JACOBUS FRUYTIER
Levensloop
Jacobus Fruytier werd op 5 juni 1659 te Middelburg geboren als zoon van een koopman. Hij studeerde theologie in Utrecht. In 1681 werd hij predikant te Aardenburg, in 1688 te Dirksland, in 1691 te Vlissingen en in 1695 te Middelburg. In Middelburg kreeg Fruytier te maken met de sekte der Hebreeën. Deze sekte leerde dat de uitverkorenen schuldeloos ter wereld komen en dat er van werkelijke zonden in de gelovigen geen sprake kon zijn. Kennis van de grondtalen van de Heiige Schrift, met name van het Hebreeuws, vond deze sekte heel belangrijk. Als gevolg van zijn strijd met de Hebreeën kwamen er twee geschritten van Fruytier tot stand. In 1700 werd hij predikant in Rotterdam waar hj tot aan zijn dood op 23 mei 1731 heeft mogen arbeiden. In Rotterdam was hij als prediker zeer geliefd. Veel geschritten zagen hier het daglicht. Op dogmatisch gebied heeft hij zieh grote naam gemaakt en hij had grote invloed op het kerkvolk. Aanvankelijk wilde Fruytier bemiddelen tussen Voetianen en Coccejanen, waarbij hij overigens meer aan de zijde van de Voetianen dan aan de zijde van de Coccejanen stond. De Coccejanen reageerden afwijzend, waardoor Fruytier meer tegenover hen kwam te staan. Fruytier had een geschiedbeschouwing die spoorde met de opvatting van de Nadere Reformatie. Dit blijkt uit zijn hoofdwerk Sions Worstelingen. Hij meende dat de geschiedenis van het volk Israel zieh weerspiegelde in de geschiedenis van volk en kerk van Nederland. Israel en Nederland genoten de weldaden, lankmoedigheid en bewogenheid van Gods kant. Aan de zijde van Israel en Nederland was ondankbaarheid en onbekeerlijkheid en daarom deelden beide in het oordeel van God. In zijn tekening van de kerkgeschiedenis toonde hij de openbare en verborgen tegenstanders van de Kerk. Onder die tegenstanders schaarde hij de remonstranten en de Coccejanen. Fruytier trad tegenover meerderen die afweken van de zuivere leer in het strijdperk om de leer die naar de godzaligheid is te verdedigen. Maar hij drong ook krachtig aan op de beleving van de gereformeerde leer. Dit geheel in overstemming met de opvattingen van de Nadere Reformatie. Een zuivere leer moest samengaan met een godzalig leven. Met name valt Fruytier op door zijn warme belangstelling voor de jeugd. In 1724 verscheen Salomons Raad aan de Jeugt en in 1726 Groot Voorregt van de Christen Kinderen. Mogelijk hebt u deze werken in uw boekenkast staan. Fruytier was zeer bewogen met de jeugd. Hij wilde de jeugd doen buigen onder het Woord van God en doen leven naar datzelfde Woord. Fruytier had een zoon die evenals zijn vader predikant werd. In 1723 werd hij door zijn vader in Spijkenisse in het ambt bevestigd. We willen enige zaken uit het boek Groot Voorregt van de Christenkinderen naar voren brengen.
Groot voorregt van de Christen Kinderen
In de uitgave die in mijn bezit is gaat aan het eigenlijk geschrift een opdracht vooraf van de hand van Jacobus Fruytier. Vervolgens komt het eigenlijke boekwerkje. Als uitgangspunt neemt Fruytier 1 Cor. 7:14 deze woorden “want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.” Fruytier begint zijn boek met de volgende woorden: “Tot aanmoediging voor de Christenouders, om hun kinderen voor God op te brengen, en voor de Christenjeugd, om, volgens Salomo’s raad, aan hun Schepper te gedenken in hun jeugd.” In de inleiding toont Fruytier aan dat de getrouwheid van Christenouders in het opvoeden van hun kinderen een goed bewijs is van de waarheid van het Christendom in zulke ouders. Paulus spoort de ouders aan hun plicht waar te nemen. Fruytier behandelt dan de genoemde tekstwoorden. Hij zet uiteen wat heilig en onrein is. Duidelijk brengt Fruytier naar voren dat Paulus geen toestemming verleent tot het aangaan van een huwelijk met een ongelovige. Ook wordt duidelijk omschreven wat een ware gelovige is. Het boek besluit met een uitgebreide toepassing waarin ondermeer bezwaren tegen de kinderdoop worden weerlegd. Fruytier vindt het een groot voorrecht te leven onder de bediening van het Evangelie. Maar hij stelt ook terecht dat het niet genoeg is uitwendig geroepen te zijn, maar dat de inwendige roeping noodzakelijk is tot zaligheid. De waarschuwingen aan ouders ontbreken niet. Zij mogen hun kinderen niet aan God onttrekken Hij wijst de ouders op hun plicht ten aanzien van hun nagenageslacht. Met name wijst hij op het belang van het gebed. De ouders moeten hun kinderen ook wennen aan het lezen en horen van Gods Woord. Tenslotte rieht Fruytier zieh tot de kinderen. Zij dienen de goedertierenheid en barmhartige voorzorg van God over zieh te erkennen. Zij dienen ook het onderscheid te weten tussen uitwendige en inwendige heiligheid. Zij dienen alle middelen te gebruiken om inwendig heilig te worden. Indien er de vreze Gods mag zijn is het de werkelijkheid dat de besten nog maar een klein beginsel van genade kennen zodat er gejaagd dient te worden naar opwas in de genade.
Heilig
Fruytier verklaart 1 Cor. 7:14 waar Staat “want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.” Wat dient in deze tekst onder “heilig” verstaan te worden? Is er echt iets van genade in de kinderen die hier bedoeld worden, op grond waarvan zij zalig zullen worden? Of betekent “heilig” iets anders? Betekent het dat zij afgezonderd zijn van de wereld? Fruytier schrijft dat het hier gaat over een uiterlijke verbondsheiligheid. Hij neemt Stelling tegenover de gedachte dat de kinderen waarlijk en inwendig geheiligd zijn door de inwendige genade van de Heilige Geest. De kinderen zijn afgezonderd van de onreine, ongelovige wereld. Zij behoren tot hen die het Woord mogen horen. Zij zijn gebracht onder de middelen die de Heere gebruiken en zegenen wil. De tekst laat ons zien dat kinderen die geboren zijn uit een gelovige vader of moeder heilig zijn. Dit kan geen echte heiligmaking betekenen in het hart. Want het geloof van de ouders maakt de kinderen niet inwendig heilig. “Heilig” staat tegenover “onrein”. Onreine kinderen zijn geen onwettige kinderen, maar kinderen van ongelovigen. Onreine kinderen behoren niet tot de gemeente die samenkomt rondom het Woord van God. Het is een groot voorrecht gebracht te zijn onder de middelen der genade. Maar inwendige heiligheid is noodzakelijk om in te gaan in het koninkrijk Gods. De uiterlijke roeping door de prediking van het Woord is een niet genoeg te waarderen weldaad. Maar het is noodzakelijk inwendig geroepen te zijn uit de duisternis en overgebracht te zijn in het Koninkrijk van de Zoon van Gods liefde.
Onttrekken
Fruytier waarschuwt er ernstig voor de kinderen die de Heere in het huwelijk geeft aan Hem te onttrekken. Dit kan gebeuren doordat ouders zieh niet verdiepen in de leer die naar de godzaligheid is. Als je zelf niet weet wat de hoofdzaken van de Bijbelse leer zijn, hoe zou je dan in staat zijn dit aan de kinderen door te geven? Toch wordt dat beloofd bij de bediening van het sacrament van de Heilige Doop. Wie dus willens en wetens onkundig blijft van de Bijbelse leer, zich daar zelf niet in verdiept, ontrekt daardoor kinderen aan God in de praktijk van de opvoeding. Fruytier moest al klagen over de onwetendheid van vele ouders, zou het in onze dagen zovele beter zijn? Wie zelf onwetend is aangaande de Bijbelse leer is daardoor mede schuldig aan het verderf van zijn kinderen als zij onbekeerd blijven. Zij vermoorden hun eigen zielen en de zielen van hun kinderen, zo schrijft Fruytier. Als Nadere Reformator wijst Fruytier concreet op zonden in de opvoeding. Hij wijst op pracht in klederen. Dan wordt niet bedacht dat we kleren dragen vanwege de zondeval De kleren zijn gegeven om de boze lusten van het vlees tegen te gaan. Fruytier wijst ook op danspartijen, bals en komedies. Kaarten en dobbelen worden eveneens veroordeeld. In onze tijd zijn er ook veel concrete zonden. Waarschuwen we daar als ouders tegen? Of laten we onze kinderen al te gemakkelijk naar plaatsen gaan waar de zonde wordt gediend? Mogen zij lezen, bekijken en doen wat tegen Gods Woord ingaat? Het is een groot kwaad de kinderen aan God te ontrekken. We eiteren Fruytier: “Al wie zijn kinderen aan God onttrekt, geeft een openbaar bewijs, dat hij zelf God niet liefheeft, en brengt daardoor Gods toorn op zijn eigen ziel. Hij die zijn kinderen niet bemint, bemint zijn naaste niet, en die zjin naaste niet liefheeft, liegt als hij zegt, dat hij God liefheeft . Die zijn kinderen aan God onttrekt, bederft de kinderen naar ziel en lichaam. Wat is een kind dat van de ware vreze Gods ontbloot is, en dat alleen bekwaam is om de wereld volop te dienen? Het mist het beginsel van alle wijsheid en het wordt gedrongen door een liefde die rechtaan tegen Gods liefde gekant is, Jak. 4:4 en 1 Joh. 2:15. Het is voor God en Zijn dienst onbekwaam, God wordt er door onteerd en om gelasterd. Zijn naam is een kind Belials, dat zonder juk is.
Het hoopt maar ongevoelig Gods toorn op zichzelf, en verwerpt alle tucht. Het is onbekwaam om op zijn tijd een verstandige huisvader of moeder te worden. Het past niet op een eerlijk beroep om zieh daar wel in te gedragen. Een kind dat God ontrouw is, voor wie zal het getrouw zijn? Het is bekwaam om al wat vader en moeder gewonnen heeft door te brengen. Het vleit zolang het zijn zin krijgt, maar slaat vinnig achteruit, wanneer men het zou willen betomen. Zo wordt het eindelijk een last voor zichzelf en voor allen die er mee te doen hebben. Hij, die zijn kinderen aan God onttrekt, bederft zijn gezin.” Behartenswaardige woorden.
Plicht
Al voor de geboorte is het gebed noodzakelijk. Ook ten aanzien van de Doop is er gebed nodig. Tevens dient er in het huisgezin gebeden te worden. Al het nodige dient van God afgesmeekt te worden en er dient voor alle weldaden gedankt te worden. Het is de plicht van de ouders hun kinderen al vroeg te wennen aan het lezen van Gods heilig Woord. Zo wist Timotheüs van kinds af de heiige Schriften die hem wijs konden maken tot zaligheid. Het woord van God dient de kinderen ingescherpt te worden. Het is ook een goede zaak de kinderen op jonge leeftijd mee te nemen naar de kerkdiensten. Fruytier wijst op Hanna die de jonge Samuël in het huis des Heeren te Silo bracht. Het kan diepe indruk maken op kinderharten wanneer zij bemerken dat het spreken van hun ouders overeenstemt met de prediking in de kerk. Fruytier wijst ook op de grote betekenis van catechisatie. De kinderen dienen vroeg onderwezen te worden. Kinderen moeten opgevoed worden in de lering en in de vermaning des Heeren. We eiteren enkele regeis: Onze kinderen zijn van nature als de aarde na de val, die doornen en distelen voortbrengt. Die nu moeten daaruit gehaald worden en dan met goed zaad worden bezaaid. Wij lezen Mark. 9:21-29 met hoeveel moeite de duivel gedreven werd uit het kind, dat hij bezeten had van zijn jonkheid af; daarom moet aan de kinderen geleerd worden, hoe zij de boze zullen wederstaan. Als ouders hun kinderen vermoorden, tonen zij zonder enige natuurlijke liefde te zijn, ja dat zijn monsters. Een vader of moeder vermoordt zijn kind, niet alleen wanneer hij het met vergif ombrengt, maar ook als hij het zijn voedsel onthoudt. Der kinderen blindheid is ook een kwaad dat zij van ons erven, daarom moeten wij te meer zorgen dat zij van deze blindheid mogen genezen worden. Hoe meer een vader of moeder in dezen uitgeeft, hoe meer hij weer ontvangt. De kinderen letten op de wandel van hun ouders. Woorden en vermaningen van goddeloze ouders hebben weinig ingang. Ouders moeten er op toezien dat aan hun kinderen goed onderwijs wordt gegeven.
Kinderen
Fruytier besluit zijn boek met een vermaning aan de kinderen. Zij zijn bevoorrecht. Verre voorouders zijn heidenen geweest. Het voorgeslacht werd verdrukt door Rome. Het is een groot voorrecht indien de kinderen geboren zijn uit gelovige en godvruchtige ouders. Het is een groot voorrecht biddende ouders te hebben. Zulke ouders zijn bekommerd voor de geestelijke en lichamelijke welstand van hun nageslacht. Zij zouden niets liever zien dan het behoud van hun kinderen. Zulke kinderen zijn dankbaarheid aan de Heere verschuldigd. Kinderen mogen niet steunen op uiterlijke heiligheid. De Joden die dat deden kwamen daar voor eeuwig mee om. De verbondsheiligheid is een uiterlijk voorrecht. Het is een groot voorrecht geboren te zijn onder de middelen die de Heere gebruikt om de uitverkorenen te zaligen. Een inwendige roeping en bovennatuurlijke geboorte zijn nodig. Boven uiterlijke heiligheid is hartveranderende en vernieuwende genade nodig. Kinderen moeten op hun hoede zijn voor de vele gevaren die hen omringen. De wereld gaat voorbij en haar begeerlijkheid, maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid. Gelijkvormigheid aan de wereld is zondig. Jongeren moeten naarstig de middelen gebruiken die de Heere zegenen wil tot bekering. Lees de Bijbel en geen goddeloze, zondige boeken. Verzondig de tijd niet. Begeef je trouw onder de prediking. De Heere belooft: die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Het is een goede zaak aan het lijden van Jezus te denken. Dat geeft kracht om tegen de zonden te strijden. Het lijden van Jezus getuigt van Zijn liefde. Daarom is het Avondmaal nuttig voor Gods kinderen omdat daar de liefde van Christus wordt getoond. Fruytier roept op tot zelfonderzoek. Is er een droefheid over de zonde naar God? Is er geloof in de gewisse belofte van God dat al de zonden vergeven zijn om het lijden en sterven van Christus? Is er de begeerte oprecht te wandelen voor de Heere? De allerheiligsten hebben in dit leven maar een klein beginsel der genade. Maar er is wel een streven om toe te nemen. Het boek besluit met de volgende zinsneden: “Wordt gij uw toenemen in de heiligmaking gewaar, erkent altijd Gods vrije, trouwe en overwinnende genade. Verblijdt u daar hartelijk over. Smeekt altijd zonder ophouden om genade, om Gods genade wel te kunnen gebruiken en te beantwoorden. Blijft altoos nederig, omdat gij door genade zijt al wat gij zijt. Nederigheid is de schoonste deugd in een waar christen. Legt ook daarop toe. Dat uw toenemen mag openbaar worden, dat een ieder u mag kennen als een zaad dat van de Heere gezegend is. Zijt heilig, gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, en de God des vredes zelve heilige u geheel en al, en allen die lust hebben naar waarheid in het binnenste, en hun geheel oprechte geest, en ziel en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onze Heere Jezus Christus, Amen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 2008
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 2008
Bewaar het pand | 12 Pagina's