Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezangen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezangen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de klank af van deze tekst meent men dat er onderscheid is tussen het zingen van psalmen en daarnaast het zingen van gezangen en liederen. Met deze drie onderscheiden woorden, wordt echter hetzelfde omschreven. Met het woord psalmen wordt bedoeld dat men met een muziekinstrument, de lofzang (of hymne) als een geestelijk lied. dat is op dichterli jke wijze, zingt. Het geïnspireerde woord van Christus maakt woning door de Heilige Geest in het hart. Volgens de opschriften van de psalmen, zijn ze lofzangen en geestelijke liederen. Zij zijn vol van het werk van Christus. Hij heeft de lofzang (Ps. 115-118) gezongen, toen Hij ging sterven. Wanneer de Heilige Geest ons levend maakt, leert Hij een nieuw geestelijk lied. De betekenis van de oude Psalmen wordt verrassend nieuw en persoonlijk verstaan. Met Gods geïnspireerd Woord kan men dan zingen: Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord, ik vertrouw op God door gene vrees gestoord.

In maart 1879 verscheen een artikel van A.v.d.Sluys te Sneek waarom hij tegen het zingen van gezangen in de openbare eredienst is. Hij grondt dat niet op een verbod,maar op eerbiedige schroom om mensenwoord met Gods woord gelijk te stellen. Als argumenten noemt hij het volstrekt afwezig zijn van dichterlijke boeken in het N.T. Na het verstommen van de lofzang van Simeon, lezen we niet dat bij de uitstorting van de Heilige Geest een nieuwe liederenschat werd geschonken aan de kerk.

We zullen niet ontkennen dat er oude en nieuwe liederen zijn met een christelijke inhoud en liefelijke toon. Alle lange tijd zijn bij Gods volk de (engelse) liederen van Gadsby, Hart, Philpot, Newton, Topladie e.a. geliefd, vanwege de zielsbevindelijke inhoud. Mogelijk zijn er die vanuit het engels de gedichten op poëtische wijze kunnen vertalen.Treffend is wat J. Newton heeft gedicht over Joh.5:3 Wachtende op de roering van het water. Enigszins vrij uit het engels vertaald zegt hij:

Bij de evangeliepoel, wacht ik met menigeen, op de tijd, dat God mijn arme ziel geneest.

Maar mijn klacht blijft gelijk. Ik ben helaas vol schuld en vrees en pijn, als toen ik eerder kwam. Och. dat de Heere, mij van mijne kwaal genas. Hij weet hoe lang ik smacht en mijn verdriet gevoel.

Hoe vaak heb ik gedacht, wat doe ik langer hier? De zegen die ik zoek, is niet voor één als mij.

Maar waarheen zal ik gaan? Er is geen betere plaats, dan waar gena van God een zondaar geneest.

Hier dan, van dag tot dag verwacht en hoopt mijn ziel. Zal Jezus een biddende zondaar laten sterven ?

Nee, Hij is vol gena. Hij zal nooit toelaten, dat een ziel. die Zijn aangezicht zoekt, om komt aan Zijn voeten!

Maar hoe bemoedigend een lied ook is, het staat ver achter bij de gezangen die Gods Naam verhogen. De beste leringen kunnen we in rijm weergeven. Maar alle menselijke ervaringen en gedachten staan ver achter wat de Heilige Geest heeft geschonken in de psalmen. En als er in de loop der kerkgeschiedenis liederen zijn bewaard gebleven, dan zijn dat vaak nieuwe berijmingen van de Schrift. Denk aan het geliefde Lutherlied, dat een berijming is van Psalm 46.

Om het met een variatie op een woord van ds.W.L.Tukker te zeggen: Luther en Gadsby zullen onze opperzang-meesters niet zijn.

Waarom zingen wij?

Augustinus heeft gezegd: ‘Zingen is tweemaal bidden’.

In het artikel van A.v.d.Sluys wordt een drietal opmerkingen daarover gemaakt.

Het zal duidelijk zijn dat de lofzangen vooral tot eer en verheerlijking zijn van Gods grote naam. Het openbaart de gesteldheid van het hart. Er kan een klacht of een danktoon in de ziel leven die in het lied zijn uiting vindt. Maar het zingen van de liederen Hamaaloths is ook tot overtuiging van anderen.

Actualiteit

Op de synode komt ook het verlangen ter sprake om in de eredienst gezangen te mogen zingen. Tot op heden hebben de verschillende generale synoden bij herhaling bepaald om te blijven bij het zingen van de psalmen en enkele berijmde Schriftgedeelten. Daarom zingen wij in onze erediensten psalmen en geen gezangen.

Maar een aantal gemeenten hebben de vrijheid genomen om gezangen te zingen. Het is niet zo dat alle gemeenten die meer zingen dan de kerkorde toestaat, dat altijd doen in iedere eredienst. Via de verslagen van kerkvisitatie blijkt dat het vaak incidenteel gaat om bijzondere diensten, zoals bij (t)rouw, belijdenis, evangelisatiedien-sten en op de feestdagen. Soms worden de liederen gezongen voor dat de eredienst begint. Naar de verschillende tijdsomstandigheden wordt de keus van de liederen bepaald. Het betreft vaak liederen die in de loop der kerkgeschiedenis een plaats hebben gekregen in de harten en huiselijke godsdienst. Bij bepaalde gelegenheden worden er eigentijdse en modieuze liederen gezongen, die veelal spoedig vergeten worden.

Geen vrij lied in de eredienst

Er is vanuit de Schriftgegevens geen reden om in de eredienst liederen die geen schriftberijmingen zijn, te zingen. Wel maant de bijzondere plaats van de Psalmen, af te zien van het zingen van deze liederen. Zo wordt de roeping tot het bewaren van het Woord van God op de meest strikte wijze vervuld.

We gronden dit op het feit dat:

a. de Heilige Schrift ons niet verplicht tot het nemen van een andere beslissing;

b. dit standpunt sluit het meest aan bij wat door de kerken, in wier traditie wij staan, in het verleden is bepaald;

c. de Psalmen voor de nieuwtestamentische gemeente van onvervangbare waarde zijn. Zij bezingen in profetische taal het heilshandelen Gods in Christus;

d. aan de roeping tot het bewaren van het Woord van God wordt zo op de meest strikte wijze gestalte gegeven;

e. zo worden in ieder geval niet via het zingen van liederen die geen berijmde schriftgedeelten zijn, dwalingen verbreid.

De roeping om zich in de eredienst zo dicht mogelijk bij Gods Woord te houden, sluit een beslissing uit om naast de Psalmen en andere Schriftberijming liederen te zingen, die niet direct aan de Schrift ontleend zijn.

Traditie

Onze kerken willen staan in de lijn van de calvinistische Reformatie, zoals die in de Afscheiding (1834) gestalte heeft gekregen. Onze kerken zijn niet meegaan met de Vereniging (1892). Bekend is hoe de ontwikkelingen in de Geref. Kerk zijn geweest. Op de GS 1983 hebben wij onze conclusies getrokken. Wanneer we de ontwikkelingen van de laatste twintig jaar rond het lied andere Kerken van gereformeerd belijden volgen, dan geeft dat opnieuw reden om grote voorzichtigheid te betrachten.

In de Geref. Kerken (Vrijgemaakt) zijn in 1996 255 gezangen ter beproeving vrijgegeven. Omdat dat wel heel abrupt ging en er diverse bezwaren tegen kwamen is in 1999 het aantal beperkt tot 121. Maar er zijn gemeenten die de andere 134 blijven zingen.

Iemand merkte op dat als we een selectie maken uit de psalmen, we ook ‘gezangen’ laten zingen. Hij zal daar mee bedoeld hebben, dat we bepaalde gedeelten, zoals de wraakpsalmen of misschien de lofzangen, zo gemakkelijk kunnen laten liggen. Van Calvijn is bekend dat hij niet maar één versje opgaf. Hij gaf achtereenvolgende gedeelten van de psalmen op om te zingen. Wij kunnen dat in psalmboekjes nog vinden, waar die gedeelten worden gescheiden door het woord ‘pauze’.

In 1997 onderzocht dr. J. Smelik 270 bundels met meer dan 22.500 liederen. Hij concludeert dat ondanks de kerkelijke verscheidenheid, men dezelfde liederen zong.

Hoewel dat voor de Chr. Geref. Kerken niet bewezen wordt, mag aangenomen worden dat men ook in onze huisgezinnen, via de scholen bekend was met deze liederen. Mogelijk zong men ze hier en daar op de verenigingen. Maar tijdens de eredienst in de kerken werden ze evenwel niet gezongen.

Inmiddels zijn wij vele nieuwe liedbundels verder. Alleen al in Amerika is er een copyright op 120.000 gezangen. Kan men ooit in eigen kerken een bundel samenstellen waaruit de plaatselijke gemeenten eenparig zullen zingen? Een eigen bundel isoleert de eredienst van andere Gereformeerde kerken. In de praktijk zien we dat men na gebruik van eigen liederen alsnog gebruik gaat maken van andere of nieuwere liedboeken.

De weg van het Woord

Uit Calvijns theologie van de psalmen blijkt dat de kerkdienst er o.a. is om God te prijzen. Calvijn merkt op; ‘Ceremoniën en gebruiken zijn alleen van waarde als zij ons de zuivere waarheid Gods inprenten. Dit betekent dat gebruiken die niet volgens Gods Woord zijn de vroomheid niet bevorderen, maar bederven.’ ‘De mens moet er zich voortdurend van bewust zijn dat hij in een kerkdienst staat voor het aangezicht van God en Zijn heilige engelen.’

Calvijn beroept zich op de oproep van de Schrift om te zingen. De ervaring leert dat het gezongen woord grote kracht heeft om de harten van mensen te bewegen om God te loven. De melodie moet niet ‘wild of lichtvaardig’ zijn, maar ‘poids et majesté’ (gewichtig en eerbiedig). Er zijn geen aanwijzingen dat Calvijn naast de Psalmen en berijmde Schriftgedeelten liederen in de eredienst wilde laten zingen.

Het calvinistisch beginsel voor de zang in de eredienst is om de Schrift zelf aan het Woord te laten in het zingen in de eredienst. Dit beginsel is in het huidige art. 69 kerkorde te vinden. Volgens de Schrift en daarom ook volgens artikel 32 NGB belijden we; ‘Zo nemen wij dan alleen aan, hetgeen dienstig is om eendrachtigheid en enigheid te voeden en te bewaren en alles te onderhouden, in gehoorzaamheid Gods.’

Dit is het belijden van Reformatie en Afscheiding waarin wij staan.

Reformatie

Zelfs in Japan worden de melodieën van onze psalmen gezongen. De organist Masaaki Suzuki die tot 1983 in Amsterdam studeerde, was diep getroffen door de psalmmelodieën die hij in ons land hoorde. In Japan is hij lid geworden van de kerk van de Reformatie. Hij heeft zich daar ingezet voor de vertaling van de psalmen in het Japans, zodat ze op de Geneefse melodieën gezongen kunnen worden. Zo zullen de 150 Psalmen officieel als gemeentezang in de kerk te Japan ingevoerd worden.

Dr.J.Luth meent; ‘Als je psalmen zingt, behoor je tot de Reformatie. Wanneer je gezangen zingt, is die relatie minder duidelijk.’

In de voorrede op de Psalmen van de Statenvertaling bevelen de kantteke-naren de Psalmen aan als een lusthof, apotheek en schatkamer voor de christenen. ‘Daarom behoort een ieder christen, zo van hoge als van lage staat, dit boek met bijzondere vlijt en aandacht te lezen, en te betrachten, om zich te gewennen aan de stijl van de Heilige Geest die daarin gebruikt is, niet twijfelende of het zal hem (wanneer hij het rechte sap en de doordringende kracht van die gesmaakt heeft) op zijn ziel wezen als een zeer lieflijke en heilzame hemeldauw, en het zal hem niet verdrieten dat steeds in zijn hart, mond en handen te dragen, waartoe het ons van de Heilige Geest in het Oude, en van onze Heere Jezus Christus Zelf en Zijn apostelen in het Nieuwe Testament, meermaals is aanbevolen, en tot meerdere bevalligheid, dienst onzer memorie en dagelijks gebruik, ge-zangswijze van de wijze en goede God aan Zijn kerk overgeleverd.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2001

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Gezangen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2001

Bewaar het pand | 12 Pagina's