Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Petrus Wittewrongel, Christelijke huishouding, gebonden, 597 blz., € 39,80 , Uitgave Landelijke Stichting ter bevordering van de Staatkundig Gereformeerde beginselen, ISBN 978-90-77530-11-5. Deel 1.
De Amsterdamse predikant en nadere reformator ds. Petrus Wittewrongel (1609-1662) voltooide in 1661 zijn veelomvattend tweedelig handboek voor een gereformeerde gezinsopvoeding en gezinsreformatie. Hij beoogde met zijn schrijven de huisgezinnen om te vormen tot ware kerken in het klein en om leer en leven in overeenstemming met elkaar te brengen, opdat Gods Naam verhoogd en van kind tot kind voortgeplant zou worden en de huisgezinnen een zoutend zout in kerk, staat en maatschappij zouden mogen zijn. Het is een goede zaak dat dit werk opnieuw wordt uitgegeven. Het is in de hedendaagse taal overgebracht door dr. J.A. Bunt en is gecorrigeerd door de neerlandicus R. Mulder. In herspelde vorm zal deze serie uit vijf boeken gaan bestaan van ongeveer 600 pagina’s. Het eerste deel bevat een uitvoerige en leerzame inleiding van prof. dr. W.J. op ’t Hof over het leven en werk van ds. Petrus Wittewrongel. Op blz. 37 wordt het werk van ds. Wittewrongel door prof. dr. W.J. op ’t Hof terecht aangeduid als een huwelijks- en gezinsethiek. “De auteur geeft het gewicht van het huwelijk aan, laat zien hoe men een huwelijk aan moet gaan en hoe de leden van een gezin zich onderling tot elkaar te gedragen hebben, met inbegrip van het dienstpersoneel. “ De vijf delen worden alleen per serie verkocht voor € 199,-- totaal. In deel 1 gaat ds. Wittewrongel in op het door God ingestelde huwelijk tussen een man en een vrouw. Daarna behandelt hij de plichten van de vrouw tegenover haar man en van de man tegenover zijn vrouw. Ook komen de plichten van dienstknechten en dienstmaagden aan de orde. In deel 1 maakt Wittewrongel ook een begin met het bespreken van de zaken die nodig zijn voor een goede, godzalige besturing van een huisgezin. Hij onderstreept dat de ware godzaligheid meer inhoudt dan alleen maar een burgerlijke wandel en een uiterlijke gedaante van godzaligheid. Het komt aan op de zielsbevindelijke doorleving van de genade die de Heere naar Zijn welbehagen schenkt. Dit geldt vaders en moeders, maar ook hun kinderen. Alleen dan is er sprake van een goed voorbeeld voor anderen. In onze tijd wordt terecht aandacht gevraagd voor de huisgodsdienst. Het werk van ds. Wittewrongel biedt in dit opzicht veel. We willen het van harte aanbevelen. Voor de prijs hoeft u het niet te laten. Voor een gebonden boek van deze omvang is het zeker niet te duur. Prof. dr. W.J. op ’t Hof besluit zijn inleiding met de volgende woorden: “Oeconomia Christiana is een werk dat bij uitstek geschikt is om ons toe te rusten voor het heden in de strijd tegen de moderne en antichristelijke tijdgeest en cultuur en om ons voor de toekomst terug te werpen op het kleinste en laatste maatschappelijk verband dat ons rest, als de Bijbelse leer en praktijk uit alle sectoren van het publieke bestaan verwijderd zullen zijn. De Heere geve ons de keuze van Jozua in het hart en in de hand: ‘Maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen’, en Hij ontferme zich over de opkomende generatie(s).” Tenslotte enkele regels uit de aanspraak van de auteur tot de kerkelijke ambtsdragers (blz. 73): “Nooit is er minder zaligmakende kennis en kennis die naar de godzaligheid is, onder ons geweest. Heiligen in naam zijn er genoeg, zo niet te veel in de wereld. Maar nooit was er een geringer getal van heiligen die dat metterdaad zijn. Zij verminderen nog alle dagen zeer. Men spreekt maar al teveel over de consciëntie en nooit was er minder oefening om altijd een onergerlijke consciëntie te hebben bij God en de mensen. Wij spreken veel over de godzaligheid, maar er wordt weinig oefening van de ware godzaligheid onder ons gevonden. Wij beleven nu die laatste zware tijden waarvoor de apostel Paulus zijn Timotheüs al gewaarschuwd heeft, waarin allerlei zonden en gruwelen zouden vermenigvuldigd worden en de mensen wel ‘een gedaante van godzaligheid’ hebben, ‘maar de kracht derzelve verloochend hebben’ (2 Tim. 3:1-6).”

M.H. Karels- Meeuse, Olie in haar lamp, gebonden 135 blz., € 15,90, Uitgeverij Den Hertog, Houten, ISBN 978-90-331-2589-8.
In dit boek treffen we levensschetsen aan van vijfentwintig vrouwen van wie de namen in de geschiedenis zijn blijven doorklinken. In veel opzichten waren deze vrouwen verschillend. Er zijn er bij van hoge afkomst en van eenvoudige afkomst. Er zijn gehuwde en ongehuwde vrouwen. Vrouwen uit Nederland en uit andere landen. Maar deze vijfentwintig vrouwen hadden de vreze Gods gemeenschappelijk. De auteur schetst in het kort de levensgang van deze vrouwen en door toevoeging van eigen brieven, dagboekaantekeningen of andere geschriften wordt een kijkje gegeven in hun persoonlijke leven. Het gaat er niet om deze vrouwen te verheerlijken, maar om het werk Gods in hen op te merken. Enkele vrouwen willen we noemen: Monica (de moeder van Augustinus), Lioba (nicht van Bonifatius), Juliana van Stolberg, Sara Nevius, Mary Suart II, Maria Louise van Hessen Kassel (Marijke Meu), Selina Hastings (gravin van Huntingdon), Geesjen Pamans, Mary Winslow, Sukey Harley en Elisabeth Groen van Prinsterer. In deze korte bespreking willen we iets doorgeven uit het leven van Lioba. Hoewel er in Leeuwarden en Dokkum een Liobastraat is, is zij toch niet zo bekend. Lioba (deze naam betekent ‘geliefde’) was de nicht en helpster van Bonifatius. Zij werd rond het jaar 710 geboren uit een oud adellijk geslacht in Engeland. In het jaar 723 werd zij naar een klooster gebracht. Als opgroeiend meisje las ze veel in de Heilige Schrift, zij kende de Latijnse taal en maakte gedichten in het Latijn. Bonifatius, de grote zendeling van Duitsland, schreef een brief aan het klooster waar Lioba verbleef met de vraag om helpers en helpsters. Lioba en enkele vriendinnen vertrokken naar Duitsland. Bonifatius was heel blij met hun komst en wees zijn nichtje het klooster Bischofsheim aan. Hier kon zij jonge meisjes en vrouwen winnen en vormen voor de dienst van de Heere. Op een dag werd er bij de kloostermuur een pasgeboren baby gevonden. Dit gaf geruchten over de gang van zaken in het klooster. Lioba rustte niet voordat deze zaak was uitgezocht. Zij smeekte de Heere om de smaad van het klooster weg te nemen. Dan lezen we op blz. 18 “Plotseling kwam er een bode aansnellen met de boodschap dat er een bedelares aan de poort stond, die zei dat zij het kindje bij de muur te vondeling had gelegd. De laster en de smaad was weggenomen!” Zo staan er vele lezenswaardige dingen in het boek. Vergun mij een slotopmerking te maken: De jaartallen zijn niet allemaal juist, maar dit doet verder niets af van de waardevolle inhoud van het boek.

Ds. A. Schreuder, Vergeven, gebonden, 124 blz., € 15,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978-09- 336-04539.
De ondertitel luidt: ‘dat gaat zomaar niet.’ Het boek is de uitwerking van een inleiding gehouden op een regiodag van de Bond van Vrouwenverenigingen der Gereformeerde Gemeenten in Kampen 16 februari 2012. Het thema van die dag was: ‘Schuld en vergeving.’ Als leidraad heeft de auteur genomen hoe de Heere Jezus in de vijfde bede van het ‘Onze Vader’ de vergeving der zonden verbindt met het feit dat wij elkaar de schulden moeten vergeven. Vanuit de schuldvergeving door God komt voort dat vergeving mogelijk is als gave maar ook noodzakelijk is als opdracht. Uit de ondertitel blijkt dat het erkennen van schuld niet vanzelfsprekend is en dat vergeving soms heel moeilijk is. Beide zijn moeilijk, maar toch ook mogelijk. Het boek bestaat uit drie delen die samen een geheel vormen. Het eerste deel gaat over het wonder dat er bij God, om Christus’ wil, vergeving mogelijk is en dat de Heere dat uit genade wil schenken. Schuld erkennen en belijden omdat we tegen de Heere gezondigd hebben, is de weg waarlangs ervaren mag worden dat er bij de Heere vergeving is voor de grootste der zondaren. Het tweede deel gaat over de vergeving aan mede-zondaren. In de vijfde bede van het Onze Vader en de uitleg die de Heidelbergse Catechismus daarbij geeft, komt naar voren dat vergevensgezindheid ten opzichte van de naaste een Bijbelse opdracht is en ook een gave die de Heere wil schenken. Hier komt ook aan de orde hoe vaak we hebben te vergeven. In het derde deel worden situaties behandeld die zich in het pastoraat voordoen en die te maken hebben met schuld en vergeving in de praktijk van alledag. We willen besluiten met het slot van dit inhoudsrijke boek (blz. 123 en 124) “Schuld en vergeving: een onoverbrugbare kloof? In de menselijke verhoudingen hier op aarde is dit helaas werkelijkheid. We mogen de gebrokenheid van deze wereld echter niet als een excuus gebruiken om niet te staan naar het erkennen van schuld en het oprecht vergeven. We moeten wel leren erkennen dat de gebrokenheid niet alles heelt, zoals de Heere dat in Zijn Woord voorschrijft. Als door de ene partij echte heling in de weg wordt gestaan, hoeft dat niet te betekenen dat de andere partij toch niet iets van heling kan ervaren. De kloof naar de ander is wel onoverbrugbaar, maar er is dankzij het loslaten en overlaten aan de Heere toch een brug geslagen waardoor men verder kan, namelijk in de wetenschap dat de Heere alles weet en Hij ons beter kent dan wie ook. Hij kent volmaakt het hart en de begeerte om te vergeven. Wat tussen mensen in dit leven soms niet te overbruggen is, geldt gelukkig niet voor onze verhouding tot de Heere. Als we het wonder van Zijn schuldvergevende genade mogen kennen, zal dat als vrucht hebben dat we van harte genegen zijn onze naaste te vergeven en dan begeren we zelfs onze vijanden wel te doen. Dan mag iets beoefend worden van wat de Heere Jezus heeft gezegd: ‘Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw ziel.’ Dan hebben we niet de behoefte om boven de ander te gaan staan, maar voelen we ons wel vrij ten opzichte van de ander. Vrij in de zin dat we ons niet meer geknecht voelen door wat de ander voelt, denkt of doet. Dan kunnen we het werkelijk loslaten en het aan de Heere overgeven.”

Ds. M. van Kooten, De tweede brief aan Korinthe, gebonden, 187 blz., € 14,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978-90-336-08537.
De auteur is predikant van de hervormde gemeente te Elspeet. Dit boek over de tweede brief aan Korinthe verscheen in de serie ‘Aan u geschreven’. De ondertitel luidt: ‘Om uwentwil arm.’ Die ondertitel is ontleend aan 2 Kor. 8:9 ‘Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.’ De tweede brief aan Korinthe wordt ook wel een collectebrief genoemd. Paulus wekt de gemeente op om ruim bij te dragen aan een collecte die gehouden wordt ten behoeve van de arme gemeente in Jeruzalem. Christus wordt ten voorbeeld gesteld: Hij was rijk en werd arm om armen rijk te maken. We willen iets doorgeven wat we lezen op blz. 126 “Nu wordt nog een ander voorbeeld genoemd, namelijk de Heere Jezus. Hij woonde in de hemel, maar kwam op de aarde in de diepste armoede om daardoor straatarme zondaren rijk te maken. De rijkdom van het zalig hemelleven, de heerlijkheid die Hij bij de Vader had, is niet in woorden uit te drukken. Dit heerlijk oord verliet Hij. in vernederende omstandigheden werd Hij geboren. Hij Die de ganse aarde tot Zijn beschikking heeft, had soms geen plek waar Hij Zijn moede hoofd kon neerleggen, terwijl er voor de vogeltjes wel een nestje was en voor de sluwe vos zelfs een hol. Zijn diepste armoede wordt vertolkt in het lijdensevangelie. Daar vernedert Hij Zich tot de vloekdood aan het kruishout. Zwaargewond en naakt hangt Hij daar, terwijl de hemel gesloten is. De bekende ds. F. Bakker schrijft in een kerstpreek over vers 9 ‘Wij zeggen wel: een rijke Christus voor een arme zondaar, maar in zekere zin is Kerstfeest: een arm geworden Christus en een rijke zondaar.”

Prof. G. Wisse, Uit het zielenleven, paperback, 88 blz., € 9,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978-90- 336-07790.
De ondertitel luidt: ‘Pastorale handreiking over de zekerheid van het geloof.’ De Schotse predikant Ralph Erskine (1685-1752) schreef in 1742 een brief aan een vrouw over de enige en zekerste grond van het geloof. Naar aanleiding van deze brief, die in dit boekje is opgenomen, schreef prof. G. Wisse een pastorale handreiking over de zekerheid van het geloof. Prof. G. Wisse (1873-1957) was in zijn tijd heel bekend. Hij is als gereformeerd predikant begonnen. In 1920 verzoekt hij om toelating tot de Christelijke Gereformeerde Kerken. In 1928 wordt hij benoemd tot docent in Apeldoorn. In 1936 legt Wisse het docentschap neer en dient nog enkele gemeenten tot hij op 1 mei 1946 met emeritaat gaat. In 1957 overlijdt hij op 84-jarige leeftijd. Veel boeken heeft hij geschreven. Het boekje ‘Uit het zielenleven’ is taalkundig geheel herzien. Het verscheen in 1911 voor het eerst. Prof. Wisse wijst de lezers erop dat zij niet moeten zoeken naar gevoelige kenmerken in hun eigen hart om daar de zekerheid op te bouwen, maar hij wijst ze op de enige en volkomen Zaligmaker Jezus Christus. Wisse tekent wat echt en wat niet echt is. Het zaligmakende geloof wordt nagebootst. Daarom legt Wisse er de Bijbelse maatstaf naast. Door het onechte aan te wijzen komt aan het licht wat echt is. Aan het eind van zijn verhandeling noemt Wisse enige kenmerken van het nieuwe leven. We citeren wat we lezen op blz. 83 en 84 “Tijdgelovigen zeggen dat ze Christus nodig hebben als priester voor de vergeving van hun zonden, maar hebben geen last van hun blindheid, onmacht en onwil. Daarom menen zij Christus als profeet en koning wel te kunnen missen. Een mens die door de Heilige Geest is wedergeboren, vraagt echter naar Christus omdat hij Hem nodig heeft in Zijn priesterlijke bediening. Omdat hij al zijn eigengerechtigheid heeft leren kennen als bedrieglijk en verwerpelijk. Zo iemand heeft Christus nodig om in Hem alleen zijn vrijspraak voor God te vinden. Hij heeft Christus echter niet minder nodig als profeet en koning. Dat is een belangrijk kenmerk: men zal zich gewillig stellen onder de heerschappij van Christus. De ware ontdekking maakt dat we in ons niet alleen de verdoemende, maar ook de tiranniserende macht van de zonde ontwaren. Door de zonde zijn wij niet alleen verdoemelijk voor God, maar ook slaven van de zonde. We kunnen en willen niet anders dan de zonde gehoorzamen. We hebben de genade van Christus daarom niet alleen nodig om ons te verlossen van de vloek van de wet. Het is ook nodig dat Hij ons gewillig maakt om voor God te leven. We zien ernaar uit dat hij de macht van de zonde breekt en Koning wordt over ons hele bestaan. Het is ons verlangen dat Hij door Zijn Geest Zijn geboden op de tafel van ons hart schrijft. Het wordt in ons leven het diepste verlangen: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Dit wil niet zeggen dat we geen afwijkingen, onwil en tegenstand meer aantreffen in ons hart. Wel wordt dat ons tot schuld, het wordt een last. De onheiligheid van het hart wordt voor ons zo onuitstaanbaar, dat we ermee naar Jezus gaan. Daarin erkennen we Zijn absolute zeggenschap over ons leven.”

W. Schippers, De vrijwlliger van 1830, gebonden, 248 blz., € 13,95, Uitgeverij ‘de Ramshoorn’, Goes, ISBN 9789-461150-455.
Ondertitel : ‘Wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint….’ Dit boek uit de Schippersserie gaat over de tijd van de oorlog met het latere België. Na de Franse tijd waren Nederland en het tegenwoordige België samengevoegd onder koning Willem I. Maar in het zuiden rees verzet. Onder leiding van de Prins van Oranje trekken soldaten op tot vlak voor Brussel. Dan dreigt er oorlog met Frankrijk en word de vrede met ons tegenwoordige buurland afgedwongen. Ook dit boek zal zijn weg wel vinden onder hen die graag de boeken van Schippers lezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 februari 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 februari 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's