VRAGENRUBRIEK

Er liggen nog steeds vragen ter beantwoording voor mij. Nu wil ik graag de volgende vraag proberen te beantwoorden, die ik eerst, zij het enigszins verkort, zal weergeven.

“Er staat ergens in Gods Woord: God is een Geest, en die Hem aanbidden moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid. U zult begrijpen dat wij wel eens denken: hoe moeten wij God voorstellen, lichamelijk of geestelijk? In Genesis 3 lezen wij dat God wandelde in de hof. En wij lezen ook dikwijls dat God met diverse personen spreekt, zoals met Elia en Jeremia. Wij kunnen ons toch moeilijk God voorstellen als een wandelende en sprekende Geest! En Jezus noemt Zich zelfs de blinkende Morgenster, Openb 22:16. Gaarne uw reactie”.

We zullen het weer proberen!

God de Vader, de eerste Persoon is inderdaad een Geest. Dat zegt de Heere Jezus Zelf tegen de Samaritaanse vrouw, Joh. 4:24. De derde Persoon, Zijn Naam zegt het ons al, is eveneens een Geest, de Heilige Geest. De tweede Persoon, die wij kennen als de Zaligmaker, heeft in de tijd, de volheid des tijds, vlees en bloed aangenomen uit de maagd Maria. Voor Zijn komst op aarde had Hij dus nog geen vlees en bloed, zoals u en ik. Hij had voor Zijn komst in het vlees slechts één natuur, een goddelijke. U begrijpt dat wij er met eerbied over spreken. Wij hebben het over de eeuwige en heilige en Drie-enige God. Dat is een mysterie. Wij zijn mensen met beperkte kennis en na de val ook nog eens met een verduisterd verstand.

Maar wat is nu het wonder? Dat die heilige God Zich in Zijn goedheid wil openbaren! Hij wil Zich laten kennen aan een mensenkind. Voor de val en ook nog na de val. Hij spreekt tot mensenkinderen: Waar zijt gij? Hij zoekt de mens op. Andersom zal dat na de val niet gebeuren, helaas. Maar Hij zoekt, spreekt, openbaart Zich. Dat heeft Hij met name gedaan in en door de Zoon. Denk maar aan Hebr. 1:1. Daar lezen wij: “God, voortijds en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende, door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon”.

Dat noemen wij Zijn nederbuigende goedheid. Dat Hij Zich openbaart en Zich doet kennen is enkel genade. Het is door de Zoon, zo lezen wij dus, dat Hij sprak, Hij, God Zelf. Maar ook om de Zoon dat Hij Zich aan een mensenkind kan en wil openbaren. Buiten Christus is God een verterend vuur en een eeuwige gloed bij Wie niemand wonen kan. Christus is de weg tot God. Maar Hij is ook de weg van God tot een mens. Een groot wonder, vindt u niet?

Nu spreekt God over Zichzelf in Zijn Woord op een voor ons mensen begrijpelijke wijze. Ook voor wat Zijn verschijning, ook voor wat Hemzelf betreft. Inderdaad is God een Geest. Maar wat moeten wij ons daarbij voorstellen? Wij weten het niet. Hij heeft niet die ogen en oren die wij hebben, en toch kan Hij zien en horen. Hij ziet en hoort zelfs alles! “Zou Hij Die het oor plant (bij ons mensen) niet horen? Zou Hij Die het oog formeert (bij ons) niet aanschouwen?”, Psalm 94:9. God spreekt over Zijn hand, zelfs over Zijn gebit! Lees maar Jesaja 37:29. En zo sprekende weten wij precies wat Hij bedoelt. Hij spreekt dus mensvormig en ook dat is om ons te doen begrijpen. Nederbuigende goedheid inderdaad!

Nu heeft God op velerlei wijze gesproken, zo lazen we dus in Hebr. 1. We lezen ook dat Hij wandelde in de hof van Eden. In Genesis 3:8a lezen we: “En zij hoorden de stem van de HEERE God, wandelende in de hof, aan de wind des daags”. Toen onze eerste ouders zich vol schaamte in het struikgewas verborgen, merkten zij aan een bepaalde werking in de natuur, een bepaald ruisen van de wind, dat de Heere er aan kwam, namelijk om te onderzoeken wat er geschied was en ter verantwoording te roepen. Misschien dat de Heere Zich voor die tijd ook zo openbaarde, maar nu boezemde Zijn komst vrees en schrik in. Voor de val was Zijn aanwezigheid goed en aangenaam voor Adam, nu voelde hij een breuk, een scheur, een kloof, door zijn schuld!

God is een Geest, inderdaad. God heeft ook eigenschappen. Hij is bijvoorbeeld ook alomtegenwoordig. Zo was Hij daar kennelijk tegenwoordig, zonder dat Hij gezien werd, want God is een Geest, en een geest heeft geen vlees en beenderen. Waar zou ik Uwen Geest ontvlien? zingt Psalm 139. Lezer, hebt u ooit de nabijheid des HEEREN ervaren, hetzij in negatieve zin, zoals David toen hij Gods hand zwaar op hem voelde drukken, of in positieve zin, zoals bij Asaf, toen hij zei: Het is mij goed nabij God te wezen!

God sprak tot Zijn knechten, de profeten, door middel van dromen en visioenen. Zijn stem werd gehoord en de boodschap werd doorgegeven: Zo zegt de HEERE.

Als Abraham bezoek krijgt van drie gasten, blijken het twee engelen te zijn en de HEERE Zelf! Nu openbaart God Zich weer in mensengedaante. Maar dan moet u wel aan de tweede Persoon denken. Hij Die later vlees en bloed zou aannemen uit de maagd Maria, heeft ook onder het Oude Verbond Zich geopenbaard. Denk aan de zichtbare verschijningen van de zogenaamde Engel des HEEREN. De Naam HEERE betekent God in Christus, De God des Verbonds Die Zich openbaart om de Middelaar des Verbonds.

Denkt u ook aan Exodus 33:11a, waar staat: “En de HEERE sprak tot Mozes aangezicht aan aangezicht, gelijk een man met zijn vriend spreekt”. Later zegt de HEERE Zelf hiervan: “en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij, Mozes”, Numeri 12:8. Mozes bekleedde een bijzondere positie. Er was rechtstreeks verkeer tussen de HEERE en hem. Maar ook hier moeten wij weer bedenken dat de HEERE Zich aan Mozes vertoonde, in welke vorm en ‘gelijkenis’ dan ook, in en om Christus! Ook nu moeten wij weer denken aan de Tweede Persoon.

De HEERE had in en om Christus rechtstreeks verkeer met Mozes, omdat hij de middelaar van het Oude Verbond was, zoals Christus de Middelaar is van het Nieuwe.

Als Mozes aan de HEERE vraagt om aan hem Zijn heerlijkheid te tonen, zegt Hij: “Gij zoudt Mijn Aangezicht niet kunnen zien; want Mij zal geen mens zien en leven”, Exodus 33: 18 e.v. Hier spreekt weer de Eerste Persoon, voor Wie ook u en ik niet kunnen bestaan. Ook Mozes had een Middelaar nodig, ook hij kon voor die heilige God niet bestaan. Maar Mozes heeft dan toch wel iets van die ontzagwekkende heerlijkheid des HEEREN gezien, toen de HEERE Zijn hand als het ware van Mozes wegnam. Toen heeft Mozes een glimp van die grote heerlijkheid Gods opgevangen. Zijn ‘achterste delen’ noemt de Schrift dat.

Met de beantwoording van de vraag zijn we nog niet klaar. Maar voor nu genoeg. Zullen wij voor Hem, voor Wiens Aangezicht wij allen eenmaal zullen staan, kunnen bestaan, dan is het zo nodig dat wij ons leerden bergen in de Arke der Behoudenis, Jezus Christus. Buiten Jezus, de Middelaar Gods en der mensen, is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen