Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKBEZOEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKBEZOEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de behandeling van allerlei vragen die tijdens de visitatie gesteld worden, wil ik mij niet binden aan de volgorde zoals het regelement deze aangeeft. Ik houd me niet aan een bepaalde opzet als het gaat om de verschillende vragen.

Vandaag iets over de opkomst van de gemeente onder de diensten des Woords. De vraag naar het kerkbezoek wordt duidelijk aan de orde gesteld. Vanzelfsprekend. Het is een wezenlijk element in het gemeentelijke leven. Hoe leeft de gemeente mee met de wekelijkse verkondiging?

Rond dit thema bestaat een zekere verlegenheid. Veel kerkenraden zitten ermee dat de diensten steeds minder belangstelling trekken. Het kerkbezoek taant en neemt af. Meestal wordt dit als een negatief verschijnsel aangemerkt, maar dat is niet altijd zo. Er zijn ook wel ambtsdragers, die de zondagse trouw in de diensten minder negatief beoordelen.

Hoe zou het komen, dat de kerkdienst met de preek niet meer zo hoog wordt aangeslagen? Er zijn meerdere oorzaken te noemen.

Modern bezwaar

In de eerste plaats leven we in een visueel ingesteld tijdperk. Het is nu eenmaal zo dat velen, ook binnen onze kerken, opgegroeid zijn met de Televisie. Showmasters beschikken over allerlei middelen om de aandacht van het publiek te trekken. Uitgedost en opgedirkt, met een handig gebruik van camera en microfoon, weten zij de aandacht te boeien. Het gesproken woord wordt verlucht met allerlei flitsende beelden. Het luistert makkelijk. Je hoeft niet diep na te denken, zo lijkt me. De media hebben macht. Ze beïnvloeden de massa en ze maken in zekere zin uit hoe we moeten denken over de actualiteit. Sympathie en verguizing worden grif de huiskamer ingedragen en overgedragen op de kijkers.

De dominee op de kansel staat in een heel andere omgeving. Hij beschikt niet over al die middelen, die de media ten dienste staan. Hij brengt het Woord in onopgesmukte vorm, en dan nog wel het Wòòrd. Dat betekent ook inhoudelijk een groot onderscheid. Onderwerpen van de ombudsman of die uit de actualiteit, lenen er zich voor om erover door te praten. Maar het Woord van God lijkt veelal die macht niet in die mate te bezitten. Een mooie preek, zo zei laatst een ambtsdrager, maar wat kun je ermee in de wereld van alledag? De kansel staat te ver weg van het maatschappelijk gebeuren, zo vinden velen. Zowel vorm als inhoud stellen de moderne mens teleur. Veel christenen, ook onder ons, gaan ervan uit dat de traditionele kerkdienst zijn tijd gehad heeft. Er gaapt een kloof tussen de kansel en de kerkbank. Je loopt regelmatig aan tegen mensen die Ds. “Arie van der Veer” verkiezen boven de gewone dienst op zondag. Het wordt immers op dezelfde tijd uitgezonden als waarop de kerk haar deuren ontsluit. Paulus heeft in zijn dagen reeds geworsteld met wat hij noemt, de dwaasheid der prediking (1 Cor.1:21). Dat had dan vooral met de inhoud te maken, al waren er toen ook mensen die vonden dat zijn presentatie te weinig indruk maakte (2 Cor.10:10). Joden ergerden zich aan zijn preken en Grieken haalden verachtelijk de schouders op. Het kruis van Christus kon hen niet boeien. Het stond haaks op het levensgevoel van de Griek, die juist de voorkeur gaf aan welsprekendheid en allerei meeslepende onderwerpen. Zij zochten wijsheid en geen dwaasheid.

Deze gedachten keren in onze tijd versterkt terug. Als anderen enthousiast praten op maandag over de sport van gisteren, dan wordt het moeiijk om te spreken over een onderwerp uit de preek. Feitelijk is het toch ten diepste zo, dat het kruis van Christus niet boeit en echt overkomt bij de mens van nu. Een stadion vol juichende mensen is intens betrokken bij het spel van een bal van dertig centimeter doorsnee, maar de kerk met een boodschap op leven en dood kan zonder meer niet rekenen op de werkelijke landing van het Woord.

Sluiten we onze ogen niet voor de werkelijkheid. De tijd lijkt voorbij dat mensen met heilbegeerte uitzagen naar de preek in de hoop dat de Heere wilde spreken tot het hart. Natuurlijk zijn er ook nu nog mensen die met vreugde in de kerk komen, maar hun aantal is wel sterk teruggelopen.

Bijbelstudie en cursus

Een andere oorzaak van de afnemende intersse bij de kerkdiensten is te zoeken in allerlei andere kerkelijke activiteiten, die er zijn. Om die reden vinden sommigen het ook niet eens zo erg dat de kerk minder gevuld is ‘s zondags. Er zijn immers wel bijbelstudie-avonden en er zijn ook cursussen die verrassend veel mensen trekken. De preek wordt als moeilijk ervaren, maar een cursus mag daarentegen weer best tot doordenken stemmen. Tijdens al zulke bijeenkomsten kunnen we meespreken en kunnen we iets terug zeggen; op die manier kunnen we echt communiceren. Wat hiervan te zeggen?

Het is heel goed dat mensen willen deelnemen aan het proces van Bijbelonderzoek. De zondagse dienst voorziet niet in al onze behoeften. We hebben ook contacten nodig met anderen en we zitten met vragen, die we graag stellen in de kring van geïnteresseerden. De werkweek vraagt ook om invulling.

Toch zou het beter zijn zuke activiteiten te zoeken in het gemeentelijke verenigingsleven. Daar wordt de mogelijkheid geboden om in gesprek te gaan over het Woord van God. Bijbelstudie, hoe goed ook op zichzelf, staat te los van het gemeentelijke leven en mist een officiële lijn met kerkenraad en gemeente. De gesprekken zijn vrijblijvender en er is geen ambtelijke leiding. Laten we trachten in de gemeente opbouwend bezig te zijn. Het zal op den duur blijken dat we met deze ontwikkelingen achter op geraakt zijn en de schade is dan onherstelbaar. Deze zaken bieden in ieder geval geen alternatief voor de prediking.

Ik merk dat de opkomst in de kring van gemeenten rond ons blad aanzienlijk beter is dan in meer modern getinte gemeenten. Dat is natuurlijk geen verdienste, maar we mogen wel dankbaar zijn, dat de middelen er nog zijn en dat de kanalen voor het werk van de Heilige Geest nog bestaan.

Geestelijk verval

Een derde oorzaak ligt naar mijn gedachte in het dalende peil van het geestelijk leven. Ik kan mij goed voorstellen dat de preek zijn kracht verliest, als we daarin niet echt de stem van de Heere beluisteren. Zonder Hem wordt het allemaal een menselijk gebeuren. Het werd reeds aangetoond dat we als kerk niet kunnen concurreren met de flitsende stijlen van de wereld. We moeten gaan inzien dat de Geest van Pinksteren het alleen kan doen. Er was aan Petrus niets bijzonders en hij had zelfs allerlei dingen tegen, zo kort na de verloochening. Het deed er ook geen goed aan dat het Galileërs waren die getuigden van de opstanding. Bovendien waren de hoorders zeker niet in de dispositie om welwillend te luisteren. De spits van de preek was vlijmscherp en diep ontluisterend voor de menigte. Zelden bestond er zo’n grote afstand tussen de hoorders en de prediker. Maar de preek werd door de werking van de Heilige Geest een onwederstandelijk wapen om de mensen te raken. De boodschap van de Pinksterpreek ging over een onderwerp, dat in de publieke opinie van die dagen alleen maar smaad en verachting opriep. Maar de mensen raakten in de diepste crisis en zij werden in enkele ogenblikken andere mensen. Zou de Heere nu niet machtig zijn om dezelfde wonderen te doen? Snijden onze contra-argumenten rond de preek werkelijk hout als we denken aan de preek van Petrus? Zegt Pinksteren ons niet dat wij iets wezenlijks missen, dat er toen wèl was? Maar worden we ook niet duidelijk bepaald bij het feit, dat de Heere door die dwaasheid der prediking wil werken, ook nu nog? Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn? Hij kan ook nu nog Zijn Woord gebruiken. Maar dat vraagt van ons dat we de crisis onder ogen zien en vanuit de nood tot de Heere gaan roepen. Er is ook voor het heden nog alle hoop. Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in der eeuwigheid. Daar ligt ook de verwachting voor de prediking. Dus niet alleen rustig doorgaan met preken en luisteren zonder meer, maar in het geloof gaan smeken om gescheurde hemelen. Dan zal Gods Woord niet ledig wederkeren maar het zal doen hetgeen Hem behaagt. Jonathan Edwards hield ooit een preek, waarin hij zijn hoorders op een bijzonder ernstige wijze beschuldigde van hun zonden en tekorten. We zouden een totale afwijzing hebben verwacht. Het werd echter het startschot tot een grote opleving. Als de Heere werkt, kan niemand dat tegenhouden. Daarom moeten we ons niet laten ontmoedigen door de vele argumenten die in onze tijd gebruikt worden tegen de prediking van het Evangelie. Onze Catechismus geeft een duidelijk antwoord op de vraag vanwaar het geloof komt. “” Van de Heilige Geest, Die het geloof in onze harten werkt door de verkondiging van het Heilig Evangelie en het sterkt door het gebruik der sacramenten” (zondag 25). Het woord “prediken” met afleidingen komt ongeveer 125 keer voor in de Bijbel. Het is een centraal woord. Het deed voorheen krachtige daden, dat zal en kan het ook nu nog doen. Als we dan van mening zijn dat er geen nut uit voortkomt, dan is het dringend nodig dat we onderzoeken wat daarvan de oorzaken zijn.

Ik denk aan Jona. Zijn prediking in Ninevé is wel heel opmerkelijk. Men zou kunnen verwachten dat er geen enkel nut van verwacht kon worden. Om drie redenen. Om de prediker, om de hoorders en om de preek. De prediker immers was vaak niet op zijn plaats. Hij zou in onze tijd misschien ook wel van zijn taak ontheven zijn geworden. Hij deserteerde en hij had maar moeite genoeg met zijn opdracht. De hoorders waren eveneens ver beneden peil. Het waren heidenen die het oordeel over zich hadden ingeroepen. Een definitief oordeel. En dan de preek. Zou deze gehouden worden in de meeste kerken in Nederland, dan zou deze volkomen afgekeurd zijn geworden vanwege een gemis aan evangelische inhoud. “Nog veertig dagen, dan zal Ninevé worden omgekeerd, Amen”. Ondanks deze drie ernstige belemmeringen sloeg de boodschap in. Laten wij ons onderzoeken hoe het komt, dat zovelen klagen over een tekort aan communicatie rond de prediking. Er is moed voor de prediking, ook nu en de vrucht zal groter zijn dan die van de TV, omdat de Heere op Zijn tijd Zijn Woord zal stellen tot een lof op aarde. Missen we dit nog, vragen we dan met Jesaja: “Hoe lang, Heere?” De Heere Zelf zal eens op Zijn tijd de vrucht op Zijn Woord openbaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's

KERKBEZOEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2006

Bewaar het pand | 12 Pagina's