Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De twee zwaarden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De twee zwaarden

‘En zij zeiden: Heere!, zie hier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg.’ Lukas 22: 38.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog één maal kondigt de Heere Jezus Zijn discipelen Zijn aanstaande lijden aan. Al drie maal eerder had Hij hen gewezen op Zijn uitgang te Jeruzalem. “De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen van de mensen…” Tot heden toe echter verstonden ze het woord niet dat Hij tot hen sprak. Ze vreesden ook Hem er naar te vragen. En nu zijn ze samen in de opperzaal, de Heere Jezus met Zijn leerjongeren. Aan de dis die voor hen bereid is. “Ik heb grotelijks begeerd dit pascha met u te eten, eer dat Ik lijde.” Een wonderlijk samenzijn is het. De beklemming neemt toe als de Meester spreekt over één van hen die Hem verraden zal. Ze vragen zich af wie dat toch zou zijn…

En dan, tegen het einde van de maaltijd, als Judas inmiddels vertrokken is, herinnert de Heere Jezus Zijn jongeren aan Zijn zorg over hen. “Toen Ik u uitzond, zonder buidel en schoenen, heeft het u toen aan iets ontbroken?” Hun antwoord is eerlijk: “Aan niets, Heere” [22: 35]. Ze zijn destijds uitgegaan om het Koninkrijk Gods te prediken en zieken gezond te maken. Niet gemakkelijk was het. Maar de zorg van hun Meester was met hen. Nee, dat vergeten ze niet. De Heere Jezus vervolgt met te zeggen dat ze na Zijn heengaan de weerstand en strijd zullen ervaren. Het met zich meedragen van een zwaard zou wel eens nodig kunnen zijn [22: 36]. Maar ze mogen weten dat hun Meester hen op die weg van moeite en lijden is voorgegaan. Daarom gaat ook Zijn zorg met hen mee. Alles wat door de profeten over de Zoon des mensen geschreven is, moet in Hem volbracht worden: “En Hij is met de misdadigen gerekend” [22: 37]. Mijn discipelen, indien de wereld u haat, zo weet dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Maar al deze dingen moeten geschieden. Zo heeft Mijn Vader het gewild. Zo heb Ik het Zelf ook beloofd. In bereidwilligheid ga Ik deze weg. De weg van lijden en dood. Maar het is een Borgweg. Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood zou moeten sterven. Denk aan het oude profetenwoord: “… omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in de dood en met de overtreders is geteld geweest en Hij veler zonden gedragen heeft…” Het is over Mij geschreven, Mijn jongeren.

Wat is de reactie van de discipelen? Erkennen ze nu dat Hij de beloofde Knecht des Heeren is, de Zaligmaker van zondaren? Gaat hun nu licht op over de eerdere aankondigingen van Zijn lijden? Erkennen ze in Hem de van God gegeven Borg? Hoor wat ze roepen: “Heere, zie hier twee zwaarden!” Triomfantelijk tonen ze Hem hun zwaarden die ze kennelijk bij zich dragen. “Meester, we hebben er al op gerekend, hoor. We zijn goed toegerust. Zit over ons maar niet in. Wij redden het wel…” Zo zal ook straks Petrus in de hof het zwaard trekken. Maar de Meester zal hem terechtwijzen: “Doe uw zwaard in de schede. Want allen die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan.” Waar wijst het ons op? Dat de Borgweg van de Heere Jezus een heel eenzame is geweest. Hij heeft de pers alleen getreden – en niemand was bij Hem. Wat zal de Heere Jezus reden tot droefheid hebben gehad over zoveel onbegrip bij Zijn jongeren. Drie jaren hadden ze Zijn onderwijs ontvangen. Maar nog verstaan ze Zijn weg en werk niet. Zo’n volk heeft deze Zaligmaker! Dwaas in zichzelf en vol duisternis. Vol weerstand om door genade zalig te worden. Wat is er veel voor nodig om ze op hun plaats te krijgen. “En Hij zeide tot hen: Het is genoeg.” Met andere woorden: “Laat maar. Het is nu voldoende. We hebben er genoeg over gesproken. Na dezen zult u het verstaan.” En zo gaan ze naar buiten. Op weg naar de Olijvenhof. Op weg naar het lijden van die Ene. Maar van dat lijden en sterven geldt het in bijzondere mate: “Het is genoeg!” Het is volkomen genoegzaam. De dood van de Zoon van God is overvloedig voldoende tot verzoening van de zonden van zulke dwaze discipelen… Zo’n Zaligmaker heeft dit volk!


“Dit eerste woord op het kruis is een boodschap Gods, een prediking der ontdekking. Hier vernemen wij, dat de zonde is blindheid, en dat deze blindheid ons schuldig stelt voor God.” G. Wisse, De zeven kruiswoorden

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De twee zwaarden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 2010

Bewaar het pand | 12 Pagina's