 en is bedoeld om voor te lezen aan kleine kinderen.

J .C. Ryle, De dag des Heeren, 43 blz., f. 7,50, Uitgeverij De Banier- Utrecht. De ondertitel luidt: ‘Over het recht gebruik van de zondag.’ Het boekje is verdeeld in de volgende hoofdstukjes: 1. Het gezag van de sabbat. 2. Het doel van de sabbat. 3. Hoe de sabbat moet worden gehouden. 4. Manieren waarop de sabbat ontheiligd wordt. Het boekje besluit met een laatste oproep. Ryle leefde van 1816- 1900. Hij heeft verschillende gemeenten gediend en schreef meer dan 200 boeken. Dit geschriftje dat nu voor ons ligt is volop actueel in een tijd waarin de zondag al meer wordt ontheiligd en de 24-uurseconomie al meer opkomt. Ryle stelt terecht dat de sabbat geen puur tijdelijke Joodse instelling is, maar behoort tot de eeuwige wet van God. De zondag wordt misbruikt als er wereldse zaken gedaan worden, kranten en romans worden gelezen, door te praten over politiek en door loze kletspraat, (blz. 31 en 32). Op blz. 37 stelt Ryle aan de orde hoe het misbruik van de zondag op de oordeelsdag verantwoord zal kunnen worden. We lezen op blz. 38 “Waar is uw bereidheid om God te ontmoeten en Hem rekenschap af te leggen? Waar is uw bereidheid om de eeuwigheid in Zijn gemeenschap en in gezelschap van heiligen en engelen door te brengen? Ja! Ik mag terecht vragen waar? U kunt geen antwoord geven. U kunt God niet een van de zeven dagen geven? Het vermoeit u om eenzevende deel van uw tijd eraan te besteden om te proberen iets over Hem, voor Wiens rechterstoel u eens zult komen te staan, te weten te komen!” Ryle roept op om wijs te worden en trouw naar Gods Huis te gaan. “Richt uw tijd op zondag zo in dat u rustig en ernstig over de eeuwige dingen kunt nadenken. Vermijd het gezelschap dat u ertoe zou brengen om alleen over deze wereld te spreken. Haal de Bijbel waarnaar u lange tijd niet hebt omgekeken weer tevoorschijn en bestudeer zijn bladzijden. Doe dat, doe dat en stel het geen week uit! In het begin is het misschien wel wat moeilijk, maar het is de moeite waard. Doe dat en het zal goed voor u zijn, zowel in de tijd als voor de eeuwigheid.”

Ada Schouten Verrips, Milde handen, vriend’lijk ogen, Die eenvoudigen wijsheid leert 14, 58 blz., f. 12,50, Uitgeverij De Banier- Utrecht. In eerste instantie geschreven voor verstandelijk gehandicapten, maar ook goed bruikbaar voor onderwijs aan jongere kinderen van de basisschool. Een aantal wonderen van de Heere Jezus wordt behandeld. De serie staat onder redactie van drs. I.A. Kole en W. Visser.

C.H. Spurgeon, Zie op Hem, 78 blz., f. 19,90, Uitgeverij Den Hertog-Houten. In de prediking van Spurgeon staat Christus centraal. Dat blijkt ook duidelijk uit de inhoud van de vier preken die in dit boekje staan opgenomen. De preken gaan over Johannes 3: 14 en 15, Numeri 21: 8, Psalm 34: 6 en Jesaja 45: 22. Op blz. 58 wordt geschreven over de troost die er ligt in het zien op de hemelvaart van Christus: “Zie, hier christen, hier is uw troost. Jezus Christus overwon. Hij worstelde met geestelijke vijanden, niet met vlees en bloed, maar met de overheden, met de machten, met de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, met de geestelijke boosheden in de lucht. Ook u bent vandaag in die strijd betrokken en misschien hebt u het wel zwaar te verduren en staat u op het punt om te bezwijken; misschien vindt u het wel een wonder dat u nog niet op de vlucht bent geslagen, want u bent vaak bang geweest dat u er als een lafaard op het slagveld vandoor zou gaan. Maar vrees niet, uw Meester was meer dan Overwinnaar, en dat zult u ook zijn. De dag zal komen dat u met luister, die wel minder is dan die van Hem, maar van gelijke aard, de gezegende poorten zult binnengaan; als u sterft, zullen engelen u halverwege de doodsrivier ontmoeten, en als uw bloed door de koude stroom afkoelt, zal uw hart door een andere stroom verwarmd worden, een stroom van licht en warmte, die opwelt uit de bron van alle vreugde, en u zult aan de andere zijde van de Jordaan staan en engelen, bekleed in hun onbevlekte gewaden, zullen u ontmoeten. Zij zullen u helpen de heuvel van het licht te beklimmen en zij zullen lofliederen op Jezus zingen en u meenemen als weer een overwinningsteken van Zijn macht. En als u de poorten van de hemel binnengaat, zult u door Christus, uw Meester, tegemoet getreden worden, Die tot u zal zeggen; ‘Wel gij goede en getrouwe dienstknecht, ga in, in de vreugde uws heren!’ Dan zult u ervaren dat u zult delen in Zijn overwinning, zoals u ook eens in Zijn worstelingen gedeeld hebt. Strijd de goede strijd, christen, uw verheerlijkte Meester heeft een grote overwinning behaald en Hij heeft daarmee ook uw overwinning zeker gemaakt. Het vaandel mag dan wel in het bloed der gevallenen gedompeld zijn, maar het is nooit door een nederlaag ten onder gegaan.”

Ds. J.H. Velema, Dubbel appel, 72 blz„ f. 22,50, Uitgeverij Groen, Heerenveen. De ondertitel luidt: ‘Oproep tot bezinning- wat staat ons te doen.’ De paperback handelt over het appel van God op ons en ons appel op

God. Uitgangspunt voor dit boekje vormen twee preken over Psalm 82: 6 en Psalm II9: 82 en een toespraak over het onderwerp ‘Slaapt u? Word dan wakker’. Het boekje biedt bouwstenen om na te denken over het leven als christen en de verwachting van een christen in de eindtijd.

Dr. Martyn Lloyd- Jones, God de Vader, God de Zoon, 356 blz„ f. 69,95; God de Heilige Geest, 260 blz., f. 59,95; De laatste dingen, 249 blz., f. 59,95. Wanneer alle drie de boeken tegelijk worden aangeschaft betekent dat een voordeel van f. 30.—. De voor ons liggende drie kloeke delen uit de serie geloofsleer zijn gebonden uitgegeven bij Groen- Heerenveen. De auteur leefde van 1899- 1981, was dertig jaar predikant van de Westminster Chapel in Londen. Alle drie de boeken willen wij aanbevelen als studieboeken. Achterin elk boek staat een trefwoordenregister, wat het bestuderen van bepaalde zaken vergemakkelijkt. Het eerste boek bevat 18 hoofdstukken over God de Vader en 15 hoofdslukken over God de Zoon. Het boek over God de Heilige Geest bevat 25 hoofdstukken. Er wordt gehandeld over o.a. roeping, wedergeboorte, bekering, berouw, geloof, rechtvaardiging, aanneming tot kinderen, heiligmaking, de doop met de Heilige Geest en de gaven van de Geest. Bij dit boek is het goed te bedenken dat de auteur een omstreden visie heeft op bepaalde zaken met name op de geestesdoop. In het laatste boek worden vele zaken aan de orde gesteld die te maken hebben met de wederkomst en de tekenen die daaraan vooraf gaan. In het hoofdstuk Gods plan voor de Joden komt de auteur tot de volgende conlusie op blz. 114 en 115: “We kunnen deze interpretatie van de woorden ‘geheel Israël zal zalig worden’ dus besluiten met de conclusie, dat zij duiden op het totale aantal gelovige Joden van alle tijden en generaties; allen van wie God van tevoren gezien heeft dat zij stellig gered zullen worden. Aan het einde van de tijd zal daar zowel de volheid der heidenen als de volheid der Joden zijn. Sommigen, onder wie ikzelf, geloven dat Paulus in dit hoofdstuk leert dat er voor het einde grote aantallen bekeringen onder de Joden zullen plaatsvinden. Het zal verbazingwekkend zijn en een grote vreugde betekenen voor de harten van de dan levende gelovigen. Het zal zijn als de opstanding der doden. Een speciale plaats krijgen zij echter niet, het volk Israël zal niet onderscheiden worden van de heidenen. Nee, de Joden, ook al geloven zij met duizenden tegelijk, zullen het Koninkrijk binnen moeten gaan door berouw en geloof in de Heere Jezus Christus. Zij zullen hun vertrouwen moeten stellen op het bloed van Christus, net als ik en ieder ander christen; er is geen andere toegang tot het Koninkrijk. Niemand zal ooit de wet kunnen houden. Alleen door geloof in Christus en Die gekruisigd zal iemand gered worden. Dat is het eeuwige Evangelie; een ander zal er nooit zijn. Dank God daar dus voor. Dank God dat Zijn plannen vastliggen en dat wat Hij Zich heeft voorgenomen zonder mankeren zal worden uitgevoerd. Ondanks wat voor ogen is kunnen we Romeinen 8 geloven: Gods plan naar de verkiezing der genade gaat in het overblijfsel nog steeds in vervulling.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen