Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het rijke wonder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het rijke wonder

DL, hoofdstuk 3 en 4, art. 12

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weerklank
Tot het kerkelijk spraakgebruik behoorde in de vorige eeuw de uitdrukking: weerklank op de bergen. Een gezegde ontleend aan de Schrift, Ezech. 7:7. Wanneer deze uitdrukking nu wordt gebruikt, kan dit vreemd overkomen. Spraakgebruiken kunnen veranderen. Toch kan het genoemde gezegde nog gebruikt worden. Want we kunnen weten wat weerklank of echo is. Het is weerkaatsing van geluid. Het wordt gehoord. Verstaan. Als variant daarop behoort een ambtsdrager bijzonder te kennen en te verstaan wat in DL 3 en 4 van de Leerregels beleden wordt. Een instemmende reactie mag niet ontbreken. Want de Schrift spreekt. Dit is ook het geval bij wat we lezen in art. 12.

Wonderen
Er wordt op gewezen wat God de Heere doet. Hij verlicht het verstand door de Heilige Geest. Het hart wordt geopend. Het hart is van nature gesloten voor de Heere en voor Zijn Woord. De Heilige Geest doet machtige wonderen. De wil krijgt nieuwe levenstrekken. Wat innerlijk werkt, wordt openlijk bemerkt. Het wordt gehoord en gezien. Een duidelijk beeld daarvan lezen we in Handelingen 16. Daar lezen we hoe het ging met Lydia en de stokbewaarder. Dit zijn werkelijkheden uit het verleden, maar de Heilige Geest werkt het vandaag nog. Het nieuwe leven brengt vruchten voort van geloof en bekering. Dit alles staat niet buiten de wedergeboorte. Het is er de vrucht van. Zonder de vernieuwende daad van God door Zijn Geest, kent men niet meer dan dit leven. Op zich is dit leven niet onbelangrijk. Ons leven is Gods gave. Het is door Hem gewild. Calvijn zegt: Wij zijn er om Gods wil. We worden ook door Hem verzorgd. Geholpen. Geleid. Maar we zijn onvernieuwd. Als Paulus het heeft in de brief aan Efeze over hun eertijds, dan sluit hij zichzelf er bij in (Efeze 2:3). Tot eer en verheerlijking van God kon hij schrijven (Ef. 2:4 en 5): de levendmakende daad Gods had de Heere in zijn leven laten werken. Op zich een daad waar het op aankomt.

God begint
Niet de mens begint, maar God. Het geestelijke leven begint niet bij geloof of geloven, maar bij wedergeboorte. Het onderwijs van Jezus aan Nicodemus komt ook tot ons. Vandaar dat de opstellers in art. 12 niet kunnen en willen nalaten te wijzen op het machtige, rijke, blijvende werk van God in de wedergeboorte. Met nadruk wordt beleden: Die God zonder ons in ons werkt. Dat dit zo wordt uitgedrukt, houdt ook verband met het spreken van de Remonstranten. Zij leren: als God een mens wil leiden tot de wedergeboorte, dat de mens dit kan tegenstaan, zelfs beletten. De mens kan meewerken dat het gebeurt en tegenwerken dat het niet gebeurt. Dit spreken is net zo erg als de ontkenning van het Goddelijke wonder in de mens. Er heerst in de kerken misleiding. Ethische en sociale zaken lijken van meer belang te zijn dan zielsbearbeiding van gemeenteleden en het doorgeven in woord en daad hoe heerlijk in de Schrift over de genoemde zaken wordt gesproken. Zaken die zich beperken tot het innerlijke leven, maar die doorwerken en richting geven in het dagelijks leven. Zelfs kracht en steun geven. Die heerlijke werking, terecht genoemd door de opstellers, wordt nader beschreven in het tweede gedeelte van artikel 12.

Wedergeboorte
De wedergeboorte door God gewerkt wordt onderscheidenlijk naar de Schrift weergeven. Vanzelf wordt allereerst benadrukt dat de wedergeboorte bovennatuurlijk is. God de Heere werkt krachtig en onwederstandelijk door Zijn Geest in het hart. Tegenwerking en tegenstand kunnen het wonder van de wedergeboorte niet tegenhouden. Van die Goddelijke werking zeggen de opstellers dat zij ook zoet is. Zeer zoet zelfs. Wedergeboorte heeft een aangename werking. De liefde van God gaat mede werken in het hart. Daardoor komt er een betrekking op de Heere, op Zijn Woord, op Zijn dag en op Zijn dienst, op Zijn huis en op Zijn volk. Die zaken kent een wedergeborene. Het gevoelsleven is daarbij betrokken. Het wordt zelfs beheerst door de liefde. De wil wordt vernieuwd. Een wedergeborene gaat willen wat God wil. Welk een verandering is er gekomen in het leven. Door de zonde beheerst eigen wil het doen en het denken, al zijn er geen uitspattingen in het leven. Het ik, het ego van de mens, heerst. Het kan zelfs zijn dat men door een bepaalde wijze van leven of door een bepaalde daad meent God te vrezen of meent Hem een dienst te bewijzen. Denk aan Saulus van Tarsen. Maar ziet hoe het werd. Als een blinde, als een overwonnene, kwam hij op de grond te liggen en vroeg: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal. Dat is een levenskenmerk van een wedergeborene. De opstellers zeggen dat God de Heere door Zijn Geest niet alleen werkt in de wil, maar het wilsleven ook stuurt. Paulus schrijft aan de Filippenzen (2:13) Het is God Die in u werkt, beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.

Geloof en bekering
Het nieuwe leven leidt tot geloof en bekering. Laten we er niet overheen lezen wat art. 12 belijdt: door de genade die men ontvangen heeft, komt men tot geloof en bekering. Dit is geen dogmatische stelling, maar het is een nazeggen van de Schrift. De daad van God in de mens leidt tot de daad door de mens. Door het wederbarende werk van de Heilige Geest wordt in het hart gewerkt het geloofsvermogen en daardoor de geloofswerkzaamheden met de geloofsovertuiging, de geloofsbeaming van wat in zondag 7 staat. Het weten, het geloven, dat alles waarachtig is wat God ons in Zijn Woord heeft geopenbaard. Allereerst wordt van harte geloofd wat God zegt van Zichzelf en wat Hij van mij zegt. Ook wat Hij zegt van Jezus Christus en van de Heilige Geest. Het leven van de wedergeborene laat bekering zien. In de vorige eeuw werd al gezegd: wie wedergeboren is, krijgt allereerst zaligmakende kennis van God en van zichzelf met werkzaamheden. Het beeld van de verloren zoon werd gebruikt. De Godskennis en de zelfkennis zijn geen voorwaarden voor de Christuskennis, maar de weg waardoor Christuskennis verkregen wordt. Gelijk wedergeboorte leidt tot geloofskennis en tot waarachtige bekering.


D.V. Zaterdag 3 mei
Op aandrang heeft het bestuur van Bewaar het Pand weer een ontmoetingsdag in Werkendam georganiseerd. Een dag van betekenis. Samen bidden tot God, luisteren naar het Woord van God, zingen uit Zijn Woord en het onderling contact. Kunt u komen? Blijf niet thuis! Hopelijk tot ziens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het rijke wonder

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's