Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

THOMAS SHEPPARD. DE WARE BEKERING (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

THOMAS SHEPPARD. DE WARE BEKERING (6)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zij die zalig worden, worden met veel moeite zalig.

De poort is nauw. Een mens moet zwoegen en strijden om in te gaan. Alleen het wensen en begeren om zalig te worden zal niet in de hemel brengen. De weg naar de hemel wordt vergeleken met een wedloop. Het leven van een christen wordt vergeleken met een strijd tegen de wereld, de duivel en zichzelf.

Sheppard schrijft over vier nauwe poorten die men moet binnengaan om zalig te worden. De eerste is de nauwe poort van de vernedering. We lezen op blz. 116 “Het is gemakkelijk om enkele tranen te laten rollen en aangedaan te zijn onder een preek, maar een hart te bezitten dat vaneen gescheurd is vanwege de zonde, dat is een ware vernedering en dat is moeilijk.” Er is de nauwe poort van het geloof. Het is moeilijk om niets dan Christus te begeren. Er is de nauwe poort van het berouw. Het is niet genoeg te belijden zondaar te zijn, maar het komt aan op een zich afkeren van alle zonden en terugkeer tot God in al Zijn wegen en dat is moeilijk. En tenslotte is er de nauwe weg van de tegenstand van de duivel, de wereld en het eigen vlees.

Valse, gemakkelijke wegen. Iedere gemakkelijke weg is een valse weg. Er is de algemene brede weg, waarop gedacht wordt dat men niet zelf, maar dat wel vele anderen verdoemd worden. Er is de weg van een beschaafde opvoeding,, waardoor vele wilde naturen beteugeld worden. Er is de weg van Bileam, die bestaat uit goede wensen. Er is de weg van de vormelijkheid, waarbij de mens rust in zijn plichten zonder innerlijk leven. Vormelijke godsdienst brengt het geweten tot zwijgen. Uitwendig luisteren en bidden is gemakkelijk. Het is moeilijk echt te bidden. Er is de weg van aanmatiging waardoor mensen die hun zonden gezien hebben zich gemakkelijk Gods genade toe-eigenen. Er is de weg van de vadsigheid waardoor mensen niets doen en zeggen dat God alles moet doen. De weg van de zorgeloosheid, waardoor mensen zich koesteren met een valse hoop dat ze later zullen krijgen wat ze nu niet kunnen krijgen. Ze hebben de naam dat zij leven, maar zij zijn dood. De weg van gematigdheid of eerlijke voorzichtigheid, wat in werkelijkheid lauwheid is. Zulke mensen proberen het ieder naar de zin te maken. De weg van eigenliefde, waarbij een mens die vreselijk bang is dat hij verdoemd zal worden, de middelen waardoor hij zalig moet worden vlijtig waarneemt.

De grote oorzaak van het eeuwig verderf ligt in de mens zelf.

De eerste oorzaak van het eeuwig verderf is de onwetendheid. Onwetende mensen weten niet hoe het er voor staat tussen God en hun ziel, ze denken dat ze al goed genoeg zijn. De tweede oorzaak is vleselijke gerustheid. Ze stellen de boze dag verre van zich en hebben geen last van hun verschrikkelijke slavernij. De derde oorzaak is het vleselijk zelfvertrouwen, waardoor geprobeerd wordt door eigen plichten zalig te worden. De vierde oorzaak is schaamteloze verwaandheid waardoor men zich wil redden door schijngeloof wanneer gezien wordt dat de plichten ontoereikend zijn.

Onwetendheid.

Onwetende mensen kennen eigen ellende en verloren staat niet. Wie zijn ellende niet kent is verloren, ligt onder de toorn van God. Er zijn goddeloze, domme, onwetende mensen en er zijn beschaafde onwetende mensen. Sommigen zijn onwetend omdat het hen ontbreekt aan de middelen om zaligmakende kennis te verkrijgen. Er is niemand die hen getrouw en eerlijk waarschuwt. Er kan ook onwetendheid zijn omdat men geen tijd heeft om over de ellende na te denken. We lezen op blz. 124 “Menig mens krijgt menige bittere pil tijdens een preek, maar hij kan de tijd niet vrijmaken om erop te kauwen.” Er is geen tijd om na te denken over de dood, de duivel, God, de hel of de hemel en ook niet over zichzelf. Sommigen hebben wel de tijd, maar zijn bang om hun ellende te kennen. Men is bang om het ergste van zichzelf te weten. Oorzaak van onwetendheid is ook dat men de ellende niet ziet. Ze kijken door een valse bril. God Die hen gemaakt heeft zal toch niet zo wreed zijn dat Hij hen zal verdoemen. Ze voelen zich niet ellendig en daarom vrezen ze geen ellende. God zegent hen uitwendig, zou Hij dan niet van hen houden? Er kan hen geen onheil overkomen, want alle mensen zijn zondaars. Ze denken dat Gods genade en barmhartigheid boven de zonde staat. Ze menen dat Christus voor alle zondaars stierf. Ze hopen het goede en daarom zullen ze het goede krijgen. Ze denken zonder misbaar te maken over de zonde toch rustig als lammeren te zullen sterven. Ze menen dat hun begeerte en hart goed zijn. God geeft hen genade om veel goed te doen, dan is het alleen Gods schuld als zij verloren gaan.

Naambelijders bedriegen arglistig hun eigen ziel. Er is bij hen sprake van geestelijke dwaasheid van het verstand. Sheppard noemt zeven geestelijke stoornissen op. Er is sprake van aanmatiging in het verstand. Er wordt grote ophef gemaakt van geveinsde genade. Men verheft zich boven andere mensen. Er is koppigheid in het verstand. Men staat niet toe dat de eigenwaan wordt uitgerukt. Men wil van zichzelf niet geloven dat de staat slecht is. Ze hebben aanmerkingen op de waarheid alsook op de predikanten die de waarheid prediken. Mensen worden bedrogen door duisterheid van het verstand. Ze denken dat het genoeg is enkele dingen te doen die de wet van hen eist. Zonder de wet heeft de mens geen last van verdorvenheid in het hart. Paulus had voor zijn bekering een hoge dunk van zichzelf. De mensen worden ook bedrogen door de zelfverzekerdheid of slaperigheid van het verstand. Er wordt niet nagedacht over de zonden en men mist het licht om zichzelf te beoordelen. De preek betreft altijd andere mensen en nooit zichzelf. Het ontbreekt zulken aan ontdekkend licht om eigen gedragingen te kunnen beoordelen. Een mens kan denken en dromen dat alles goed met hem is. Een mens wordt bedrogen door de goddeloosheid van het verstand. Ze verspreiden valse geruchten over Gods volk en koesteren boze verdenkingen jegens hen. Als er een goed oordeel over Gods kinderen wordt uitgesproken wordt er alleen op de buitenkant gelet. Ze zien het innerlijk van Gods kinderen niet. Als ze zien dat Gods kinderen beter zijn en beter doen, willen ze niet tot de conclusie komen dat ze geen genade bezitten. Zo wordt koper voor goud aangezien. Een mens wordt ook bedrogen door de afgoderij van het verstand, waarbij de geest een vals beeld van de genade opricht en zich daarvoor neerbuigt. Een klein beetje algemene genade wordt voor ware genade aangezien. Wordt zo‘n mens gekweld door angstgevoelens dan begeert hij naar vrede en rust, het verlangen gaat uit naar de geringste mate van genade, hij verbeeldt zich dat de mate van genade die hij bezit ware genade is. Het wegwerpen van enkele vuile zonden en het doen van enige goede zaken vindt hij genoeg. Hij denkt een jonge, eerstbeginnende te zijn. Als hij sterft zal het wel met hem zijn. Als hij blijft leven zal het steeds beter met hem gaan. Ware genade is een zeldzame parel. We lezen op blz. 137 “De minste mate van ware genade verschilt even veel van de hoogste mate van algemene genade als een duivel van een engel.” De dwaling van het verstand is nog een oorzaak van de dwaling van een mens. Enige onrust van geest en enig berouw moet niet direct als waar berouw opgevat worden. Men heeft hooguit last van de kwalijke gevolgen van de zonde. Berouw houdt in dat een mens begint te treuren over de zonde als zijn grootste kwaad. Waar berouw doet treuren over alle zonden, steeds weer. Waar berouw doet een mens heel zijn leven wenen over zijn zonden. De tegenwerking van het geweten is nog niet de strijd van de geest tegen het vlees. Het geweten van Pilatus werkte tegen, maar Pilatus was onbekeerd. Het geweten kan zeggen dat er niet gezondigd mag worden,maar het hart en de wellusten zeggen dat ze moeten zondigen. De strijd van de geest tegen het vlees komt voort uit een dodelijke haat tegen de zonde. Het hart is niet oprecht als er enige goede genegenheid in wordt aangetroffen. Eigenliefde zal een mens zijn eigen goed en behoud doen zoeken. Een mens kan zelfs de eer van God op het oog hebben en toch verloren gaan. Een onbekeerd mens heeft slechts in sommige opzichten Gods eer op het oog, namelijk met het oog op eigen aanzien en eer. Gods kind heeft in alle opzichten Gods eer op het oog. Op blz. 141 geeft Sheppard het onderscheid aan tussen onbekeerden en bekeerden: “Als u meer verdriet hebt over de ontluistering van uw eigen eer, en uw eigen verliezen, dan over het verlies van Gods eer, dan is dat een duidelijk teken dat u Gods eer niet liefhebt, haar niet begeert als uw voornaamste goed, als uw hoogste doel.” Wie de zonde slechts als een zwakheid beziet, die ook in de allerheiligsten nog wordt aangetroffen, die legt zich gerust bij de zonde neer. Sheppard schrijft dienaangaande op blz. 142 “Nu, let erop dat er geen zekerder teken is dat een mens onder de bloedige regering en heerschappij van zijn wellusten en zonden leeft dan dat hij aan de zonde toegeeft, al is die nog zo klein en algemeen.” Van een heersende zonde wil een onbekeerd mens niet scheiden, vanuit een beschuldigend geweten zou hij hooguit tijdelijk ervan willen scheiden. Hij treurt enigszins over zo‘n zonde en geeft toe aan dit kwaad. Van een zonde uit zwakheid wil Gods kind wel scheiden, maar hij kan het niet, daarom treurt hij er zeer over.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2003

Bewaar het pand | 8 Pagina's

THOMAS SHEPPARD. DE WARE BEKERING (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2003

Bewaar het pand | 8 Pagina's