Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

John Charles Ryle, Heilig in Hem, 78 blz., € 9,50, Uitgave Den Hertog - Houten. Het boekje is vertaald uit het Engels door N.A. Eikelenboom. Oorspronkelijke uitgave:Holiness pp. 15-31, 33-49. We hebben zelf ook het boek in Engels, maar voor wie het Engels niet beheerst is het een goede zaak dat er twee gedeelten uit het boek zijn vertaald die handelen over de heiligmaking. Ryle schrijft behartenswaardige dingen over het onlosmakelijke verband tussen rechtvaar - digmaking en heiligmaking. Hij wijst op de noodzaak van het kennen en beleven van de heiligmaking in dit leven. We geven u een citaat door dat we aantroffen op de blz. 25 en 26 “We moeten heiligen zijn vóór we sterven, willen we hierna heiligen zijn in heerlijkheid. De geliefkoosde gedachte van velen, dat een stervende niet dan alleen de vrijspraak, en de vergeving van zonden nodig heeft om hem geschikt te maken voor het verwisselen van het tijdelijke met het eeuwige, is puur bedrog. We hebben het werk van de Heilige Geest net zo nodig als het werk van Christus. We hebben de vernieuwing van het hart net zo nodig als het bloed der verzoening; we moeten niet alleen gerechtvaardigd worden maar ook geheiligd. Heel vaak hoor je mensen op hun sterfbed zeggen: ‘Ik heb alleen de Heere nodig om mij m’n zonden te vergeven en me in de rust te brengen.’ Maar die zulke dingen zeggen, vergeten dat de rust in de hemel volkomen nutteloos is als we geen hart hebben om die te genieten! Wat zou iemand die niet geheiligd is, in de hemel doen, mocht het zo zijn dat hij er kwam? Laten we die vraag eerlijk onder ogen zien en er een eerlijk antwoord op geven. Iemand kan met geen mogelijkheid gelukkig zijn op een plaats waar hij niet in zijn element is, waar alles om hem heen niet past bij zijn smaak, zijn gewoontes en zijn wezen. Als een arend gelukkig is in een ijzeren kooi, als een schaap gelukkig is in het water, als een uil gelukkig is in de felle gloed van de middagzon, als een vis gelukkig is op het drogedan, en niet eerder, zal ik toegeven dat iemand die niet geheiligd is, gelukkig kan zijn in de hemel.” Op blz. 41 schrijft Ryle terecht dat er veel kerkmensen zijn die op de brede weg wandelen, die leidt naar het eeuwig verderf. Op blz. 56 wordt Owen aangehaald: “Ik begrijp niet hoe iemand een oprecht gelovige kan zijn voor wie de zonde niet de grootste last, het grootste verdriet en de grootste zorg is.” Ryle waarschuwt voor het betrouwen op laatste woorden die door een stervende worden gesproken. We lezen op blz. 59 en 60: “Ik weet dat men het heel graag heeft over getuigenissen die mensen op hun sterfbed afleggen. Men wil steunen op woorden, gesproken in momenten van vrees, pijn en zwakte, om er troost uit te putten als het gaat over de vrienden die men verliest. Ik ben bang dat je in negenennegentig van de honderd gevallen niet op zulke getuigenissen kunt afgaan. Ik vrees, dat op sporadische uitzonderingen na, mensen sterven zoals ze hebben geleefd. Het enige betrouwbare bewijs dat we één zijn met Christus, en dat Christus in ons is, is een heilig leven. Zij die voor de Heere leven, zijn gewoonlijk de enigen die in de Heere sterven. Als we de dood der oprechten willen sterven, moeten we trachten Zijn leven te leven. Het is waar wat Traill zegt: ‘De staat van een mens is van generlei waarde, en zijn geloof deugt niet, als hij niet merkt dat de hoop op de heerlijkheid zijn hart en leven loutert.’ We moeten heilig zijn, omdat dit het enige bewijs is dat we de Heere Jezus oprecht liefhebben.” Tenslotte nog enkele woorden die we lazen op blz. 72: “Heb de mond maar niet vol van het werk van Christus vóór u, als u ons niet het werk van de Geest in u kunt laten zien.”

Maarten Luther, Door lijden tot heerlijkheid, 68 blz.9,90, Uitgeverij den Hertog - Houten. De ondertitel luidt: Verklaring van Jesaja 53. In Jesaja 53 wordt duidelijk gesproken over het lijden en de opstanding van Christus. In de verklaring van Jesaja 53 klopt het hart van Luthers theologie: ‘Hij mijn zonde en ik Zijn gerechtigheid.’ In 1544 gaf Luther een uitvoerige latijnse verklaring van Jesaja 53 uit. Enkele jaren later verscheen een verklaring van dit bijbelgedeelte in de Duitse taal, meer meditatief van aard. Deze verscheen in 1539 te Wittenberg. Luther behandelt Jesaja 52:13- 53: 12. In 1953 verscheen een nederlandse vertaling door dr. G. Oorthuys. Deze uitgave verschijnt nu onder de titel “Door lijden tot heerlijkheid. “Alleen de spelling is aangepast en enkele verouderde woorden zijn vervangen. De teksten in kleine hoofdletters afgedrukt betreffen Luthers vertaling uit het Hebreeuws. We nemen enkele regels over die Luther schreef ter verklaring van vers 10b Als Zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen. We lezen dan op blz. 55 “En hieruit volgt onwedersprekelijk dat geen mens voor zijn eigen zonde heeft kunnen genoegdoen. Want alleen het lijden van onze lieve Heere Jezus Christus is het rechte, genoegzame lijden tot betaling voor onze zonde en misdaad, gelijk de heilige profeet hier leert.” Een goede zaak in de lijdenstijd dit boekje te lezen en te overdenken.

