Openbaring 20 (4)

Als we de beschrijving van de dagen voor Christus’ wederkomst in het laatste bijbelboek goed volgen, zien we dat het voor niemand meevallen zal in die tijd, of hij nu een schaap is of een bok. Maar zeker voor de schapen zal het niet meevallen; zij krijgen ook nog eens de haat en de vijandschap van Gods vijanden te verduren. Dat zien we als we verder gaan met de behandeling van Openbaring 20 de verzen 7 tot en met 10. Die tijd wordt beschreven als een heuse oorlog. Een machtige vijand valt de Kerk des Heeren aan! Een brullende leeuw springt op de slachtschaapkens van Christus af. Dat vijandelijke leger staat onder de angstaanjagende leiding van satan zelf: de vorst der duisternis zal het leger als generaal aanvoeren. Satan zal zijn soldaten rekruteren uit alle oorden van de wereld. Gods volk zit in alle hoeken van de wereld, maar de vijandige soldaten ook. Het leger van de duivel wordt genoemd, de Gog en de Magog. Opnieuw zien we dat het laatste bijbelboek terug gaat naar het Oude Testament. Ook in het Oude Testament wordt hier en daar gesproken over het einde der tijden. Al weten we dat een nakomeling van Ruben Gog heette, 1 Kronieken 5:4 en een nakomeling van Jafeth Magog, Genesis 10:2, toch moeten we hier uiteraard aan iets anders denken. En dan moeten we terug naar het boek van de profeet Ezechiel, de hoofdstukken 38 en 39. Wie in deze hoofdstukken precies worden bedoeld met Gog en Magog is niet helemaal duidelijk, maar dat het machtige vijanden van Israel zijn geweest, is weer wel duidelijk. En nog duidelijker is dat zij niet zullen overwinnen, al zijn ze met vele volken vergaderd en komen ze met een machtig groot leger tegen Israel op. Want de Heere zegt dat Hij hun boog uit hun linkerhand zal slaan en de pijlen uit hun rechterhand zal doen vallen en op het open veld zullen zij verslagen worden. Lees voor de duidelijkheid de hoofdstukken 38 en 39 van Ezechiel maar eens door. Had Israel alle reden om te sidderen voor de machtige vijanden, Gog en Magog genoemd, het zal voor de vijand uitlopen op een totale nederlaag en een groot massagraf. Het mooie en vertroostende in die moeilijke hoofdstukken is, dat niet Israel die machtige vijanden zal overwinnen, maar de Gód van Israel. Hij alleen zal het doen! En het geredde volk zal zich verheugen in een totaal verslagen vijand, een vijand door de Heere alléén verslagen! Zo krijgt niemand de eer dan de Heere alleen! Welnu, naar de opkomst van de vijand van God en Zijn Kerk verwijst Openbaring 20. De macht en kracht van de duivelse vijand, die de ganse wereld rekruteert om het heilige volk aan te vallen, mag niet onderschat worden. Maar Hij Die in de hemel woont zal lachen en met hen spotten en hen slaan met een ijzeren roede, Psalm 2. En het arme, zwakke, aangevallen volk van de Heere, zal straks de buit verdelen en zitten rondom vreugdevuren, waarin alle vijandelijke wapens verteerd worden! Zoals Israels machtige vijanden het land Israel omsingelden, zodat het land benauwd werd van alle zijden, zo zal de antichrist het volk van God omsingelen, hier genoemd de legerplaats der heiligen, vers 9. En zoals Israel zich niet kon redden uit de machtige klauwen van Gog en Magog, maar door de Heere werd gered, zo zal het ook in de eindstrijd zijn. God zal voor Zijn volk strijden en zij zullen stille zijn. Hoor maar: En er kwam vuur neder van God uit de hemel en heeft hen verslonden! Het gaat dus (goed verstaan, zou Wisse zeggen) niet om een strijd tussen twee machtige legers, namelijk het leger van de duivel en het leger van Sion, maar het gaat om de strijd tussen satan en Sions Koning. Vandaar de overwinning! De slachtschaapkens zullen ervaren dat ze een Herder hebben, de machtelozen een machtige Koning, de angstige kinderen een sterke Vader, de vreesachtige soldaten een overwinnend Generaal! Johannes op Patmos beschrijft ook deze dingen in de taal van het Oude Testament, vandaar dat, onder verwijzing naar Ezechiel 38 en 39 van Gods Kerk in het einde der dagen gesproken wordt als “de geliefde stad”. Uit dit Bijbelgedeelte concluderen dat de eindstrijd, hier beschreven, gelocaliseerd moet worden in het huidige land Israel, is een simplistische uitleg. We komen overigens nog terug, zoals beloofd en ook zoals mij verzocht werd, op de plaats van Israel in het einde der tijden. Hoewel Gods volk altijd al in de verdrukking heeft gezeten, zal dat, als satan de ruimte gegeven wordt, alleen maar toenemen. Een normaal functioneren in de maatschappij zal door de haters van God en Zijn Woord onmogelijk gemaakt worden. Zie Openbaring 13 de verzen 11 tot en met 18. Of je moet gaan heulen met de vijand en het beest aanbidden, dan zul je de vriendschap der wereld niet gauw verliezen, maar die van God wel! Dat zal de grote verleiding zijn in die dagen, meedoen, toegeven, halfslachtig leven, hinken op twee gedachten, enzovoort. Zien we de gevaren van onze tijd? Niemand zal in en van zichzelf de kracht hebben om staande te blijven. Maar zoals Sion in de grote eindslag zal merken dat hun Koning leeft en regeert, zo zal Gods Kerk van alle tijden en plaatsen het ervaren. Hoe donker ooit Gods weg moog’ wezen, Hij ziet in gunst op die Hem vrezen. Je kunt bang worden voor de vijand, maar banger nog voor jezelf! Het aanroepen van de Naam des Heeren zal in alle verdrukking meer dan ooit gepraktiseerd moeten worden, en wie Hem aanroept in de nood, vindt Zijn gunst oneindig groot! Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. En volharden kan een in zichzelf zwak en zondig mens alleen op zijn knieën, denk aan Daniël. En dan zal God je niet verlaten, hetzij dat de muilen der leeuwen gesloten worden, hetzij dat de leeuwen je verscheuren. Maar dan zitten we weer in het begin van Openbaring 20: En ik zag de zielen dergenen die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus en om het Woord Gods, en die het beest en deszelfs beeld niet aangebeden hadden, enzovoort (uitdrukkingen waar ik in een ander verband later nog op inga), en zij leefden en heersten met Christus de duizend jaren. Gods volk is al met al toch het enige gelukkige volk! En alle vijanden, de duivel en het beest en de valse profeet en al hun trouwe volgelingen zullen diep en doodongelukkig zijn, tot in alle eeuwigheid.

Wordt vervolgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen