Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jachin en Boäz

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jachin en Boäz

‘De rechter pilaar opgericht hebbende zo noemde hij zijn naam Jachin en de linker pilaar opgericht hebbende, zo noemde hij zijn naam Boaz’ (1 Kon. 7:21).

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kunstzinnig aangelegde Huram Abi, die in dienst van koning Salomo staat, is bezig met het vervaardigen van allerlei voorwerpen, die een plaats zullen krijgen in de in aanbouw zijnde tempel. Bij die dingen horen ook twee koperen pilaren.
Het zijn indrukwekkende zuilen, 9 meter hoog, met daar bovenop nog eens kunstige kapitelen, waardoor ze in totaal een hoogte hebben van bijna 12 meter. Ze krijgen een plaats tegen de voorkant van de tempel, de ene zuil rechts en de andere links. Ze zijn bedoeld als versiering en hebben daarbij een symbolische betekenis. Wat die betekenis is kan afgeleid worden uit de namen die Salomo aan hen geeft: de namen Jachin en Boäz.

Nee, ze staan daar niet omdat Salomo op het idee gekomen was ze daar neer te zetten. In de tempel mag alleen staan wat door de Heere bepaald is, net zoals dat was bij de tabernakel, die in de woestijntijd werd vervaardigd. Toen had de Heere aan Mozes op de berg laten zien hoe Hij wilde dat de tabernakel eruit zou zien. Ten aanzien van de tempel heeft de Heere net zoiets gedaan. Hij had door de Heilige Geest aan David een model, een soort blauwdruk, getoond, waaruit Salomo kon zien hoe de tempel zou moeten worden (1 Kron. 28: 11,12). Dat Salomo de pilaren Jachin en Boäz noemt is ongetwijfeld omdat de Heere het hem opdroeg. Via die namen geeft Hij het volk een boodschap.
Elke tempelganger, die straks de voorhof binnengaat, komt tegenover die zuilen te staan. Niemand ziet ze over het hoofd. En ieder kan weten wat de Heere in die zuilen zegt. Jachin betekent ‘Hij stelt vast’. Boäz wil zeggen ‘In Hem is sterkte’. Wie er met ‘Hij’ en ‘Hem’ bedoeld wordt kan niemand anders zijn dan de Heere. Hij is het Die vast staat en Hij is het ook Die kracht geeft.

Jachin en Boäz samen laten het getuigenis horen, dat Israëls God de almachtige God is, die kracht verleent aan Zijn beloften. De beloften met betrekking tot het huis van David uit 2 Sam. 7. De beloften ook van de berg waarop het huis des Heeren gebouwd is (Jes. 2:2). Eveneens de belofte met betrekking op het heil des Heeren, dat vast staat en dat de gerantie bevat, dat allen die hun hoop op deze God hebben leren stellen, vast staan en niet verloren zullen gaan.
Ik kan me dan ook levendig voorstellen, dat zo’n tempelganger, staande voor de pilaren, uitroept: ‘Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn aangezicht, sterkte en sieraad in Zijn heiligdom’ (Ps. 96:6). Net als David al voor hem gedaan had (misschien wel toen de Geest hem het model van de tempel toonde), kan de tempelganger uitroepen: ‘O Heere, de koning is verblijd over Uw sterkte’. En dan bidt hij: ‘Verhoog, o Heere, Uw sterkte’ (begin en eind Ps. 21). In die uitroepen komt immers hetzelfde woord terug, dat gebruikt wordt in de naam Boäz. Het zien van de zuilen inspireert tot gebed tot de machtige God, die machtig is om Zijn volk te verlossen en te doen vast staan.
En dan nog iets. Als de bezoeker van de tempel iets omhoog kijkt dan ziet hij de prachtige kapitelen op de zuilen. Kunstwerken, waarin de symbolen van het Beloofde Land in verwerkt zijn, bloemen en vruchten. Illustraties van schoonheid. Ook dat hoort bij Gods huis. En bij Zijn dienst, Zijn schone dienst.

Wat zeggen deze dingen ons? De tempel is immers verwoest en ook de pilaren zijn verdorven en het koper ervan is naar Babel gevoerd (Jer. 52:17). Blijkbaar stond alles toch niet zo vast als de namen wel zeiden. Inderdaad, Jachin en Boäz zijn verdwenen. Israël had het namelijk verleerd om in de Heere sterkte en vastheid te zoeken. Israël vertrouwde op zichzelf. Toen liet God de zuilen weghalen. Ze hadden geen betekenis meer.

Maar de boodschap in deze namen blijft tot op vandaag. Nog is er een kerk en die kerk wordt genoemd een pilaar en vastigheid der waarheid (1 Tim. 3:15). Die kerk is ook een sieraad, zeker als zij straks van alle smetten bevrijd is. En de levende leden van de kerk dragen de belofte met zich, dat zij een pilaar zullen worden in Gods tempel (Openb. 3:12). Mits zij overwinnen. Dat wil zeggen: in het geloof aan de Heere en Zijn beloftewoord vasthouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 november 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Jachin en Boäz

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 november 2014

Bewaar het pand | 12 Pagina's