SAMENVATTING VAN DE PREEK OVER....

De vreze des Heeren en de beoefening van de theologie zijn geen zaken die elkaar uitsluiten. Integendeel, deze beide zijn juist nauw op elkaar betrokken. Wetenschappelijk bezig zijn zonder persoonlijke kennis van de genade maakt opgeblazen, en een dominee die niet studeert is niet bekeerd. Aan onze theologische opleiding willen we ons laten leiden door hetgeen Gods Woord ons leert: de vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid. Dat hoort in goede harmonie bij elkaar.

Het belang van de wijsheid van God,

1. het gebrek aan,

2. het gebed om,

3. het geschenk van die wijsheid.

Wijsheid is een begerenswaardige zaak. Want het gaat niet om geleerdheid; dit is niet een zaak van het intellect (alleen), het raakt de dagelijkse levenspraktijk, onze omgang met God en mensen. Het is de wijsheid die het juiste zicht geeft op moeilijke situaties en Gods hand daarin onderkent, leder heeft op eigen plaats deze wijsheid nodig: de regering om het welzijn van ons volk te behartigen, ambtsdragers om de gemeente van Christus leiding te geven, ouders bij opvoeding van hun kinderen. Studenten aan onze universiteit om de leerstof eigen te maken; wijsheid voor hoogleraren en studenten om op goede wijze de kennis over te dragen vanuit het inzicht in de hen toebetrouwde vakken. Van onszelf missen we de wijsheid om deze taken goed te kunnen volbrengen.

Bovenal moet ieder mens wijs gemaakt worden tot zaligheid. Hebben we daar kennis van? Hoe werkt God de verlossing van Zijn volk? Hoe functioneert de bekering in het leven van de “twee-mens”? Hoe krijgt Christus gestalte in het leven van de gelovige? Van nature verstaan we dit niet. In dit alles moeten we wijsgemaakt worden door Gods Woord en Geest.

Onze grootste dwaasheid is dat we in het paradijs het leven buiten God hebben verkozen. Door die val kennen we God niet, hebben we geen zicht op Zijn heilswerk en is er geen plaats voor de verdiensten van Christus.

“Indien iemand van u wijsheid ontbreekt” - we hebben allemaal gebrek aan deze wijsheid! Je kunt geleerd zijn, zelfs hoogleraar in de theologie, en toch de ware wijsheid missen. Het gaat om de levenswijsheid in de vreze des Heeren. Hoe onderken je Gods leiding met Zijn kerk? De jodenchristenen aan wie Jacobus schrijft kennen veel strijd en problemen. Ze maken veel beproevingen mee. Om dan toch te vertrouwen dat de Heere er bij is en alles in Zijn hand houdt, om dan in verzoeking te volharden in het geloof - daarvoor is wijsheid nodig. Het juiste zicht op Gods leid ng en bedoeling. Die wijsheid bezitten we niet van onszelf.

Er is geen waar geloof zonder beproeving. Want Gods werk moet aan het licht komen. Wat hebben we daarvoor wijsheid nodig om het kruis te dragen en de beproeving te doorstaan! Om in te zien: God staat er boven en wil het heiligen. Dan is er wijsheid nodig om te volharden en zo tot geestelijke rijpheid te komen. Wat hebben we het vaak moeilijk om tegenslag te verwerken en teleurstelling te aanvaarden. Geen inzicht en doorzicht. Dan weet ik niet hoe het verder moet. Ik doorzie niet wat God hier mee wil. Het ontbreekt me aan wijsheid!

Ook in geestelijk opzicht kom ik wijsheid te kort: hoe krijg ik ware zondekennis? Wanneer kan ik van de enige troost getuigen? Kreeg ik maar zekerheid! En je mist het juiste zicht op de genade en leiding van God.

Volgens de kerkorde heeft een hoogleraar de taak om de Heilige Schrift uit te leggen en de zuivere leer te verdedigen. Wat is daarvoor wijsheid nodig, inzicht in de samenhang van Gods heilsopenbaring.

