Het avondmaalsformulier [2]
De vorige keer schreef ik iets over de totstandkoming van ons avondmaalsformulier. Het formulier in onze taal dus. Ik noemde daarbij de naam van Petrus Datheen. Hij was de vertaler in onze taal van onder meer dit formulier. Terzijde: het wordt al te weinig gerealiseerd, wat de kerken van de Lage Landen aan deze man te danken hebben. Meestal wordt zijn naam nog wel in verband gebracht met de oude psalmberijming. Dikwijls wordt daar enigszins meesmuilend over gedaan. Het woord ‘kreupelrijm’ klinkt dan nog wel eens. Ondertussen hebben zijn Psalmen toch enkele eeuwen lang geklonken in de kerkdiensten hier te lande. Ze waren voor velen tot grote zegen. Daarnaast is deze uitnemende dienaar van het Woord op nog veel andere terreinen van grote betekenis voor de Nederlandse kerken geweest.
gereformeerde leer
Over Datheen ga ik nu echter in dit artikel niet schrijven. We gaan achter hem terug en vragen ons af waar dat formulier, dat in het Duits geschreven was, eigenlijk vandaan komt? Dan moeten we in Heidelberg zijn, een midden-Duitse stad, de hoofdstad van het keurvorstendom de Paltz. Daar regeerde van 1559 tot 1576 keurvorst Frederik de Derde. Hij wordt ook wel Frederik de Vrome genoemd. Hij was werkelijk een vrome en godvrezende man, die geheel gewonnen was voor de zaak van de Reformatie. Het was een tijd van grote godsdienstige verwarring in Duitsland. De zaak van de Lutherse Reformatie had door Gods genade vaste voet aan de grond gekregen in de Duitse landen. Maar de tegenstand vanuit Rome was groot. Daarnaast hadden ook andere Stromingen aanhang gekregen: die van de Doperse radicalen en die van de antitrinitariers. Frederik had echter Gods Woord leren lezen onder invloed van de geschritten van Johannes Calvijn, de reformator van Genève. Onder meer door het lezen van diens Institutie, de onderwijzing in de christelijke leer. Wat hij daarin las, was naar zijn hart gesproken. Meer nog dan Luther had deze Calvijn de Schriften naar hun diepste bedoeling verstaan, zo meende Frederik. En we stemmen het hem toe: de gereformeerde leer is de meest katholieke, de meest zuiver-bijbelse. Het is de leer die naar de godzaligheid is. We kunnen onze zielen er aan toevertrouwen.
Het kan niet anders: wie zelf gegrepen is door het Woord van God, voelt zieh gedrongen daarvan ook anderen deelgenoot te maken. Wel, dat zien we in deze keurvorst Frederik. Het was zijn verlangen dat de mensen in zijn vorstendom tot hetzelfde geloof getrokken zouden worden. Frederik begreep maar al te goed dat hij daarvoor bij de kinderen zou moeten beginnen. Het is bekend wat er gebeurde. Aan twee hoogleraren van de universiteit te Heidelberg verstrekte hij een opdracht om een leerboek te schrijven waaruit het volk, en met name de jonge mensen, onderwezen zouden worden in de calvinistische leer. Het duurde niet lang of dat boekje verscheen ook daadwerkelijk: de Heidelbergse Catechismus van 1563.
Het waren nog jonge mannen, die twee. Zacharias Ursinus en Caspar Olevianus. Beiden waren nog maar twintigers. Maar ze hadden van de Heere uitnemende gaven van hoofd en hart ontvangen. Algemeen wordt aangenomen dat vooral Ursinus gezien moet worden als de auteur van de catechismus.
formulieren
Het is in datzelfde Duitse gebied geweest, dat ook de verschwende liturgische formulieren zijn ontstaan. Frederik wenste niet alleen dat de kerk in zijn regeringsdomein een betrouwbaar leerboek zou ontvangen. Ook de erediensten moesten overeenkomstig de Heilige Schrift worden ingericht. Zo beijverde hij zieh voor de totstandkoming en invoering van een zogenaamde kerkorde. Hij was er van overtuigd dat de Heere een God van orde en stichting is. De doorwerking van het Woord van God in de harten zou niet weinig gestimuleerd worden, wanneer er vaste regeis zouden zijn voor het leven van de gemeente en voor de inrichting van de eredienst. Zo kwam er ook die kerkorde. Daarbij behoorden diverse formulieren, onder meer die voor de sacramenten, de heilige Doop en het heilig Avondmaal.
Dat laatste was overigens geen nieuw verschijnsel. Er waren in die jaren in Europa al verscheidene avondmaalsliturgieën in gebruik. Meestal had elke stad en elk gebied zijn eigen liturgische geschritten, leder van de reformatoren heeft er wel geschreven. Ook Calvijn had een liturgie voor het Avondmaal voor zijn Geneefse gemeente samengesteld. Overigens had Calvijn daarbij een formulier gebruikt dat oorspronkelijk door Farei voor de gemeente van Straatsburg was samengesteld. Farel was een vriend en medestander van Calvijn, die hem jaren eerder had bezworen om zijn werk in Genève aan te vatten.
Het was Caspar Olevianus die van de keurvorst de opdracht ontving om een avondmaalsformulier voor de Paltz samen te stellen. Aan die opdracht heeft hij voldaan. Wie was deze Olevianus? Hij was in 1536 in Trier geboren. Als student was hij onder meer in Genève. Daar is zijn theologisch denken door Joh. Calvijn gevormd. Maar ook andere grote predikers hebben invloed op zijn denken gehad: Bullinger, Beza en Farel. Gedurende een deel van het jaar 1559 was hij prediker van het Evangelie in zijn geboortestad Trier. Even leek het dat Trier voor de Reformatie zou worden gewonnen, maar het liep op een grote teleurstelling uit. Al in november van datzelfde jaar werd hij uit de stad verbannen. In het jaar erna vinden we Olevianus terug in Heidelberg. Eerst was hij er hoogleraar aan de stedelijke universiteit. Om echter de gemeente van Heidelberg te kunnen dienen, legde hij niet veel later zijn professoraat neer en werd hij ‘gewoon’ gemeentepredikant. Hij heeft er veel mogen betekenen. Na de dood van Frederik III in 1576 echter werd hij, evenals trouwens Ursinus, gedwongen de stad te verlaten.
nieuw geheel
Maar zover was het aan het begin van de jaren zestig nog niet. Voor het schrijven van het avondmaalsformulier heeft Olevianus vooral gebruik gemaakt van het formulier van Calvijn. We zagen al dat dat op zijn beurt gedeeltelijk ontleend was aan dat van Straatsburg. Maar Olevianus heeft nog meer bronnen gebruikt. Men heeft ook gedeelten herkend uit de liturgie van de Londense vluchtelingengemeente die van de hand waren van de Poolse edelman Johannes à Lasco en Martin Micron. Ook blijkt Olevianus nog een Lutherse kerkorde uit Würtemberg gebruikt te hebben.
Nu moet u echter niet denken dat ons avondmaalsformulier een soort collage is, zoiets als het product van knippen en plakken. Olevianus is niet alleen aan het overschrijven geweest. Nee, deze man heeft, met gebruikmaking van zinsneden van anderen, een heel nieuw geheel mogen samenstellen. Een formulier waarin het hart klopt van de heilige Schrift, maar waarin we ook de warme hartenklop van de bevinding der heiligen herkennen. Het is de bevinding waarvan ook Olevianus, hoe jong hij ook was, geen vreemdeling was.
Dat laatste komen we vooral op het spoor als we letten op de gedeelten die geen bewerkingen van anderen zijn, maar die van zijn eigen hand zijn. Het zijn de diepste en meest ontroerende passages. Het is met name dat deel dat spreekt over het lijden en sterven van de Heere Jezus. Het zet in met de bekende woorden: “Maar aldus zullen wij Zijner daarbij gedenken.” Diepe woorden zijn het. Onder meer deze, als hij spreekt over “de toorn Gods onder welke wij hadden moeten verzinken” die Christus “van het begin van Zijn menswording tot aan het einde van Zijn leven op aarde voor ons heeft gedragen...” Hij heeft “ontelbare smaadheden geleden, opdat wij nimmermeer te schande zouden worden; onschuldig ter dood veroordeeld is, opdat wij voor het gericht Gods zouden vrijgesproken worden...” Hij van God verlaten, “opdat wij tot God genomen en nimmermeer van Hem verlaten worden...” Uit alles blijkt: Olevianus heeft goed verstaan waar het in het sacrament om gaat. Op tere wijze heeft hij het lijden van de Zaligmaker en de heilsbetekenis ervan weergegeven.
Op 24 oktober 1563 werd voor de eerste keer in de kerk van Heidelberg het heilig Avondmaal gevierd met gebruikmaking van het nieuwe formulier. En sindsdien is dit formulier door Gods voorzienigheid zijn weg mogen gaan door de kerken van Duitsland maar meer nog van de Nederlanden. Tot heden toe mogen we ons laten onderwijzen door dit oude maar telkens weer zo nieuwe avondmaalsformulier.
Een half jaar eerder had Olevianus aan Calvijn geschreven dat men opzettelijk het auteurschap van de formulieren in het duister liet. Dit om te voorkomen dat ze al te zeer als werk van deze of gene prediker gezien zouden worden, met alle negatieve gevolgen van dien. Maar ondertussen zijn we de Heere dankbaar dat Hij zulke vrome en wijze mannen aan Zijn kerk heeft gegeven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2008
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2008
Bewaar het pand | 12 Pagina's