Robert Murray McCheyne, Zo grote zaligheid, 64 blz.,6,90, Uitgave den Hertog- Houten. De auteur leefde van 1813- 1843. Hij is slechts 29 jaar geworden. Hij was in zijn leven predikant te Dundee in Schotland. Hij heeft grote bekendheid gekregen door zijn lied: ‘Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart.’ Het boekje dat we nu bespreken is uit het Engels vertaald door G.H.C. PasDonker. Het is verschenen in de serie ’Licht op de kandelaar.’ Het bevat zes meditaties over Hebr. 4. Op blz. 13 spreekt hij ernstig de kleine kinderen aan. “Kleine kinderen. Er staat een kostelijk woord in Spreuken 8: ‘Ik heb lief die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden.’Maar ach, hoe weinig mensen zoeken Jezus vroeg. Lieve, kleine kinderen, sinds ik hier dominee ben, ben ik het meest bedroefd omdat ik zie dat bijna niemand van jullie acht slaat op deze grote zaligheid. Stel je eens voor dat er een schip aan de kust lag dat klaar was om weg te zeilen naar de hemel. De blauwe vaan wapperde in de wind en alle witte zeilen waren klaar om gehesen te worden. Als dit de enige manier was waarop jullie zalig kunnen worden, hoe vurig zouden we jullie er dan toe bewegen om met je spel op te houden en met dit schip naar de hemel te zeilen. Hoe droevig zou het zijn als jullie om ons lachten of plezier hadden in jullie spel en daarom niet in beweging wilden komen. Hoe zouden jullie dan ontvlieden? Zo is het precies, kinderen. Jezus staat gereed, een grote Zaligmaker. Hij is bereid om jullie naar de heerlijkheid te dragen, maar jullie willen zelfs niet naar ons luisteren, als we jullie van Hem vertellen. Jullie zeggen: ‘Er is nog zoveel tijd.’Maar denk eraan dat velen jong sterven. Kijk naar de groene heuvels op het kerkhof. Je zult er veel vinden die kleiner zijn dan jij. Als je zou sterven, hoe zou je dan ontvlieden? En zelfs als je niet sterft, bedenk dan dat je hart elke dag harder wordt. Het wordt steeds meer als een steen. Al je je nu niet laat bewegen om God te zoeken, vrees ik dat je dat ook niet zult doen als je ouder bent. Bedenk toch: ‘Hoe zul je ontvlieden...?’De meditaties zijn separerend en ontdekkend. Zo lezen we op blz. 25 in een toepassing: “Hoe is het met u, lieve vrienden? Ik vrees dat velen tevreden zijn met het geloof van de natuurlijke mens. Ik ben bang dat de meeste mensen tevreden zijn met verstandelijke kennis of slechts kortdurende, vleselijke ontroering. Zijn de zaken van het Evangelie u ooit tot aangename spijze geweest? Hebt u ooit gevoeld dat de grote zaken van Christus en de eeuwigheid waar en zeker zijn, omdat ze zo’n overweldigende heerlijkheid hebben? Houd u niet bezig met onbelangrijk werk. Sommigen menen dat ze zeker naar de hemel zullen gaan, omdat ze onder de prediking van de prediking van het Evangelie gezeten hebben. Leer hieruit hoe ongegrond deze hoop is. Israel kwam om onder het Evangelie. Duizenden gingen verloren onder de prediking van Christus en de apostelen. En zo kunt u ook onder deze bediening omkomen. Sommigen menen dat ze veilig zijn, omdat ze in het Evangelie geloofd hebben. Bedenk dat het Evangelie tot uw schade zal zijn als het u niet zalig maakt. Als ik niet tot u gesproken had, zou u geen zonde hebben, maar nu hebt u geen verontschuldiging voor uw zonde.” Aan het einde van het boekje worden mooie dingen geschreven over de medelijdende Hogepriester. We lezen op blz. 64: “Mogelijk zult u geestelijke smarten moeten doormaken. Verachting, schande, smaad, bespuging. Diepe oorzaken van zielsbenauwdheid. U kunt bezocht worden met wolken, verberging, verlatenheid, bedekkingen van Gods aangezicht. Toch hebt u een medelijdende Hogepriester. Hij kent uw smarten. Hij is bezocht met uw verdrukkingen. Elke zucht die u ontsnapt, vangt Zijn oor op. Elke traan die uw oog vertroebelt, wordt in Zijn fles opgevangen. Elke pijnscheut die uw hart doorsteekt, doet ook het hart van Jezus beven. Als u op deze Hogepriester ziet, zult u van vreugde zingen in de donkerste nacht van tegenspoed. Hij heeft mij liefgehad vanaf het begin van de tijd. Hij heeft mij tot het einde toe lief.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2003

Bewaar het pand | 12 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2003

Bewaar het pand | 12 Pagina's