Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het juiste Godsbeeld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het juiste Godsbeeld

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rubriek “Op bezoek bij” moet noodgedwongen even wachten, juist om te voorkomen dat de stapel vragen dikker wordt. Fijn hoor, die vragen, maar de vraagsteller moet wel enig geduld hebben. Ik beantwoordde al enige vragen van een jonge vriend. Nu wil ik zijn laatste vraag beantwoorden. De vraag is naar Gods heiligheid en Gods barmhartigheid. Als God inderdaad zo heilig is dat Hij de zonde niet kan verdragen, hoe kan Hij dan toch Zijn liefde bewijzen aan een mens die die afschuwelijke zonde doet en blijft doen? Met andere woorden: hoe vorm je een juist Godsbeeld? Een mooie vraag!

Wat wij van de Heere weten, weten wij uit Zijn Woord. Hij openbaart Zich door middel van Woord en Geest. Zo blijft het niet bij een verstandelijk kennen, maar gaan we de Heere persoonlijk kennen door een waar geloof. Kennen is in de Bijbel: omgaan met.

Inderdaad is de Heere heilig. Hij is afgekeerd van het kwaad en toegekeerd naar het goede en volmaakte. Hij is ook barmhartig en genadig. In Zijn goedheid wil Hij gemeenschap hebben met zondaren. Dat is enkel genade. Dat woord verklaart alles. Naar Zijn heilig recht moet Hij elke zondaar verdoemen. Maar naar Zijn grote barmhartigheid kan en wil Hij diezelfde zondaar aannemen Dat is genade.

Nu gaat het bewijzen van Zijn genadige liefde niet ten koste van Zijn heiligheid! Het bewijzen van Zijn gunst betekent niet dat Hij Zijn heiligheid voor een ogenblik aflegt. De zondaar die Hij Zijn genade bewijst, zal God leren kennen in Zijn liefde, maarook in Zijn heiligheid. Laat ik dit mogen aantonen met de geschiedenis van de roeping van Jesaja. Zie hoofdstuk 6.

Jesaja heeft de Heere in Zijn luister, heerlijkheid en vooral heiligheid mögen zien. In de vorm van een visioen. Het “heilig, heilig, heilig” is niet van de lucht! Serafijnen roepen Hem dat onophoudelijk toe. Daartoe zijn ze geschapen door de Heere, Die ook hun Schepper is.

Jesaja ziet onmiddellijk het verschil tussen hemel en aarde; hij ziet bovenal het grote verschil tussen de lippen der serafijnen en die van hemzelf! De serafijnen beantwoorden aan het scheppingsdoel: Zij maken God groot! Maar van hemzelf moet hij zeggen dat hij onrein is; onrein van lippen vanwege een onrein hart. En nog eens wonend temidden van een onrein, onheilig en goddelooss volk!

Jesaja neemt dit verschil niet voor kennisgeving aan. Hij doorziet (en dat is nu het geloof) dat hij voor die heilige Majesteit niet kan bestaan. Daarom roept hij het wee mij uit!

We mogen hier wel even bij stil staan met de vraag of ook wij dat ingezien, geleerd en voor God beleden hebben. En niet zo maar eens eenmalig, maar telkens weerl Want zoals mijn natuur is, zo blijft hij, tot mijn laatste snik! Wie door het geloof mag zien op zowel Gods heiligheid als op zijn zonde en schuld, kan hier niet mee verder leven; kan dat niet voor kennisgeving aannemen. Daar loopt het vast. Hoe moet het nu verder? De serafijnen beantwoorden nog aan het scheppingsdoel; zij zijn niet gevallen. Maar ik wel! Ik beantwoord niet aan dat scheppingsdoel!

Let nu op wat de hemel aan Jesaja’s situatie gaat doen! Daar moet het altijd vandaan komen. Een van de serafijnen vliegt naar Jesaja toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het heilig altaar voor de troon genomen had en raakte Jesaja’s mond daarmee aan. Dat was het antwoord van de hemel op Jesaja’s nood. De Heere heeft uw zonde verzoend!

Zo gaat het ook nu nog. God geeft op de schuldbelijdenis (dat gewerkt wordt door Woord en Geest) antwoord (ook weer door Woord en Geest). Dit antwoord: Uw zonden zijn u vergeven! Jesaja’s zonde wordt hem dus door een heilig God geschonken. Niet zonder schuldbelijdenis. Evenmin vanwege die schuldbelijdenis. Gods vergevende zondaarsliefde is er vanwege het altaar, het offer, het Lam Gods, de Heere Jezus Christus.

Wat nu Jesaja heeft ondervonden, namelijk dat zijn schuld hem niet werd toegerekend, heeft Jesaja ondervonden omdat zijn schuld aan een Ander werd toegerekend. Want voor die schuld moest betaald worden: dat was naar Gods heiligheid en rechtvaardigheid. Maar een Ander wilde die schuld betalen: dat is de weg der zaligheid, door God Zelf uitgedacht en uitgevoerd!

Zo worden beide Gods recht en genade verheerlijkt!

Hier iets van te leren zal de zondaar innerlijk een ander, een vernieuwd mens maken. Dit heilgeheim zal hem aan zijn God verbinden. Het wonder wordt een wonder, altijd groter wonder, dat die heilige God nog met mij te doen wil hebben, nog naar mij wilde omzien, mij niet van Zijn heilig aangezicht weggeworpen heeft. Daar vraag ik toch om? Dat is toch hetgeen ik verdien? Meer en meer krijgt Christus dan betekenis, als Degene Die buitengesloten werd en van God verlaten, opdat ellendige zondaren zouden worden binnen gelaten: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn!

Tenslotte: dat God met Zijn volk verzoend is, wil niet zeggen dat Hij de zonde, die zij na ontvangen genade nog doen, maar goed keurt en over het hoofd ziet, zoals een slappe moeder de wandaden van haar verwende zoontje maar laat gaan! O nee! In en om Christus’ wille krijgen zondaren in God een genadig en goedertieren Vader. Maar Hij is ook een heilig Vader! Hij zal ze niet meer straffen voor hun zonden, want Christus heeft voor hen voldaan. Maar Hij zal ze wel kastijden om hun zonden. Uit liefde. Want Hij wil ze bij zich houden en los maken van de wereld, waarvoor zij van nature gekozen hebben. Die kastijding is voor hun bestwil, al kan het heel zwaar zijn en wordt nog wel eens gedacht dat de Heere straft, dat ze nog nooit een kind geworden zijn, dat de toorn Gods nog op hen rust, enzovoort. Maar de Heere laat het hen wel zien hoor, dat die slaande hand een Vaderhand is. Dan mogen ze soms wel eens op die kruisweg Hem aanbidden en Hem ook wel eens vanwege die kruisweg aanbidden. Wie het vatten kan, vatte het. Weet je waar je een kind van God aan herkent? Aan zijn wens om toch eens heilig voor Hem te mögen leven, zonder zonde, eeuwig en altoos. Het is een wens die zij zeker eens zullen verkrijgen. Dan mogen ze eeuwig een lief kind zijn, en God zal eeuwig hun lieve Vader zijn. Om Zijns lieven Zoons wille. Door het volmaakte werk van Gods lieve Geest, Die ons al deze dingen schenkt; want Hij laat nooit varen het werk Zijner handen. En schoner dan serafijnen en cherubijnen en alle engelen en aartsengelen tesamen, zullen dan de zaligen zingen van al Gods deugden. Daar zal de zonde nimmer wonen, maar eeuwig Gods gerechtigheid, en Eva’s dochters, Adams zonen, zijn eeuwig in den HEER’ verblijd. Om dan te rüsten van de zonde, en eeuwig U bedoelen HEER’, met reine harten, reine lippen, verenigd tot Uw lof en eer!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het juiste Godsbeeld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's