De vrouw van Lot, juist nu een waarschuwend beeld!
"Cedenkt aan de vrouw van Lot." Lukas 17:32
In onze dagen wijzen steeds meer tekenen erop dat Christus' komst ten oordeel dichterbij komt. Nu vraagt de Heere Jezus ons juist met het oog op deze komst te letten op een gestalte uit het verre verleden. Het is iemand die vluchtte voor de ondergang en op weg was naar het behoud, maar toch omkwam: de vrouw van Lot! Waarom moeten we in deze toch al zo benauwende tijden nu juist herinnerd worden aan de geschiedenis van deze vrouw? Is dat juist niet omdat we in de laatste dagen het grote gevaar lopen van een levenshouding als de hare... en van een levenseinde als het hare? Zeker, haar levensgeschiedenis blijft grotendeels in de schaduw. De Schrift gunt ons alleen maar een korte blik op de laatste bladzijde van haar levensboek. Maar die ene blik is wel voldoende om te zien waardoor haar leven ten diepste beheerst werd...!
God gaat Sodom van de aarde verdelgen, want haar ongerechtigheid schreit ten hemel. Eerst moet Lot echter door engelen gewaarschuwd worden: ,,Vlucht weg uit Sodom om aan het oordeel te ontkomen!" Maar Lot, zijn vrouw en dochters aarzelen. De engelen nemen hen bij de hand en trekken hen voort: ,,Vlucht! Haast u om uws levens wil en zie niet om op de weg!" Ten slotte gaan ze - ook de vrouw van Lot. Ze vlucht mee met haar man die ondanks alles toch een rechtvaardige was (vgl. 2 Petrus 2:8). Zo heeft ze heel haar leven al gehoord bij hen die God vrezen. Jaren geleden is ze in gezelschap van Abraham weggetrokken uit Ur naar het beloofde land. Ze heeft de altaren gezien die hij bouwde en wellicht zijn gebeden gehoord. Vele jaren heeft ze geleefd naast Lot, een man die de Heere vreesde en ze heeft gemerkt hoe zijn ziel gekweld werd door de zonden die in Sodom bedreven werden... En toch..., al heeft ze heel duidelijk de tekenen van Gods trouw en van Zijn gerechtigheid gezien, al heeft ze jaren met Gods volk omgegaan, deze dingen hebben geen werkelijke indruk nagelaten in haar leven. Haar leven is er niet echt door veranderd. En nu vlucht ze wel weg, maar haar hart heeft ze aan Sodom verloren. Haast onweerstaanbaar wordt ze naar haar huis, haar eigendommen, naar heel het leven in die stad getrokken. Daarom moet ze omzien: Nog een blik, waarin heel het heimwee van haar hart ligt opgesloten. En in die zonde van het toch omzien verstijft ze en wordt tot een zoutpilaar...!
Begrijpen we waarom de Heere Jezus in verband met Zijn naderende komst zegt: ,,Gedenkt aan de vrouw van Lot?" Juist in de tijd die aan die grote dag voorafgaat, is het gevaar immers levensgroot dat we op haar gaan lijken. Het is mogelijk dat we jarenlang omgaan met hen die de Heere vrezen en toch... onbekeerd blijven! Uiterlijk lijken we misschien wel bij Gods volk te behoren, maar ons hart is onverbroken gebleven.
De tekenen van Gods goedheid hebben ons niet vernederd en de dringende waarschuwingen heb ben ons niet echt getroffen. We leven door als vreemdelingen van Gods genade en we haasten ons niet om onzes levens wil...! Het kan ook zijn dat we zo vast zitten aan de dingen van deze aarde: we hebben ons hart verloren aan ons huis, ons bezit, ons "goede" leven, of we zijn druk met ons werk en met onze grote of kleine zorgen. Voor God en Zijn Woord is echter ten diepste bij ons geen plaats...! Misschien heeft een stuk wereldsgezindheid zijn intrek genomen in ons leven. Steeds meer wordt in deze wereld dat wat de Bijbel zonde noemt "gewoon" gevonden. En heel ongemerkt worden we door die geest beinvloed: we gaan meedoen met wat iedereen vandaag doet en langzaam maar zeker gaat de wereld de toon aangeven in ons leven.
In het bijzonder als u in bovenstaande regels iets van uw eigen portret geschetst ziet, zegt het woord van de Heere Jezus tot u: ,,Denk toch aan de vrouw van Lot!" Ja, niemand kan zich aan de klemmende ernst van deze oproep onttrekken! Want de Grote Profeet dringt er in deze woorden op aan dat we ons haasten, opdat we niet omkomen, maar behouden worden. Dit behoud is te vinden in Hem die hier spreekt. God heeft Hem gegeven als Heere en Zaligmaker. Hij is gekomen om het verlorene te zoeken. Bij Hem is vergeving, ook voor de ergste zonden; bij Hem is rust voor het onrustig hart. Nog dringt Hij aan; nog nodigt Hij: vlucht tot Mij! Maar haast u...! Zie niet om.J Want nu de dag nadert dat Hij komen zal, staat de zoutpilaar in het dorre gebied van de Dode Zee als een opgeheven vinger tegen de hemel: gedenkt aan de vrouw van Lot!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 27 november 2012
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 27 november 2012
Bewaar het pand | 12 Pagina's