Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrouw en ambt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouw en ambt

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Generale Synode 1998.

Wat de kwestie “Vrouw en ambf” betreft kunnen we zonder aarzeling stellen dat de Generale Synode van 1998 een duidelijk besluit met overgrote meerderheid van stemmen heeft genomen. Dat besluit staat voluit in de traditie van ons voorgeslacht. Een traditie die gegrond is op Schrift en belijdenis. Helaas wordt er in ondermeer de Nederlandse Gereformeerde Kerken anders over dit onderwerp gedacht. Maar ook binnen eigen kerken bestaan er helaas afwijkende meningen. We vernamen uit de landelijke pers dat er een bezwaarschrift is ingediend bij de Generale Synode tegen het besluit van de Generale Synode van 1998 in zake “Vrouw en ambt” door ds. J.M. Aarnoudse. Ds. J. Westerink, preses van de laatst gehouden synode, is er terecht verwonderd over dat ds. Aarnoudse via de pers naar buiten is getreden. De brief is aan de synode gericht en die zal pas 30 augustus D.V. beginnen. De leden van de synode hebben deze brief dan ook nog niet en ds. Westerink kan dan ook niet op de inhoud van de brief ingaan. Ook zijn er leden en ambtsdragers in onze kerken die nauwelijks meer lijken te weten wat de Generale Synode van 1998 heeft uitgesproken. Zij doen net alsof het nog maar heel weinig scheelt en de vrouw in het ambt zal in onze kerken zijn toegelaten. Zo wordt een veel te negatief beeld opgeroepen, een beeld dat strijdig is met de feiten. Een beeld dat in tegenspraak is met de duidelijke uitspraak van de Generale Synode van 1998. Wat heeft de Generale Synode van 1998 overduidelijk besloten? Veel lezers van ons blad zullen zich dat wellicht niet meer ten volle kunnen herinneren. We dachten dat het daarom een goede zaak was als we dit besluit in ons blad integraal weergeven.

“De generale synode

kennis genomen hebbende

van het eindrapport van deputaten voor de vragen rond vrouw en ambt

overwegende

1 dat zij geroepen is het werk van deputaten te beoordelen in het licht van de opdracht die de generale synode van 1995 aan deputaten verstrekt heeft;

2 dat deputaten bij de uitvoering van de synodale opdracht gestuit zijn op de vraag naar de juiste interpretatie van deze opdracht;

3 dat de Christelijke Gereformeerde Kerken in het verleden (1956) op grond van de gereformeerde ambtsopvatting hebben uitgesproken dat er gelijkwaardigheid is tussen de ambten;

4 dat de ambten, zoals die thans in de Christelijke Gereformeerde Kerken functioneren niet rechtstreeks afkomstig zijn uit het Oude en Nieuwe Testament, maar wel bijbelse wortels hebben

5 dat uit de gereformeerde visie op de ambten blijkt, dat de ambten niet alleen voortvloeien uit de gaven die de Heere aan de leden van de gemeente verleend heeft, maar dat naast het ontvangen hebben van bepaalde gaven van de Heilige Geest een afzonderlijke roeping nodig is om in het ambt te kunnen dienen

6 dat de klassieke gereformeerde ambtsopvatting geen plaats heeft toegekend aan de vrouwelijke ambtsdragers;

7 dat het van het grootste belang is dat de kerken in de zaken van vrouw en ambt de eenheid van het kerkverband bewaren;

van oordeel

1 dat deputaten terecht besloten hebben dat de mogelijkheid open gehouden moest worden dat de bestaande visie onhoudbaar is of bijgesteld moet worden;

2 dat uit de studie van het deputaat-schap blijkt dat de ambtelijke structuur zoals de Christelijke Gereformeerde Kerken die kennen schriftuurlijk verantwoord is;

3 dat het niettemin de vraag is of in de praktijk van het kerkelijke leven in de Christelijke Gereformeerde Kerken de grote diversiteit van gaven en diensten waarmee de Heilige Geest de nieuwtestamentische gemeente heeft toegerust voldoende tot zijn recht komt;

4 dat het te betreuren is dat deputaten niet tot een eensluidende visie konden komen ten aanzien van de hermeneutiek en de exegese van de in het geding zijnde Schriftplaatsen;

5 dat het verschil tussen de meerderheid en de minderheid van deputaten vooral samenhangt met een verschillende taxatie van de relatie tussen openbaring en cultuur/historie

6 dat de visie van de meerderheid van deputaten- in tegenstelling tot die van de minderheid- een deugdelijke en overtuigende onderbouwing is van het standpunt, dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds als Schriftuurlijk heeft gegolden;

7 dat uit het geheel van het spreken van de Heilige Schrift duidelijk is dat het gezaghebbend leiding geven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt;

spreekt uit

dat het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt, dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds heeft gegolden, schriftuurlijk verantwoord is.

en besluit

1 deputaten te danken voor hun grondige studie en rapport

2 een studiedeputaatschap in te stellen dat, gelet op de grote diversiteit van gaven en diensten, waarmee de Heilige Geest in de nieuwtestamentische gemeente zowel mannen als vrouwen heeft toegerust, onderzoekt of en in hoeverre hieraan in de kerkelijke praktijk van de Christelijke Gereformeerde Kerken (voldoende) recht wordt gedaan, en op basis van dit onderzoek voorstellen formuleert aan de generale synode van 2001, rekening houdend met de uitspraak van de generale synode van 1998 dat het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt, dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds heeft gegolden, schriftuurlijk verantwoord is;

3 het moderamen van de generale synode op te dragen:

a om in overleg met de preadviseurs het deputatenrapport en het commissierapport gereed te maken voor publiciteit en

1 toe zenden aan de kerken;

2 beschikbaar stellen aan de kerkleden en geïnteresseerden been pastorale brief aan de kerken te sturen waarin:

1 de uitspraak van de generale synode wordt toegelicht

2 de kerken opgeroepen worden van de diensten van de zusters van de gemeente optimaal gebruik te maken;

3 de kerken opgeroepen worden in de zaken van vrouw en ambt de eenheid van het kerkverband te bewaren.

Het bovenstaande besluit is genomen met 47 stemmen voor en 5 tegen.

De preses van de synode sprak er zijn dankbaarheid over uit dat het besluit met een duidelijke meerderheid genomen kon worden en sprak ook van een zeer breed draagvlak.

Generale Synode 2001.

Nadenkend over de komende Generale Synode moesten we terugdenken aan wat geschreven werd naar aanleiding van de vorige Generale Synode van 1998. Het lijkt ons goed daar uw aandacht voor te vragen. Ter gelegenheid van de Generale Synode van 1998 schreef ds. P. den Butter indertijd in ons blad ‘Bewaar het Pand' de volgende behartenswaardige dingen: “Er zullen zeker moeilijke zaken ter sprake komen; zaken, die heel verschillend worden beoordeeld en de bespreking waarvan de gemoederen ook heftig zal kunnen bezig houden. Dat is ook zonder profetische blik nu al te voorspellen. Maar in het verleden heeft de Heere ook wel eens heel duidelijk willen leiden, zodat er toch besluiten konden worden genomen, die tot dankbaarheid en verwondering waren. Moge dat dit keer ook zo zijn. Moge Hij onze kerken bewaren bij wat Hij ons heeft willen toe vertrouwen. Van Hem zij onze verwachting. En ik citeer nogmaals met instemming wat ds. Tanis zei tijdens de bidstond, dat we ons moeten wachten voor een koerswijziging die we niet kunnen verantwoorden tegenover ons voorgeslacht en tegenover de Heere.” Op dit moment is niet officieel bekend en mag dus ook niet officieel bekend zijn wat de voorstellen van het studiedeputaatschap zijn. Maar gezien de opdracht die aan dit studiedeputaatschap is verleend dat voorstellen geformuleerd dienen te worden (zie bij en besluit 2) rekening houdend met de uitspraak van de generale synode van 1998 dat het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt, dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds heeft gegolden, schriftuurlijk verantwoord is, mogen wij er van uitgaan dat ons ten deze geen koerswijziging te wachten staat. Bovendien heeft de synode van 1998 uitgesproken onder overwegende 7 dat in zaken van vrouw en ambt de eenheid van het kerkverband bewaard dient te worden. Onder en besluit 3.3 worden de kerken opgeroepen in de zaken van vrouw en ambt de eenheid van het kerkverband te bewaren. Tot tweemaal toe wordt dus over de eenheid van het kerkverband gesproken. Ook een belangrijk gegeven. De eenheid van het kerkverband komt op zijn minst onder (grotere) spanning te staan als het standpunt dat altijd in onze kerken heeft gegolden ten aanzien van de vrouw in het ambt verlaten zou worden. Het zou ook ingaan tegen de klassiek gereformeerde ambtsopvatting, wat de synode van 1998 uitsprak onder overwegende 6.

We willen tenslotte nog wijzen op wat ds. J.P. Boiten schreef in Bewaar het Pand van 18 maart 1999 in zijn slotartikel over de generale synode van 1998. De synode heeft een keuze gemaakt tussen het minderheidstandpunt en het meerderheidsstandpunt. Een minderheid was van oordeel dat de ambten voor de vrouw opengesteld zouden kunnen worden. Een meerderheid was de mening toegedaan dat dit niet kon. We citeren uit het artikel van ds. J.P. Boiten: “Wie dit op zich laat inwerken kan tot geen andere conclusie komen dan dat met de uitspraak van de Generale Synode is bevestigd dat het standpunt om de ambten niet open te stellen voor de vrouw, schriftuurlijk is, en dat dit uitsluit de mogelijkheid dat zusters der gemeente een bijzonder ambt vervullen. We mogen zeer dankbaar zijn voor deze beslissing. De overgrote meerderheid waar: mee dit besluit genomen is, was verrassend. Begrijpelijk dat de preses van de synode de Naam des Heeren de dank bracht voor dit besluit.”

Aan het slot van zijn artikel schrijft ds. Boiten: “Met vernieuwde kracht moge Paulus’ oproep door ons worden betracht: ‘Bewaar het pand u toebetrouwd.’”

In de weg van Gods voorzienigheid hebben we een plaats in onze kerken gekregen. Dit geldt ook predikanten, ouderlingen en diakenen. Daar hebben we dan ook een taak. Zeker wie predikant mocht worden in onze kerken, wist ten tijde van zijn bevestiging in het ambt, dat er verschillen en verontrustende zaken in onze kerken zijn. Maar dit gaat geen enkele kerk voorbij. Wie eerlijk is zal moeten beamen dat er in alle kerkverbanden verontrustende zaken worden aangetroffen. We zijn niet gebaat bij het te negatief tekenen van de gang van zaken in onze kerken. We zijn meer gebaat bij gebed voor onze kerken en voor de komende synode. Moge de Heere onze kerken en onze synode gedenken en geven dat Zijn werk voortgang hebbe ook in het midden van onze kerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Vrouw en ambt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 2001

Bewaar het pand | 8 Pagina's