Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theodorus van der Groe. De bekering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theodorus van der Groe. De bekering

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onmisbaar
De vorige keer trof u in deze rubriek een bijdrage aan over de bekering van de Joden. Maar niet alleen voor de Joden is bekering onmisbaar, het geldt ook de heidenen, het geldt ons allemaal. Waarachtige bekering is noodzakelijk zal het wel zijn voor de eeuwigheid. Waarachtige bekering is onmisbaar om de eer van God te gaan bedoelen in dit leven en eenmaal volmaakt tot eer van God te leven. Op de Pinksterdag werd de noodzaak van de bekering duidelijk verwoord door Petrus. Eerlijk had Petrus de zonde aangewezen die de Joden bedreven hadden. We lezen in Hand. 2:23 ‘Dezen, door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood.’ Petrus sprak niet in bedekte termen over de zonde die bedreven was, maar wees de ongerechtigheid concreet en duidelijk aan. Dit is ook het geval in Hand. 2: 36 ‘Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus Dien gij gekruist hebt.’ De Heere was in deze schuldig stellende woorden meegekomen. Er kwam verslagenheid in het hart. Het werd vernomen: ‘Wat zullen wij doen, mannen broeders?’ Daarop sprak Petrus ondermeer tot hen de volgende woorden: ‘Bekeert u.’ Ook de apostel Paulus heeft gesproken over de noodzaak van de waarachtige bekering. In heel het Oude en Nieuwe Testament wordt de noodzakelijkheid van de waarachtige bekering onderstreept. De profeten hebben tot bekering opgeroepen. Johannes de Doper heeft het gezegd ' Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.' De Zaligmaker Zelfheeft ook deze woorden op de lippen genomen: ‘Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.’ Op de Pinksterdag klonk het ook: ‘Bekeert u.’ Op de zendingsreizen van de apostel Paulus werd dit ook steeds verwoord. Ook vandaag dient in de prediking de eis van de waarachtige bekering door te klinken. Het getuigt van een verkeerde gemeentebeschouwing als dit ontbreekt, als er net wordt gedaan alsof (bijna) de gehele gemeente bekeerd is of als de eis van de bekering zo wordt ingevuld dat met het woord 'bekering' alleen de dagelijkse bekering bedoeld wordt. In de geschriften die vroegere predikers ons hebben nagelaten wordt over bekering gesproken. Het is een goede zaak daar kennis van re nemen. Het zal tegen ons getuigen indien we goede boeken in de boekenkast hebben staan en we hebben er niet in gelezen. Het is aangrijpend wanneer de nagelaten werken van vroegere predikanten wel geprezen maar niet gelezen worden. We willen iets doorgeven uit het werk van Theodorus van der Groe waarin duidelijk gesproken wordt over de bekering die nodig is om in te gaan in het Koninkrijk Gods. We doen dat door enkele dingen te vermelden uit een preek over Handelingen 20: 21 'Betuigende beide Joden en Grieken de bekering tot God, en het geloof in onze Heere Jezus Christus.'

Wat is bekering
Van der Groe begint met te stellen dat er twee dingen noodzakelijk zijn: bekering en geloof. In de preek over Hand 20:21 behandelt Van der Groe alleen de bekering. We geven een citaat: “Dat alle mensen waarachtig bekeerd moeten worden en gans en geheel veranderd en vernieuwd, zullen zij ooit met God gemeenschap kunnen hebben en zalig worden, leert ons de ganse Bijbel: het is overal ‘bekeert u\ wat gij in de Bijbel leest.” Van der Groe noemt bekering het fundament van de gehele godsdienst. Van der Groe stelt dat er maar weinig mensen echt bekeerd zijn en dat de meesten niet eens weten wat de bekering is, hoewel zij zich verbeelden bekeerd te zijn. Hij schrijft “en dus zijn wij dan ook over het grootste deel van onze gemeente in gegronde bekommernis, dat zij eeuwig moeten verloren gaan, en onbekeerd in hun zonden moeten sterven, als niet de Heere nog deze wonderen van genade en van bekering onder ons komt te verrichten.” Bekering is een werk van God in het hart van alle uitverkorenen door de Heilige Geest door middel van de prediking. Van der Groe omschrijft de bekering als volgt: “Bekering is eigenlijk dat grote genadewerk Gods, hetwelk de Heilige Geest komt werken in het hart van alle uitverkorenen, door middel van de prediking van het Goddelijke Woord, waardoor een arm zondaar zichzelf en zijn zondige en rampzalige staat recht leert kennen, zich met hartelijk berouw en droefheid voor God verootmoedigt en zichzelf door een waar en oprecht geloof wendt tot de vrije genade Gods in Christus Jezus, Welke hem i n het Evangelie geopenbaard wordt. Die deze vri je gunst gelovig met zijn hart omhelst, en zichzelf dooide kracht van de hemelse genade oprecht tot God bekeert, legt af de oude mens der zonde met al zijn boze werken, en doet aan de nieuwe mens, die naar God geschapen is enz., en is daarin door de kracht des Heiligen Geestes meer en meer voortgaande, totdat hij eenmaal door de dood alle zonden voor eeuwig aflegt, en volkomen naar Gods Beeld in Christus vernieuwd en veranderd wordt, om God eeuwig in volmaakte heiligheid en gerechtigheid te dienen.” De gevallen mens kan God niet geestelijk kennen. Zijn verstand is verduisterd en zijn oordeel verdorven. De mens mist alle kennis van God en is geheel duisternis geworden. De wil is onheilig, zondig en verdorven. De mens is een vijand van God, hij haat God en Zijn zalige gemeenschap. Hij is een slaaf van de zonde en een vriend van de satan. Wij zijn van nature kinderen des toorns, hebben Gods oordeel verdiend. Bekering is nodig zal daar verandering in komen. Zonder bekering moet de gevallen mens tot in eeuwigheid onder Gods toorn en gramschap verkeren. De zondige mens kan de weg terug tot God niet banen. De Heere Zelf heeft een weg bereid en gebaand. Christus is de Weg. De Heere toont de zondaar zijn verdorvenheid en zondigheid, dat hij zonder God en zonder Christus in de wereld is. Van der Groe schrijft dat de overtuigde zondaar niet weet hoe hij gebruik moet maken van Christus als de Weg tot de Vader omdat zijn verstand verduisterd is. De Heere openbaart Zijn Zoon in Wie alles is te vinden tot zaligheid. Op een zachte en liefelijke wijze wordt de wil bearbeid zodat de zondaar niets anders wil dan door Christus gezaligd te worden. Christus als de enige Weg ter zaligheid wordt aangenomen en omhelsd. Door Hem keert de zondaar terug tot God. De ziel wordt met Christus verenigd. De Geest des geloofs verenigt de zondaar met Christus. Het gaat om de waarachtige vereniging van de ziel met Christus door het geloof.

Vier zaken
Vier zaken vinden plaats door Woord en Geest. In de eerste plaats overtuigt de Heere door Woord en Geest de zondaar van zijn verloren staat. Hij ondertekent gewillig het vonnis van de eeuwige dood en beleeft dat het buiten hoop is. Ten tweede ontdekt God de verslagen en verloren zondaar Zijn Zoon Jezus Christus en Zijn genade in de belofte van het Evangelie ' door het gemoed van de zondaar zo krachtig van de waarheid van Zijn Evangelische beloften en van de volle algenoegzaamheid, bereidwilligheid en gepastheid van de Zaligmaker te vergewissen en te verzekeren dat de zondaar daar niet langer aan kan twijfelen, maar gans en al in zijn hart overreed wordt, dat Christus voor hem een volkomen Zaligmaker is en dat alles in Hem is. Ten derde doet God de zondaar gelovig tot Christus komen, doet Christus omhelzen en aannemen. De ziel geeft zich aan Christus over en betrouwt op Christus. In de vierde plaats doet God de ziel van de zondaar door het geloof de hemelse genade van Christus smaken. God verlicht het verduisterde verstand, rechtvaardigt de zondaar en neemt de zondaar aan tot een erfgenaam van het eeuwige leven. De vrede Gods die alle verstand te boven gaat wordt gesmaakt. Er komt nieuw goddelijk leven in de ziel en een heilige geestelijke liefde tot God. De zondaar is beschaamd en verlegen over zijn zondige verleden. Hij heeft God verlaten, onteerd en vertoornd. Dit wordt beleden en de aangeboden vergeving wordt aangenomen. De vorige zondige wegen worden gehaat en verfoeid. De begeerte leeft de Heere meer en meer te kennen, te dienen, te beminnen en te verheerlijken. Het verlangen leeft in de inzettingen en rechten van de Heere te wandelen. Hij is niet langer een dienstknecht van de zonde,maar een dienstknecht van de gerechtigheid.

Bijbelse woorden voor bekering
De bekering wordt genoemd een besnijdenis van het hart, het geven van een nieuw hart en van een nieuwe Geest in het binnenste van de mens. Het wordt ook genoemd: wedergeboorte, een nieuwe schepping, een trekken en levend maken, een opstaan uit de dood en een vernieuwing des Heiligen Geestes. In het Hebreeuws, de taal van het Oude Testament, treffen we twee woorden voor bekering aan. Het eerste woord betekent omkeren of cerugkeren. Iemand is op een dwaalweg, komt daar achter en keert zich om en gaat terug naar de weg waarvan hij afgedwaald is. De mens heeft de rechte weg verlaten en bevindt zich op een zeer gevaarlijke dwaalweg, hij is een verloren schaap. Het tweede woord voor bekering betekent droefheid, smart, berouw hebben. Als God een mens bekeert komen deze zaken in het hart. Er valt te denken aan Jer. 31:19 waar staat ' Zekerlijk, nadat ik bekeerd hen, heb ik berouw gehad, en nadat ik mijzelve ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt; ik ben beschaamd, ja ook schaamrood geworden. In de Griekse taal, de taal van het Nieuwe Testament, trei len we ook twee woorden aan voor bekering. We citeren Van der Groe: “Het ene woord zegt eigenlijk zoveel als een 'weder wijs worden ' en wordt gebruikt van een dwaas en zinneloos mens, die van zijn verstand en zinnen voor een tijd geheel beroofd geweest zijnde, nu weer tot zichzelf komt en tot zijn verstand, zodat hij wederom verstandig en gezond kan redeneren en handelen, gelijk wij dat zo vinden van de Koning Nebukadnezar (Dan. 4:14) en zo drukt dit woord dan wederom levend en klaar uit de staat en gelegenheid van de zondaar voor en in zijn bekering. Voordat de mens bekeerd wordt, leeft hij als een dwaas en zinneloos wezen daar zo heen, handelende in alles ganselijk dwaas en verkeerd, zonder nochtans in het minst zijn dwaasheid en verkeerdheid te kunnen merken, waarom de onbekeerden ons dan ook overal in de Heilige Schrift als zotten, dwazen en on wijzen, onwetenden, onvernuftigen enz. worden afgeschilderd, doch in de bekering, als God de mens tot zaligheid bewerkt, geeft Hij hem verlichte ogen des verstands, zodat de mens hier nu wederom nis tot zichzelf komt. God en zichzelf leert kennen, en de dwaasheid van zijn wegen nu klaar ziet, wordende daardoor nu wederom wijs tot zaligheid.’ Het tweede woord in het Grieks voor bekering betekent wederkeer oi terugkeer. We sluiten dit artikel af met enkele woorden van Van der Groe: “Och, dat het de Heere maar mocht behagen, het gewicht van deze bekering ons allen met kracht op het hart te drukken, en niet toe te laren, dat iemand van ons omtrent deze grote zaak nog langer voor zichzelf onverschillig blijve, opdat ons niet een haastig verderf overkome en wij onbekeerd komen over te gaan naar een rampzalige eeuwigheid”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2011

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Theodorus van der Groe. De bekering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2011

Bewaar het pand | 12 Pagina's