Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

J.J. VAN DER SCHUIT 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

J.J. VAN DER SCHUIT 7

Het dankgebed na de doop

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet onbelangrijk om daarbij stil te staan. Ook van der Schuit heeft dit gedaan. Dit houdt verband met allerlei gedachten. Want het dankgebed heeft veel stof tot misverstand gegeven. Hoe het nu is weet ik niet maar het is voorgekomen dat het dankgebed zoals het staat in het formulier na de doopbediening werd nagelaten en men de bediening afsloot met een eigen vrij gebed. Immers men concludeerde uit het dankgebed, dat de vaderen alle kinderen van de zichtbare kerk hielden voor wedergeborenen. Dit geeft op zich te denken: daar men de gedachte was toegedaan, dat de vaderen met meer Geesteslicht bedeeld waren dan wij en de tijd, waarin zij leefden moet gezien worden als de bloeitijd van de Kerk. Heeft men kritiek op het liturgisch formulier, dan moet men wel gefundeerd, gemotiveerd te werk gaan. Dat er vragen kunnen zijn, is te vatten. Immers het dankgebed heeft zeer sterke uitdrukkingen. Immers het begin van het dankgebed luidt als volgt: Almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken en loven U dat Gij ons en onze kinderen door het bloed van Uw lieve Zoon Jezus Christus al onze zonden vergeven en ons door Uw Heilige Geest tot lidmaten van Uw eniggeboren Zoon en alzo tot Uw kinderen aangenomen hebt en ons dit met de Heilige Doop bezegelt en bekrachtigt. Wanneer nu deze belijdenis niet recht gezien wordt, komt men tot een uitspraak die geen recht doet aan het belijden van de vaderen. Van der Schuit zegt: enerzijds het dopen op grond van de veronderstelde wedergeboorte, of de aanwezigheid van de wedergeboorte, anderzijds het dopen op grond van mogelijke uitverkiezing, want we weten niet of het kind uitverkorenen is. Dit zijn speculaties. De gevolgen daarvan blijven niet uit. De doop kan leiden tot een rustpunt of heeft alleen waarde, wanneer in het leven van de dopeling blijkt dat men uitverkoren is. Echter, de Kerk des Heeren dankt voor de nooit genoeg te bewonderen zaak, dat de Heere haar en haar zaad tot een God is. Hij schenkt de belofte van vergeving der zonde, de aanneming tot kinderen en het eeuwige leven. En die belofte wordt door de doop bezegeld en bekrachtigd. Met nadruk zegt van der Schuit daar staat niet: en ons dit door de Heilige Geest bezegelt en bekrachtigt. Wanneer er stond ‘door de Heilige Geest’, dan zou de doop een subjectieve genade verzegelen en dat is ongerijmd. In zijn onderwijs wijst professor van der Schuit ook op zondag 25 van de Heidelberger Catechismus waar gesproken wordt dat de doop de belofte verzegelt. Hierbij moet betrokken worden wat in antwoord 74 staat als het gaat over de kinderdoop.

Volwassenen zowel als kinderen zijn in het verbond van God en Zijn gemeente begrepen. Hun allen wordt toegezegd de verlossing der zonden door het bloed van Christus en de Heilige Geest, Die het geloof werkt. Voor die toezegging, voor die belofte wordt nu in het formuliergebed gedankt. Want de Kerk des Heeren is ervan verzekerd dat Hij Die het beloofd heeft, het ook doen zal. Hier is dus het geloof aan het woord, het geloof in de gewisse beloften van God. Die beloften hebben het heil des Heeren tot inhoud voor het leven en sterven tot in eeuwigheid. Hoewel die beloften nog gerealiseerd moeten worden, voor het geloof zijn zij reeds vervuld. In de Heilige Schrift komen we het tegen: als het geloof gelooft, is er geen sprake van overmoed maar van geloof in het doen van de Heere, namelijk de vervulling van Zijn beloften. Laten we denken aan wat we lezen in Jesaja 5: ‘want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij is op Zijn schouder en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.’ We kunnen de belijdenis van Job erbij betrekken. We weten ook waartoe Abraham kwam na het spreken des Heeren over zaad. Dus in het begin van het dankgebed spreekt het geloof in ‘s Heeren belofte en de dank ervoor. Dat de opstellers van het formulier er niet vanuit gingen dat alle gedoopten automatisch in het heil van de Heere gaan delen, blijkt wel uit de verdere inhoud van het gebed. Direct na het dankgebed volgt het smeekgebed denkend aan de kinderen die in de doopdienst gedoopt zijn. Vandaar dat we lezen: wij bidden U door Hem, Uw lieve Zoon, dat Gij deze gedoopte kinderen met Uw Heilige Geest altijd wilt regeren opdat zij christelijk en godzalig opgevoed worden en in de Heere Jezus Christus wassen en toenemen. Om de machtige en krachtige werking van de Heilige Geest wordt gebeden, zodat de Heilige Geest mag wonen en werken in het leven. Heerschappij mag hebben over het leven. Dat betekent dat wedergeboorte en bekering mogen blijken en het leven als onderdaan van de Koning. Maar hoe moet nu het woord ‘wassen’ gezien worden? Ik wil doorgeven, wat ik hoorde en gelezen heb: Evenals Israels kinderen zijn de kinderen van nu in het verbond gelijk alle ranken één zijn met de wijnstok. Nu leert de Heere Jezus in Johannes 15 dat er tweeërlei ranken zijn. Ranken die vrucht dragen en ranken die het niet doen. Vandaar dat er een tweeërlei in-zijn in Christus is, gelijk er een tweeërlei in - zijn is in de Kerk. Van der Schuit zegt: men kan met Christus verbonden zijn, maar niet leven uit en door de levende Christus. En dan is er geen geestelijk leven en geen geestelijke groei. In het gebed wordt om groei gebeden, opdat de kinderen vruchten mogen voortbrengen en niet als dode leden verloren gaan, maar als levende leden geestelijke groei vertonen. Dan zullen ze een hart en oog hebben voor Gods genade, goedheid en barmhartigheid en die ook belijden met hart en mond. En het wordt gezien in de daad. Samenvattend: De Kerk behoort te danken voor wat de Heere beloofd heeft en er mag gebeden worden om wat de Heere naar Zijn Woord doet in het leven. Tegen jongeren moet gezegd worden: toon de Heere je voorhoofd. Daarop liggen vast: de namen des Heeren. Bidt om het kennen van de drie-enige God en Zijn werk. Het leidt tot zaligheid en het sterkt in de tijd van zielsverzoeking en van strijd. Wordt de doop verstaan en beleefd dan zal in het christelijke gezin, in de maatschappij en in de staat de Gods des Verbonds, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest verheerlijkt worden. De doopsbeleving staat niet los van het kennen van onze zondestaat, de verlossing door Christus en het leven der dankbaarheid. Hieraan mag niets toegevoegd worden of hiervan mag niets veranderd worden. Waarvan acte ook in 2004!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's

J.J. VAN DER SCHUIT 7

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2004

Bewaar het pand | 12 Pagina's