Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 1

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een groot deel van onze tijdsvulling bestaat uit luisteren. Luisteren naar wat anderen zeggen. In de winkel, op straat, op school, in de vriendenkring, in de spreekkamer van de dokter, in de politiek, op de vereniging, in de kerk. Voor het woord ‘luisteren’ kunt u in bepaalde opzichten ook het woord ‘lezen’ invullen. Want veel van onze tijd bestaat ook uit lezen van wat anderen hebben geschreven in brief of e-mail, in krant of boek. Inderdaad, er zijn ook mensen die niet graag lezen. Zoals er ook zijn, die heel moeilijk kunnen luisteren, omdat ze liever zelf aan het woord zijn. Maar afgedacht nog daarvan, luisteren en lezen zijn belangrijke bezigheden van de mens.

In een paar artikelen ga ik uw aandacht vragen voor de manier waarop wij luisteren (en lezen). Daarbij komt de vraag op of het geoorloofd is om ook te luisteren naar wat niet gezegd wordt en te lezen wat niet geschreven staat. Is dat geoorloofd? Loopt dat er niet erg gemakkelijk op uit dat we de spreker of de schrijver onrecht doen?

Dat gevaar is inderdaad niet denkbeeldig. Maar als we alleen luisteren naar wat wel gezegd wordt is er ook een gevaar. Het gevaar namelijk dat de spreker ons dingen wil laten geloven, waarbij toch niet alles op een duidelijke of eerlijke manier aan de orde gekomen is. Iemand kan - bewust of onbewust - dingen verzwijgen; dingen die toch van wezenlijk belang zijn. En het verzwijgen van die dingen kan de hoorder op een geheel verkeerd spoor zetten en hem tot een geloof brengen dat niet deugt. Vandaar dat luisteren naar wat niet gezegd wordt in bepaalde gevallen wel degelijk nodig is. Op voorwaarde dan dat we de spreker geen onrecht doen.

Nebukadnezar

Hoe ben ik ertoe gekomen over dit onderwerp een paar dingen te schrijven? Kort geleden preekte ik over Nebukadnezar; over zijn “geloofsbelijdenis” zoals we die vinden in het slot van Dan. 4. Bij de voorbereiding van de preek trof het mij dat de commentaren die ik raadpleegde nog al zeer verschillend over deze belijdenis oordelen. Er zijn er bij die - zij het voorzichtig - uit de woorden van de koning van Babel afleiden dat hij door wat hem wedervaren is, tot een echte omkeer gekomen is. Er zijn er ook, die hierbij niet eens zo voorzichtig te werk gaan, maar voor wie het vaststaat dat Nebukadnezar tot bekering gekomen is.

Gaan we af op wat we uit de mond van deze koning opgetekend vinden dan kunnen we niet anders zeggen dan dat hij zeer ware dingen heeft geuit. Hij spreekt op een rechte wijze over God; over Zijn almacht en eeuwigheid, over Zijn soevereiniteit, Zijn waarachtigheid en rechtvaardigheid. Ja, daarover spreekt hij zelfs op een wijze, waarop wij hem wellicht niet altijd zo gemakkelijk zullen kunnen naspreken. Zeker niet als we in ons leven in de knoop zijn geraakt met de wijze waarop de Heere alle dingen bestuurt, ook in ons eigen leven. Is er dan nooit de neiging om Gods wijsheid te betwisten en de Heere te verdenken? Leggen we dan altijd zo gemakkelijk en gewillig de hand op de mond? Zijn we dan bereid om met Nebukadnezar te zeggen dat al Gods werken waarheid en Zijn paden gerichten zijn?

Welnu, uitsluitend afgaande op wat we horen en lezen, zouden we kunnen concluderen dat het met Nebukadnezar nog in orde gekomen is. Dan kunnen we de positief-oordelende commentatoren wel bijvallen. Maar in andere commentaren trof ik een andere conclusie aan. Een conclusie die niet gebaseerd is op wat er staat, maar op wat er niet staat en wat dus kennelijk niet over de lippen van Babels koning is gekomen. Want, behalve datgene wat Nebukadnezar gezegd heeft, zijn er inderdaad ook dingen die we niet van hem horen. En de vraag mag gesteld worden: Ontbreekt daardoor nu niet net datgene wat over de kwaliteit van zijn belijdenis beslist? Als daarop bevestigend moet worden geantwoord, dan blijft er niet zo heel veel meer over. Dan is Nebukadnezar niet echt veranderd, maar nog altijd dezelfde gebleven.

Mogelijk dat iemand nu zegt: Is dat nu zo belangrijk? Wat hebben wij er aan als we weten of de “bekering” van Nebukadnezar wel of niet echt is geweest? Komt het er niet op aan dat we voor onszelf verzoend zijn met God in de weg van bekering en geloof? Natuurlijk is dat laatste waar. Maar dan zou ik toch willen zeggen:

Hoe weten wij dat onze bekering “waar” en ons geloof “echt” zijn? Dat zullen we toch aan de Bijbel moeten kunnen toetsen. Maar dan moeten we toch ook weten wat de Bijbel “waar” en “echt” noemt. En dan komt toch de vraag aan de orde: Hoe zat het dan met Nebukadnezar? Kan ik hem nu wel of niet als een veilig voorbeeld nemen?

Doen we het niet allemaal?

Een andere vraag is of we eerlijk bezig zijn als we mogelijk gaan afdingen op wat er staat en meer gaan letten op wat er niet staat. Kunnen we op zo’n manier iemand niet overvragen? Hierop zou ik willen antwoorden, dat we - misschien wel heel vaak zonder dat we het ons bewust zijn - in ons leven heel vaak luisteren naar wat niet gezegd wordt. Waarom doen we dat? Omdat we weten dat we niet alles kunnen vertrouwen. Mogelijk dat we in argeloosheid wel eens heel snel aan iemands woorden geloof gehecht hebben omdat ze zo geloofwaardig leken, maar achteraf kwamen we er bedrogen mee uit. En zo’n ervaring heeft ons voorzichtig gemaakt. Misschien wel eens wat meer dan voorzichtig; zelfs wel wat argwanend.

Zeker, bij de een zijn we voorzichtiger dan bij de ander. Maar er zijn mensen, die we bij voorbaat “met een korreltje zout nemen”. Er zijn er van wie we geneigd zijn te zeggen: Ik weet wie het zegt. En toch lopen we er nog vaak in. Geen wonder dat er in dit verband spreekwoorden zijn ontstaan, die bedoelen te waarschuwen. Bijvoorbeeld het spreekwoord: “Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen”. Of het woord over de aap, die een gouden ring draagt en toch maar een ‘lelijk ding’ blijft.

Dat we deze houding van “ik wacht het nog even af” heel vaak aannemen, zou met diverse voorbeelden kunnen worden aangetoond. Wat denkt u van allerlei dingen die door politici worden te berde gebracht? En wat ons via verschillende media wordt voorgeschoteld? Neemt u dat alles voor zoete koek aan? Luistert u dan niet vaak naar wat ze juist niet zeggen? En wat ze heel vaak met bepaalde bedoelingen niet zeggen? Ik zal een voorbeeld geven. Het treft mij steeds weer - en het ergert me soms geweldig - hoe negatief de berichtgeving in veel media is over wat er in Amerika gebeurt. De amerikaanse president wordt vaak negatief afgeschilderd en op subtiele wijze wordt soms verholen de spot gedreven met het feit, dat in de amerikaanse politiek soms ook religieuze factoren meespreken. Is er dan niets op Amerika en president Bush aan te merken? Dat zal best, maar wat ik zo kwetsend vind is dat gezwegen wordt over wat er positief te vermelden is. Soms wordt iets geweldig uitvergroot om de negatieve beeldvorming te dienen, maar als later blijkt dat het toch wel wat genuanceerder was, zwijgen de media.

Luisteren naar wat niet gezegd wordt, doen we dat ook niet in de spreekkamer van de dokter? Of doen we het daar juist niet? Een dokter kan soms niet alles zeggen. Soms omdat hij het verder ook niet weet. Soms omdat de patiënt er nog niet aan toe is om alles te weten. En dan is het om wijze redenen dat niet alles gezegd wordt. Wie graag gelooft dat het allemaal nog mee kan vallen, besteedt daar geen aandacht aan, maar wie scherp luistert, merkt het wel op.

Er zouden meer terreinen genoemd kunnen worden waarop we het luisteren naar wat niet gezegd wordt toepassen of zouden moeten toepassen. In onze zogenaamde ‘praatcultuur’ wordt er ontzaggelijk veel gezegd. En ook met of zonder opzet verzwegen. Maar u zit er niet op te wachten dat ik al die terreinen met u langs ga. Intussen hebt u al wel begrepen dat ik wat anders in de zin heb. Ik wil met u nadenken over wat het betekent om te luisteren naar wat niet gezegd wordt als we in de kerk, onder de prediking zitten. En ook wat het betekent als ouderlingen huisbezoek doen. En ook als we met elkaar spreken over geestelijke zaken en over wat we in de omgang met de Heere beleven.

Ik hoop nu aangetoond te hebben dat dit niet ongeoorloofd is. Ja, dat het zelfs geboden kan zijn. Zeker als het gaat om wat “waar” en “echt” is. En met minder kunnen we toch niet toe...

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's