Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De praktijk der godzaligheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De praktijk der godzaligheid

WELK EEN ONDERWIJS UIT DE CEL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Tim. 2:11-13

Zelfbezinning is noodzakelijk. Voor iedereen. Dus ook voor ambtsdragers. Het Woord van de Heere wijst daarop. Automatisme komt niet alleen in de gemeenten voor. Het kan ook zijn onder ambtsdragers. Bijzonder vandaag moet er zelfbezinning zijn in het licht van de Heilige Schrift.

Het leven beschreven voor en van ambtsdragers mag niet onbekend zijn. Daar predikanten een voorbeeldfunctie hebben behoort het leven naar de Schriften te zijn. Daar staat persoonlijke beleving niet buiten. Waar nu Paulus in zijn brief aan Timotheüs op wijst, behoort praktijk te zijn. Het is een getuigenis niet alleen voor zelfbezinning maar ook voor het onderlinge gesprek. Komt het nog voor dat ambtsdragers, bijzonder predikanten, met elkaar spreken over eigen persoonlijk leven? Het kan veel betekenen voor eigen leven. Tot opscherping, maar ook tot bemoediging. Het meeleven met en het denken aan elkaar wordt er door versterkt. Welk een zekerheid wordt door Paulus gesteld in het strijdperk van het leven. Een zekerheid waar hij zelf ook van overtuigd is. Vandaar zijn schrijven in de wij vorm.

Maar met nadruk begint hij te zeggen: dit is een getrouw woord (vs. 11). Het is betrouwbaar. Het is waarachtig. Indien wij met Hem gestorven zijn, zo zullen wij ook met Hem leven (vs. 11a). Wat nu Paulus schrijft is onze overdenking waard

Zekerheid

Op welk een zekerheid wijst Paulus. Het gestorven zijn met Christus leidt tot een leven met Christus. Nu kan het gestorven zijn en het leven met Christus in tweeërlei zin opgevat worden. Althans zo wijst de verwoordingsvorm daarop. Het proces wat iedere christen kent: sterven en leven. De afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. In zondag 33 wordt dit zo duidelijk naar de Schriften beschreven. Het gaat daar over de waarachtige bekering. Wie door de genade van de Heere tot nieuw leven is gekomen kent dit proces. Het eerste neemt bij de dood een einde. Het tweede, namelijk het leven met de Heere, zet zich voort tot in eeuwigheid. Nu moet er om s Heeren wil ook geleden worden. De voetstappen van de Heere Jezus moeten gedrukt worden. Kruisdragen is niet vreemd. Smaad, hoon, verachting, loslating kan om Christus wil en zo om Zijn Woord plaatsvinden. Paulus was daar geen vreemdeling van. Ook Timotheüs bleef het niet onbekend. Is daarom het leven van een christen wel zo aantrekkelijk? Tot bemoediging schrijft Paulus: Timotheüs, indien wij met Christus gestorven zijn, zo zullen wij ook met Hem leven. Samen met. Welk een overtuiging. Welk een zekerheid. Jezus Christus is in het stervensproces aanwezig alsook in het levensproces. Het leven van een christen is niet uitzichtloos. Paulus gaat nog verder want hij weet meer. Het onderwijs wat hij ontvangen heeft van de hoogste Profeet en Leraar blijft voor hem leven, het is vruchtbaar voor hem. Wat werkt het Schriftonderzoek, de prediking, bij ons uit? Wanneer we het kennen ook als ambtsdrager dan kunnen we anderen in het strijdperk van het leven steunen. Bemoedigen. Wetend waar we over spreken, waar we op wijzen. Want het is zeker. Zo moeten we ook lezen wat Paulus zegt: indien wij verdragen wij zullen ook met Hem heersen (vs. 12). Wat Paulus bedoelt met verdragen moeten we in het oog houden. Het wijst op uithouden. Volharden. Volhouden. Getrouw blijven als een militair op zijn post. De woorden van Christus zijn waar en worden waar: wie volharden zal tot het einde die zal zalig worden en zijt getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens. Men zal als koning heersen met Christus op de aarde. Maar er is meer zegt Paulus.

Een waarschuwing

Daar het Woord niet tijdgebonden is, komt het ook tot ons. Indien wij Hem verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen. Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Hij kan Zichzelven niet verloochenen, vs. 12b en 13. Verloochenen is een ontzettende werkelijkheid. Verraden doe je een vijand. Verloochenen een bekende. Het kan zijn een persoon aan wie men zich verbonden weet. Verloochenen komt altijd voor in bepaalde situaties. Wie ertoe komt wil zichzelf redden of handhaven. Men wil geen kleur bekennen. In Paulus’ tijd was voor de waarheid uitkomen zeer gevaarlijk. Werd men gegrepen, dan stond er wat te wachten. Het was overbekend. Nu moeten wij niet menen, dat wij kunnen doen en laten wat we zelf willen. Zo is het beslist niet. Het oog van de Heere is op ons gericht. Hij gaat na of leer en leven niet met elkaar in strijd zijn. Of we geen zondagschristen zijn. ’s Zondags zo en door de week anders. Of bij bepaalde gelegenheden van aanpassen weten. Mee willen tellen. Nu moet er niet alleen naar jongeren gekeken worden. Onder ouderen, onder ouders kan veel voorkomen. Met vakantie in het buitenland kan de zondag een vakantiedag zijn. Een levenshouding die overhelt naar de wereld of gelijk is aan de wereld laat verloochenen zien of horen. Laten we eraan denken. Onze tijd is gevaarlijk. Onze naaste kan ook zo vriendelijk zijn Maar met een doel. Afleiden van, maar het kan komen tot loslaten van. Nu is het verloochenen zegt Calvijn, niet alleen een teken van zwakheid, maar ook van ontrouw. Aangezien men door de verlokkingen van de wereld verblind, geen leven ziet in het Koninkrijk Gods. Met nadruk zegt Christus: zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader Die in de hemelen is, Matth. 10:33. Christus zal eenmaal belijden: de verloochenaars van Mij behoren niet tot de Mijnen en delen daarom niet in de eeuwige zaligheid. De vraag kan gesteld worden: maar Petrus dan? We weten waartoe hij gekomen is. Petrus volhardde niet in zijn verloochening. Hij kwam tot berouw. Een berouwhebbend zondaar deelt in de vergevende liefde van Christus. Wie zich voorgoed van Christus afkeert, zal ondergaan. Vervloekt worden. In onze tijd mag daar wel aan gedacht worden. Want Christus heeft het laatste woord en komt tot de laatste daad.

Bemoediging

Naast een waarschuwing geeft Paulus ook een bemoediging. Ook daarvoor heeft Paulus grond. Die grond ligt in de Persoon en het werk van Christus. Indien we ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, vs. 13. Maar wordt nu door dit belijden enige ruimte gegeven? Hoe het ook gaat. Waar men ook toe komt. Het komt wel in orde. Zo denkt en spreekt de antinomi- aan. Het bloed van Jezus Christus neemt alle zonden weg. Christus vergeeft alles! Er mag geen enkele conclusie getrokken worden uit het Paulinische woord. Paulus weet dat de Heere niets door vingers ziet. Maar de Heere is getrouw aan Zijn woord: bij afval, bij afscheid nemen, gaat Hij niet heen. Hij blijft de Werker in en voor het Koninkrijk Gods. Wat lezen we niet wat er plaatsvindt na het ontzettend gebeuren getekend in Johannes 6. Jezus Christus zet Zijn arbeid voort al zijn duizenden heengegaan. Dit leidt tot verwondering en het sterkt dat de Heere getrouw blijft. Ondanks onze ontrouw. Hij blijft getrouw. Getrouw als Profeet, al s Priester en als Koning. Jezus Christus handhaaft Zijn beloften, Zijn woord en Zijn verlossingswerk. Moedeloosheid kan Timotheüs bekruipen. Maar hij mag een rijke boodschap horen. Vanuit de gevangenis wordt hem gezegd dat de Heere doorgaat. Zijn plannen falen niet! Kan het vandaag landen? Hebben we het als ambtsdragers nodig? Worden we er door aangevuurd om verder te gaan in de dienst van het Koninkrijk? Voor Zijn Koninkrijk? Nu kan men bevreesd zijn. De verleidende kracht is sterk en groot. De vrees voor nalatigheid of het zich schamen voor kan er zijn. Zal ik Hem ontrouw zijn? Tot bemoediging schrijft Paulus: de Heere is getrouw, Die zal u versterken en bewaren van de boze, 1 Thess. 3:3. Daarom zegt Calvijn: ons geloof wordt gegrondvest op de eeuwige en onbuigzame waarheid van Christus opdat het niet wankele door de onstandvastigheid of afval van mensen. Die genade, de genade des geloofs, geeft de Heere! Hij wil erom gebeden zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 januari 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De praktijk der godzaligheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 januari 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's