Achtergronden van dwalingen doorzién, onderscheiden wat de betekenis van Gods woord is,wat is naar de zin van Gods Geest? Wie is hiertoe bekwaam?

Het ontbreken van wijsheid is schuld. Want de oorzaak is onze dwaasheid! Toch wordt voor zulken de weg gewezen om wijs te worden: bid de Heere!

2. Het gebed om die wijsheid.

Jacobus wekt op: begeer die wijsheid van God! Vraag het van de Heere. Ook Salomo heeft dat gedaan. De Heere verscheen aan Salomo: begeer wat Ik u geven zal! Een ruim aanbod. De Heere stelt geen beperking. Salomo had om rijkdom kunnen vragen, eer en macht. Maar hij vraagt: geef me wijsheid en wetenschap! Salomo overziet zijn grote taak - bij het leiding geven aan Israel, moet hij recht spreken. Daarvoor is inzicht nodig, het vermogen om te onderscheiden tussen goed en kwaad. Dat vraagt hij van de Heere.

Br. Baars is geroepen tot een verantwoordelijke taak. Hij moet Gods Woord onderwijzen. Laat dat biddend gebeuren. De Heere vragen om de nodige wijsheid. Geeft U me kennis van Uw genade en wegen. Geef me inzicht in Uw Woord, wijsheid om dat Woord te vertolken, temidden van allerlei opvattingen in de theologie. Dat ieder in ootmoed de Heere mag bidden om wijsheid tot zaligheid, hoe ik met God word verzoend, hoe de weldadigheid van Christus mijn deel kan zijn. Dat ik leven mag van Zijn genade.

Salomo bidt om wijsheid om voor dit volk te kunnen uitgaan en ingaan.

Dat is het volk van Gods verbond; dat volk moet geleid worden in overeenstemming met Gods wil. Salomo mag niet regeren volgens eigen inzicht. Hij mag niet handelen volgens eigen wetten. De koningen van andere volken waren uit op eigen eer en het volk was er om hen te dienen. Maar Salomo beseft: ik moet het volk dienen, in de kracht en tot de eer van God! En dat kan hij niet uit zichzelf. Vandaar het gebed: geeft U me wijsheid!

We zijn een kerkelijke opleiding; predikanten en werkers in Gods Koninkrijk worden toegerust om gelovigen te dienen. Laten we aan onze universiteit dit voor ogen hebben. Het gaat er om dat zij goed worden opgeleid. Dat zij Gods kerk mogen dienen. Dus niet eigen eer of voordeel zoeken, maar dat ik dienstbaar mag zijn! Geeft U me daarvoor wijsheid.

Salomo beseft: de Heere is Koning van dit volk. Ik moet het koningschap uitoefenen in gebondenheid aan Zijn Woord. Zijn eigen onbekwaamheid spreekt hij uit voor de Heere. Wie zou dit Uw groot volk kunnen richten? Waar leeft het gebed om wijsheid? Als je er gebrek aan krijgt, als je inziet: het ontbreekt mij. Wat een bemoedigende nodiging is het dan: begeer het van God. Zij die dwaas zijn in zichzelf en niet weten hoe het moet, mogen het van de Heere vragen.

Dit bidden is vrucht van Gods heilsopenbaring. Uit onszelf doen we het niet. Gods Geest werkt het in de zondaar dat hij om die wijsheid gaat vragen. Door ontdekkend licht ga je zien: het leven zonder God is dwaas. Laat het dan op ons hart gebonden zijn: leer me naar Uw wil te handelen! Dan word ik nooit de man met de titel die het zo goed weet. Tegenover de Heere altijd in het gemis, want bij het verklaren van Gods Woord kom je altijd weer voor de onmogelijkheid te staan. Wat krijgen we Gods Geest dan nodig om te vragen: wat betekent dit Woord? Het is genade dat je er dan om mag vragen.

