Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtelijke praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtelijke praktijk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

WELK EEN WOORD.

Eeuwige bestemming

Toen Paulus aan Timotheüs schreef zat hij in de gevangenis te Rome. Hij kon de dagen niet aftellen. Het was uitgesloten dat hij zou worden vrijgelaten. Het doodvonnis was uitgesproken. Het ging nu naar de dag van de executie. Een hele werkelijkheid. Het ging niet langs Paulus heen. Maar welk een zekerheid was er! Welk een dag zou voor hem aanbreken. Paulus gaat naar zijn eeuwig huis. Hij had geschreven aan Timotheüs: de tijd mijner ontbinding is aanstaande (2 Tim. 4:6b). Paulus denkt aan een schip. Het ligt op stoom. Het is gereed voor vertrek. Alleen de touwen moeten nog losgemaakt worden. Het duurt niet lang meer of Paulus gaat naar zijn eeuwig bestemming. Er is afvaart naar de eeuwige heerlijkheid. Hij zit niet in de gevangenis vanwege het bedrijven van zware misdaden. Hij is geen crimineel. De aardse rechter zou hem vrij moeten spreken.

Waarom gevangen?

Met overtuiging schrijft Paulus aan Timotheüs: om hetwelk ik verdrukkingen lijd tot de banden toe (vs. 9). “Om hetwelk” ziet terug op het evangelie waarover hij reeds geschreven heeft en waar hij reeds op gewezen heeft. Nu kunnen we “om hetwelk” ook zo lezen: in hetwelk, in dienst waarvan, waarvoor, waardoor, waarom. Paulus benadrukt dat het evangelie zijn levenselement is, hij leeft eruit, hij staat erin, hij lijdt ervoor. Dit is zijn gezindheid. Staande in de dienst wil hij lijden. Willen wij ook lijden? Het lijden behoeft niet gezocht te worden. Dat vraagt de Heere niet. Maar we dienen wel te weten dat lijden om ’s Heeren wil behoort tot het lijden in de wereld. We kunnen denken aan offeren voor en zelf bidden voor de lijdende mensheid in de wereld. We dienen bewogen te zijn. We dienen te denken aan wat mede- christenen, mede voorgangers ondergaan. Dat is een goede zaak, ja zelfs een geboden zaak. Maar wat hebben wij over voor de Heere en Zijn dienst?

Haat

De liefhebbers van de Heere ondervinden haat in welke vorm of op welke plaats ook. Bijzonder wanneer men zich niet schaamt voor de Heere en Zijn Woord. Nu moeten we onthouden, dat mensen op zich niet gehaat worden. Er zijn wetten waaraan we ons moeten houden. Maar er is haat in de wereld als het gaat over het beginsel waar men uit leeft. Wanneer Paulus de lastbrief van koning Jezus zou verscheuren, dan werd hij zeker losgelaten en gaf hem Nero een voorname positie. Nu komt het ook voor dat men het Woord op zich niet haat. Het Woord wordt geciteerd of gelezen. De russische schrijver Tolstoi koos de bergrede als het program van een anarchistische staatkunde. De pantheïst Willem Kloos roemde de Psalmen. Bij de crematie van Jan Wolkers zei minister Plasterk dat hij dank zij Wolkers met genoegen een stuk voorlas uit de Bijbel (Prediker 12). Men zou denken dat. Vult u zelf maar in. In de samenleving laait de haat op wanneer gehoord of beleden wordt dat de Bijbel Gods Woord is.

Dat dit Woord goddelijk gezag heeft op alle terreinen van het leven. Men wil niet weten van het: zo zegt de Heere. Of: er staat geschreven. Men is te scherp of niet menslievend wanneer daar op gewezen wordt. Onze tijd is zeer gevaarlijk! Wie nu buigen wil voor het Woord en leven wil naar het Woord bemerkt tegenkanting. In de wereld en zelfs ook in de kerk. Passen, aanpassen of compromissen sluiten is in de mode. Hoe men tegenover een Bijbelgetrou-we staat wordt al gezien in het voorbij gaan. Men gaat aan de ander voorbij gelijk het water voorbij Dordt. Van tegenkanting wist Paulus. Hij ondervond het zelf. Het in boeien slaan was dagwerk. Bijzonder in Rome. Christenen werden behandeld als kwaaddoeners. Het bevel van de keizer moest worden opgevolgd. Christenen werden aan palen gebonden en in brand gestoken. Zij brandden als fakkels in de tuinen van de keizer. Men zegt dat Nero met vermaak reed door de brandende lanen. Paulus weet van de grote macht van de satan en dat zijn invloed merkbaar is in wereld en kerk. Voor de kerk van zijn tijd is het donker. De vervolgingen, de toestand in de kerk, laten hem niet los. Het binden op alle terreinen. In het verre Efeze staat de jonge dienaar van het Woord, namelijk Timotheüs. Op een eenzame post.

Een zwakke prediker die de schat draagt in een aarden vat. Maar wat schrijft hij! Het is de moeite waard erbij stil te staan. De opgewekte, de opgestane Koning leeft en regeert. De poorten van de hel zullen Zijn gemeente niet overweldigen. De gemeente des Heeren verdwijnt niet. Want het Woord Gods is niet gebonden. Welk een waarheid.

Het ongebonden Woord

Paulus is gebonden. Maar als het gaat over het Woord van de Heere, dan is dit uitgesloten. Het Woord van God kan niemand binden. De onbegrensde macht van het Woord des Heeren is er. Het heerst. Er geschiedt wat in het Woord beschreven staat. Met nadruk heeft de Heere Christus voor Zijn kruislijden, voor Zijn verwerping, uitgesproken: de hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan, Matth. 24:35. Het sanhedrin kon Jezus’ lichaam aan het kruis nagelen. Uitroepen: weg met Deze. Jezus’ Woord blijft bestaan. Op de opstandingsmorgen laat de Heere zien dat Hij God is en dat het welbehagen des HEEREN door Zijn hand (van de Opgestane) gelukkiglijk zal voortgaan. Terecht wordt inde kanttekening gezegd als het gaat over ’s Heeren welbehagen dat gedacht moet worden aan het werk der verlossing en het vergaderend werk door de prediking van het Evangelie. Staat er: door Zijn hand, dan moet gedacht worden aan de dienst en de macht van koning Jezus.

Door de eeuwen heen

Door de eeuwen heen wordt de ongebondenheid van het Woord gezien. Aanvallen op het Woord mogen er zijn. Felle kritiek op het Woord. Afschrijving van het Goddelijke Woord. Het luisteren naar het mensenwoord. De Heere laat zien en ondervinden wat Paulus kon, moest en wilde doorgeven Het Woord is niet te binden. Dit geldt ook vandaag. Maar nu is het een belangrijke zaak. Wij zijn gebonden aan het Woord. Het Woord dient gehoorzaamd te worden. Maar bij de gebondenheid aan het Woord hoort ook verbondenheid aan het Woord. Wie deze houding mag hebben tegenover het volle Woord des Heeren, leeft bij en met wat in Psalm 119 geschreven staat.

Standvastigheid

Wetend dat het Woord van de Heere ongebonden is, schrijft Paulus met overtuiging: daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen die in Christus Jezus is met eeuwige heerlijkheid (vs. 11). Wanneer wij nu het woord “verdragen” nader bekijken, dan betekent het: stand houden onder. Zoals een soldaat die onder zwaar vuur ligt. Maar hij verlaat zijn post niet. Hij vecht voor volk en vaderland. Zo leeft Paulus bij de Koning en Zijn rijk. Hij wil er zich blijvend voor inzetten. Ook in de gevangenis. In de laatste periode van zijn leven. Zijn vechten is niet tevergeefs. Zijn volharding heeft een doel. Hij wil alles doorstaan en doen voor de uitverkorenen. Een woord, een uitdrukking, waar nogal aan gedacht of over gesproken wordt. Uitverkiezing! Een twistzaak! Een struikelblok! Het leidt tot lijdelijkheid. Zelfs tot onverschilligheid. Wat kan de mens doen met wat in Gods Woord staat. De uitverkiezing is geen struikelblok maar een troostbron. Was er geen uitverkiezing, dan was er geen zaligheid. Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkhheid Gods. Nu moeten we niet vergeten in welk verband en levend onder welke omstandigheden Paulus dit woord gebruikt. In het woord “uitverkorenen” wil hij onderstrepen de eeuwige wil des Heeren. De blijvende liefde van de Heere. De hand van de Heere haalt uit en houdt vast. Nu en in de toekomst. Nu wil Paulus alles ondergaan in leven en sterven opdat de uitverkorenen de zaligheid zouden verkrijgen. Waarin hij ook zelf mag delen. Vandaar dat hij het woord “ook” gebruikt. De zaligheid, de verlossing, de heerlijkheid die in Christus Jezus is. Wat Christus verdiend heeft en om Zijnentwil geschonken wordt. Daarin ligt besloten de eeuwige heerlijkheid. Dat betekent: eeuwig God de Heere zien en leven. Zonder zonde en strijd.

Overdenking

Nog even ter overdenking. Het schrijven van Paulus kan de indruk geven dat hij door zijn houding iets kan doen tot de zaligheid van de uitverkorenen. Zo moeten wij zijn woorden niet lezen. Wat de kanttekening vermeldt is juist. Als het gaat over het verkrijgen van de zaligheid lezen we terecht: door zijn verdragen meent Paulus niet voor de uitverkorenen te kunnen voldoen tot hun verzoening met God want dat heeft Christus alleen en volkomenlijk gedaan, maar tot stichting en versterking van het geloof. Wanneer Paulus het heeft over de eeuwige heerlijkheid dan wil ik graag doorgeven wat Calvijn in zijn commentaar schrijft.

Calvijn

Met eeuwige heerlijkheid. Dit is het doel van het heil, dat wij in Christus verkrijgen. Want ons heil is: voor God te leven. Wat begint bij onze wedergeboorte. Het wordt echter voltooid door onze volkomen bevrijding wanneer God ons onttrokken aan de moeiten van het sterfelijke leven verzamelt in Zijn Koninkrijk. Bij dit heil komt het deelgenootschap aan de hemelse ja zelfs goddelijke heerlijkheid. Dus om de genade van Christus te vergroten heeft hij het woord “eeuwige heerlijkheid” toegevoegd aan het heil.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Ambtelijke praktijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2007

Bewaar het pand | 12 Pagina's