Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verzegeling met de Heilige Geest [3]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verzegeling met de Heilige Geest [3]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zal u zijn opgevallen: niet alleen in ons blad, maar ook in de kolommen van het Reformatorisch Dagblad, kwam de laatste weken dit thema aan de orde. In Bewaar het Pand vanaf 24 mei, in het RD vanaf 26 mei jongstleden. Ik ben blij met de aandacht die ds. H. van den Belt voor de heilsweldaad van de verzegeling vroeg. Het is Pinksteren geweest. De verhoogde Christus heeft Zijn Geest aan Zijn Kerk gegeven. De Heilige Geest is gekomen, niet alleen tot overtuiging, maar ook tot verzegeling.

Ondertussen is het de vraag wat deze laatste zegen dan wel te zeggen heeft. Wat behelst ze en aan wie wordt ze geschonken? Uit de artikelen in het RD is inmiddels wel duidelijk geworden dat over dit laatste verschil van mening is. Is die verzegeling nu een bijzondere weldaad die slechts enkelen te beurt valt of is ze het deel van alle gelovigen? In dit derde artikel wil ik met u naar twee predikers luisteren die op dit punt een uitgesproken mening hadden. Ze hebben daarvan ook nadrukkelijk getuigenis afgelegd.

dr. D.M. Lloyd Jones

Hij is ook onder ons nog wel bekend: dr. David Martyn Lloyd Jones, de Londense prediker van Westminster Chapel die leefde van 1899 tot 1981 Ontzaglijk veel heeft hij gepreekt. Veel daarvan is in zijn boeken gepubliceerd, ook in onze taal. Hij is wel genoemd ‘de laatste van de puriteinen’. In 1984 verscheen van hem Joy unspeakable, in het Nederlands Onuitsprekelijke vreugde. Het gaat daarin vooral over het werk van de Heilige Geest. Lloyd Jones was er diep van overtuigd dat het werk van Gods Geest in de harten onmisbaar is. Hartelijk verlangde hij naar een krachtige doorwerking van de Heilige Geest. Daar geven zijn preken getuigenis van.

Welnu, in dit verband komt ook de verzegeling met de Geest aan de orde. Hij houdt er een aparte preek over. Daarin gaat hij eerst, zoals ook wij de vorige keer hebben gedaan, de gegevens van de Heilige Schrift na. Vooral de woorden uit Efeze 1: 13 geeft hij aandacht: “In Welke gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijn verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte.” Bij dat woordje nadat blijft hij haken. Het staat in de grondtaal wel niet letterlijk, maar Lloyd Jones meent dat het toch wel terecht zo is vertaald. Dat brengt hem tot de conclusie: wat er met ‘verzegeling’ ook wordt bedoeld, het is iets dat op het geloof volgt. Met verwijzing naar enkele oudere schrijvers zegt hij daarna: “Dit werd aan velen van de heiligen te Efeze geschonken. Let erop: niet aan allen van hen. Er zullen er altijd enigen in de kerk zijn die het bezitten en genieten. Deze hogere trap van heiligmaking en verzegeling is bewaard voor degenen die na te hebben geloofd, dicht bij God blijven wandelen.”

De Heere bewijst aan een aantal van degenen die in Hem geloven, aldus Lloyd Jones, deze bijzondere weldaad. Het is een extra. Ontvangen in de weg van een bijzondere ervaring. De verzegeling heeft tot doel de echtheid en de waarheid van Gods werk in het hart te bevestigen. De Heere geeft aan dezen op een bijzondere wijze de Heilige Geest als een zegel, een onderpand. Als hij in zijn preek degenen aanspreekt die dat te beurt is gevallen, zegt Lloyd Jones: “Het stempel is dus op ons gedrukt, wij zijn ‘verzegeld’ door de Geest. Niet alleen als Gods eigendom. Niet alleen de kwestie van de zekerheid. Maar het allerbelangrijkste is dat we deze bekrachtiging en bevestiging hebben en dat dit voor ons geldt.”

Het behoort tot de vrijmacht van de Heere om deze extra zegen, deze second blessing, te geven. Toch spoort Lloyd Jones zijn hoorders aan deze genade te zoeken en er naar te staan. “Bent u verzegeld met de Geest? Heeft de Geest getuigd met uw geest dat u een kind van God bent? Heeft Hijzelf het stempel van echtheid op u gedrukt, het aan u betuigd, aan u verzegeld? Heeft Hij aan u bekend gemaakt dat u wis en zeker een kind van God bent en mede-erfgenaam van Christus?(...) O, dat allen die de belofte van de Vader loochenen deze zelf zo mogen ontvangen. O, dat allen in mijn vreugde mochten delen. Dat is mogelijk voor u. Zoek deze vreugde. Zoek haar totdat u haar vindt, bezit en kunt zeggen: O, dat de hele wereld de vreugde kenne die ik nu ken, omdat de Geest mijn leven vervult en met mijn geest getuigt dat ik een kind van God ben.”

ds. I. Kievit

Tot nu toe schreef ik iets over de gedachten van een 20e-eeuwse Engelse prediker. Maar om soortgelijke geluiden te horen, behoeven we eigenlijk de Noordzee niet over. We kunnen ook het oor te luisteren leggen bij een tijdgenoot van dr. Lloyd Jones. Ik doel nu op de hervormde dominee Izak Kievit (1887-1954), de bekende predikant van Baarn. Hij was een man die met geestelijke gaven was bedeeld. Hij had een diep inzicht ontvangen in de weg van Gods genade. Hij heeft veel invloed gehad binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Tegelijkertijd was hij op zijn beurt een dankbare leerling van Calvijn. Daar leggen zijn geschriften getuigenis van af.

Maar ds. Kievit schroomde niet in zijn preken en artikelen eigen accenten te leggen. Dat blijkt bijvoorbeeld ook in wat hij heeft gepreekt en geschreven over de verzegeling met de Heilige Geest. In de tweede jaargang van de prekenbundel Genade voor genade is van hem een preek opgenomen over Efeze 1: 13b en 14. Ze is gedateerd 30 mei 1928. Het is een opvallende preek, allereerst door de lengte: 23 dichtbedrukte pagina’s lang. Maar wat deze preek zo bijzonder maakt, is vooral dat de diepe tonen van het Geesteswerk er rijk en vol in klinken. Direct al bij het begin, blijkt er een hunkering naar de rijke openbaring van Gods Geest. Ds. Kievit merkt met smart op dat er zo weinig echt Pinksterleven is. Als hij deze preek uitspreekt, zijn de pinksterdagen juist weer gepasseerd. Hij legt het zijn gemeente voor: “Is de kennis des geloofs gering omtrent een lijdende Borg; de jubel des geloofs in een opgestane Heere uiterst schaars; nog minder wordt vernomen van de Heilige Geest als Pinkstergave in Zijn rijke bediening niet alleen, maar als Persoon om als onze eeuwige Trooster beide de Vader en de Zoon te verheerlijken, de verborgenheden der godzaligheid te ontsluiten, opdat wij zouden weten de dingen die ons van God zijn geschonken. De Geest toch onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods. Hoe zijn de Pinksterdagen voorbijgegaan? Vol van de wereld, met wat godsdienst? Of - treurende en klagende over zonde en schuld, Godsgemis en verlorenheid? Of -waarlijk vol van God?”

Het geeft ds. Kievit aanleiding om zijn gemeente te bepalen bij de bijzondere betekenis van de Heilige Geest als Degene die Gods kind verzegelt in Christus, ja Zelf het zegel is.

Evenals Lloyd Jones dat deed, staat ook ds. Kievit vooral stil bij het woordje nadat in de tekst uit Efeze 1: “... nadat gij geloofd hebt.” De verzegeling in Christus volgt op het geloof in Christus, maar aldus ds. Kievit, “zij volgt niet vanzelf op het geloof. Het is een vrijmachtige bediening die in de orde volgt op het geloof, doch volstrekt niet volgen moet, zoals bijv. de verlossing moet volgen op het aanvaarden van ons vonnis, dat de Rechter der aarde recht doet. Maar juist door de verzegeling komen alle voorafgaande weldaden in het helderste licht en worden ook nieuwe vergezichten geopend.” Dus ook hier horen we dat de verzegeling een weldaad van Gods Geest is, die een ‘extra’ inhoudt, een bijzondere maar niet een voor de zaligheid onmisbare zegen.

bevindelijke betekenis

Uitvoerig gaat ds. Kievit in zijn preek in op de bevindelijke betekenis van de verzegeling met de Heilige Geest. Wat het is? Allereerst is het een nadere ontvouwing en verrijking van de gemeenschap met de Heere. De al ontvangen weldaden komen door de verzegeling in een helderder en intenser licht te staan. “Juist door de verzegeling leeft de ziel in deze eeuwige werkelijkheden in.” Er komt meer zicht op het wonder van Gods genadige ontferming over mijn ziel en tevens worden er nieuwe perspectieven geopend. Het leven wordt doorglansd van de eeuwige heerlijkheid. Zalig als ik met alles wat van mij is, ben verloren gegaan. Zalig als mijn schip stuk gebroken is op de klippen van Gods heiligheid. Eeuwig wonder, wanneer ik ben geworpen in de reddingboot van Christus. Gods Geest heeft mij in de armen van Christus gedreven en door het geloof heb ik Hem wederkerig omhelsd en heb ik deel ontvangen aan Hem en aan al Zijn schatten en gaven. Maar de Heere wil ook verder leiden. “Gered uit nood en dood, verlost en overgebracht in Christus is er nu plaats voor de verzegeling. Een nieuw en vrijmachtig werk des Geestes.” Deze Geest geeft een zodanige verdieping van de gemeenschap met de Heere, dat ik helderder zicht ontvang op Immanuël die gezeten is aan de rechterhand van de Vader als de grote Bedienaar van het heiligdom.

Verzegelen is, aldus ds. Kievit, een waarmerken van het eigendom. Christus heeft Zijn Kerk verkregen tot een eigendom. De verzegeling nu is een waarmerk dat wij Gods eigendom zijn voor tijd en eeuwigheid. Om het met de apostel te betuigen: “Want ik ben verzekerd dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch enig schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heere.” Er is nu een vastheid ontvangen in de ziel omtrent de staat voor God en de eeuwige bestemming die tevoren nog niet gekend en genoten is. Verzegeling is ook beveiliging. Hoe de hel ook woedt, ze kan mij niet meer beschadigen. De Heere is mijn voorhoede en mijn achtertocht. Daarom weet ik mij veilig. De engelen des Heeren zijn rondom mij gelegerd. Zijn oog zal op mij zijn. Al ga ik door het water of het vuur, Hij is met mij. Al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, Zijn stok en staf vertroosten en bewaren mij. Hij zal mijn uitgang en mijn ingang bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid.

Verzegeling met de Heilige Geest wijst ook op Zijn inwoning. De Heilige Geest woont in mijn hart als de eeuwige Trooster die in alle waarheid leidt, mij troost en tot in eeuwigheid bij mij blijft. Mijn lichaam is een tempel van die Geest geworden. Van mezelf ben ik niet meer maar van Hem Wiens Geest Zich verwaardigt om in mij te wonen. Als inwonende Geest verricht Hij het werk der verzegeling. Hij geeft mij kennis en inleving van mijn verberging in God, Hij doet mij verstaan dat ik het gewaarmerkt eigendom van de Heere ben en dat niemand mij ooit rukken zal uit de handen van de Vader, in Wiens handpalmen ik als Zijn kind ben gegraveerd en wiens muren steeds voor Hem zijn.

Tenslotte is die Geest der verzegeling het onderpand van de erfenis die wacht. Het ontbreekt ds. Kievit in zijn preek uit 1928 bijkans aan woorden om de hoogte en de diepte van deze onuitsprekelijke weldaad onder woorden te brengen. Voordat ik een volgend keer Deo volente nader inga op zijn gedachten, eindig ik nu maar met de weergave van zijn (en uw?) stamelende verlegenheid. “Zullen wij nog trachten iets meer van onze erfenis te stamelen? Wij doen het in de diepe overtuiging te spreken van onuitsprekelijke dingen. Zelfs de Heilige Geest schijnt moeite te hebben gehad om er iets van uit te drukken voor ons mensenkinderen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De verzegeling met de Heilige Geest [3]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's