Begeer het van God. Het is een vragen met aandrang. Vanuit de sterke behoefte, maakt U het mij bekend, anders blijf ik in mijn dwaasheid! Dringen we sterk aan bij de Heere? Hoe meer je studeert in Gods Woord, des te meer de begeerte: dat Uw Geest mij ware wijsheid lere!

Wie gelovig mag bidden om die wijsheid, zal het ontvangen, want God geeft mild en zonder verwijt.

3. Het geschenk van die wijsheid.

Jacobus schrijft n zekerheid: zij zal hem gegeven waden. Deze belofte is gegrond in het werk van Christus. Door Zijn verdienste is God de gevende God. Het gei/en hoort bij Hem. Want Hij heeft zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard. Zil Hij ons met Hem niet alle dingen schenken? Om het volbrachte werk van de Borg, geeft God mild en zonder verwijt. De Heere zou terecht ons verwijten kunnen maken: weetje het nu nog niet? Maar Hij doet het niet Hij schenkt steeds wijsheid op het gebed. Dat is een wonder voor een dwaas in zichzelf. Christus is de wijsheid Gods. Jezus heeft in Zijn zondaarsliefde een volmaakt werk gedaan door te sterven aan het kruis. Is dat nu wijs? Niet de macht grijpen rraar het lijden aanvaarden!? Hier vergaat de wijsheid der wereld. Het kruis spreekt toch van zinloosheid, aan het kruis is toch alleen voor een dwaas plaats? Als Gods Geest ons verlicht, gaan we verstaan: Jezus geeft daar Zichzelf, Hij brengt het offer en Zijn bloed tot verlossing van Zijn volk. Zo is Hij de borg en Zaligmaker. Her is de wijsheid! Dit is Zijn gave! Het behaagt God door het kruisevangelie zondaren zalig te maken. Dan beleef je eigen dwaasheid; er is ergernis aan het kruis! Zalig als dat door genade wordt doorbroken.

Het wordt een wonder: God maakt een dwaas mens wijs. Want aan Jezus heeft God al mijn dwaasheden verweten! Dan leer ik Gods wil verstaan. Hij kastijdt ieder die Hij lief heeft. Hij doet alles meewerken ten goede. Dan komt er vreugde als je in beproeving verkeert. Laat Hem besturen, waken, het is wijsheid wat Hij doet.

Dwazen kunnen nog wijs worden. Zo word ik door het kruis geworpen op Zijn gerechtigheid. Dan moet ik het van dat geschenk, die leiding en dat inzicht dat de Heere geeft, hebben. Met wat de Heere geeft word ik nooit wijs in eigen oog. Ik word dwazer in mezelf en de wijsheid van God wordt me dierbaar.

Bedrijft men in Apeldoorn nog theologie in gebondenheid aan Schrift en belijdenis? Is dat niet achterhaald? Integendeel, als we de betrouwbaarheid van de Schrift loslaten-wat wijsheid zouden we hebben? Als we dit geschenk als een genadegave mogen kennen, stellen we onze wetenschapsbeoefening in dienst van de Gekruisigde.

Dat raakt het hart. Want als Salomo moet recht spreken tussen die twee moeders, zegt hij: snijdt dat kind in twee stukken! Waarom handelt hij zo? God geeft hem inzicht in het moederschap. Zo vindt hij de weg naar het moederhart!

Dat is de zegen van dit geschenk. Samen theologie bedrijven als zaak van verstand en hart, van wetenschap en vroomheid beide. Gevormd door Gods wijsheid dienstbaar zijn aan Zijn Koninkrijk.

Van Zijn kant houdt de Heere in Zijn gave niets achter, wij mogen ook onbeperkt bidden om Zijn wijsheid. De Heere geeft graag want Hij wil zondaren wijs maken tot zaligheid. Mag die vreugde het geheim zijn van onze opleiding? Met blijdschap die wijsheid van God betrachten: in niets anders roemen dan in het kruis van Christus. Dan zullen we in het hemelse koor met aanbidding mogen getuigen: de lof en heerlijkheid, de lof en dankzegging zij onze God in alle eeuwigheid! Amen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen