De plaats van Gabriël

Net als de vorige keer een vraag uit Alphen. Deze vraag luidt als volgt: Het valt op dat er in Lucas 1 vers 11 nauwkeurig wordt beschreven de plaats waar de engel stond toen hij met een heerlijke boodschap tot de oude priester Zacharias kwam, namelijk aan de rechterzijde van het reukofferaltaar. Heeft deze plaatsaanduiding betekenis en zo ja, welke? De dag waarop Zacharias het heilige mocht betreden om het reukofferaltaar te bedienen was voor hem een hoogtijdag! Het lot was op hem gevallen en het beleid daarvan is immers van de Heere? Wat deed de priester Zacharias daar die morgen? Hij verrichtte daar een heilige handeling die elke morgen en elke middag plaats vond, namelijk de bediening van het reukofferaltaar. Het gouden reukofferaltaar stond midden voor het voorhangsel in het heiligdom. Op een aantal vurige kolen werd een offer van reukwerk geofferd. Dat reukwerk bestond uit wierook en andere heerlijk ruikende specerijen. Op de voorhof werd een zoenoffer gebracht en voor die hof stond het volk te bidden om Gods zegen en te wachten op die zegen. De priester in het heilige bediende ondertussen het reukaltaar zodat er een liefelijke en aangename reuk naar boven steeg, met de zinnebeeldige betekenis om het gebed van het volk voor de heilige God aangenaam te maken. Ook in Openbaring 5 en 8 lezen we van reukwerk en daarmee wordt bedoeld de gebeden der heiligen. De gebeden der heiligen moeten echter geheiligde gebeden worden en dat kan alleen om de grote, biddende en ook dankende Hogepriester over Gods huis, namelijk de Heere Jezus Christus. Het offer van Christus is aangenaam in Gods ogen en liefelijk in Zijn neusgaten en om Zijnentwil verhoort God het gebed van Zijn wachtend en hopend volk. Maar de vraag is dus naar de plaats die op die wonderlijke morgen door de engel Gabriël wordt ingenomen, namelijk aan de rechterzijde van dat reukaltaar. Hij stond daar. Dat allereerst. Dit staan is uit eerbied. Eerbied voor God omdat het immers Zijn huis is. Als je nu het heiligdom als priester binnen ging, zag hij rechts van zich de tafel der toonbroden en links de gouden kandelaar. Daartussenin stond dan het reukofferaltaar. Plotseling ziet Zacharias de engel staan en wel rechts van het altaar. Het vermelden van de rechterkant mag opgevat worden als een aanduiding van de hoogheid van de engel; het was een bode door God gezonden, hij kwam namens de Heere, en van de engelen was hij ook nog eens een aartsengel. Maar de positie die de engel innam duidde meer dan op zijn hoogheid op het belang en de grootheid van zijn boodschap! Hij komt met een heilrijke en heerlijke boodschap. Die boodschap had alles te maken met het gebed van het volk daarbuiten, het gebed om het beloofde heil, het gebed om de komst van de Beloofde, de Heiland! Om de komst van het Kind bad het volk buiten het heiligdom, maar het was ook het persoonlijk gebed van allen die de vertroosting Israels verwachten. Zacharias en Elisabeth hadden menigmaal gebeden om een kind, maar het gebed had geen verhoring gevonden. Nu echter is Gods tijd gekomen en dat niet alleen. De heilstijd is aangebroken! Het kind dat zij zouden krijgen zou namelijk de voorloper van het Kind, de Zoon van God worden! Een belangrijke boodschap, gebracht door een belangrijke boodschapper. Vandaar die plaats aan de rechterkant van het reukofferaltaar. Het gebed om heil is niet tevergeefs geweest. God werkt uit genade en omdat Hij het beloofd heeft, maar nooit zonder het gebed. Vandaar dat de engel bijvoorbeeld niet bij de kandelaar of de tafel der toonbroden ging staan, maar bij het reukofferaltaar. Laat het Gods Sion van alle tijden en plaatsen moed geven: God hoort het gebed. Och Heere, geef nu heil, och Heere, geef nu voorspoed! En vertoeft Hij te komen, vertoef echter niet te bidden en uw noden in Jezus’ Naam aan het hemelhof bekend te maken. En vergeet het niet: Gij die God zoekt, in al uw zielsverdriet, houdt aan, grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven. Nooddruftigen, veracht Zijn goedheid niet, nooit zal Hij Zijn gevangenen begeven! Om het grote Offerlam, Jezus Christus! Tot zover de beantwoording van de vraag. Als we dit nummer van ons blad lezen ligt de eerste zaterdag na Pasen inmiddels ook weer achter ons. Een vreemde gedachte dat we nu geen voorjaarsbijeenkomst van Bewaar het Pand meer hebben. Dat is wel even wennen en ik begreep uit allerlei reacties dat velen het jammer vinden. Nu, wij als bestuur ook hoor. Maar het was onmiskenbaar dat de belangstelling terugliep. Een spreker erbij van buiten (HHK) bracht ook al geen opleving. Ouderen vallen weg. En er zijn zoveel andere dingen ook. Laten we ons nu maar richten op de najaarsbijeenkomst op Urk. Het is en blijft immers goed om elkaar te ontmoeten. Maar het blijft jammer dat het nu maar ene dag in het jaar is, dat wel. Ouderen vallen weg, ook bij de jaarlijkse bijeenkomst op Urk vallen gaten. Opnieuw is door het heengaan van een trouwe bezoekster, namelijk mevr. Martens-Post uit Ommen, een grote lege plaats in familie en onze kerken gevallen. Maar daarboven in de hemel bij God heeft zij nu een plaats mogen innemen, haar van eeuwigheid bereid. Ook zij kende het geheim van een biddend leven. Zij mocht haar wens verkrijgen en lieve lezer, laten we maar hartelijk jaloers zijn op Gods volk hoor, want er is geen gelukkiger volk dan dat volk. Omdat hun God zo eeuwig goed is en hoort naar het gebed van een ellendige! Allen hartelijk gegroet en we hopen tot een volgende keer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen