Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God woont in donkerheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God woont in donkerheid

‘Toen zeide Salomo: De HEERE heeft gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen’(1 Kon. 8:12).

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Plechtig is de ark des verbonds de tempel binnen gedragen. Priesters hebben haar neergezet in het heiligste deel van het heiligdom, de aanspraakplaats, of, zoals dat deel in de tabernakel heette, het Heilige der heiligen. Dat heiligste vertrek van de tempel is ook het donkerste vertrek. Daar zijn geen vensters in aangebracht. Er staan ook geen lampen. Alles is daar gehuld in donkerheid. En alsof het daarmee nog niet donker genoeg is, moest Salomo de ark ook nog laten neerzetten onder de vleugelen van de in die aanspraakplaats aangebrachte houten cherubs (1 Kon. 6:22; 8:6).

Salomo heeft begrepen waarom dat zo moest. Hij heeft het zojuist nog eens bevestigd gezien. Dat was toen de priesters de heilige ark hadden binnen gebracht en op haar plaats neergezet. Toen vervulde de heerlijkheid des Heeren de tempel. De Heere daalde neer en nam Zijn intrek in het heiligdom en Hij bracht de heerlijke lichtglans van de hemel met Zich mee. Maar geen mens kan voor die openbaring van hemelse heerlijkheid bestaan. De machtige glans moet elk schepsel verzengen.

Daarom gebeurde er nog iets anders. Zoals dat ook gebeurde bij de ingebruikneming van de tabernakel in de woestijn – we lezen ervan in Ex. 40 – daalt ook de wolk neer en vervult de tempel. Die wolk is nodig om het verzengende licht te temperen. En zo is het gebeurd, dat de priesters, die nog in de tempel waren, haastig naar buiten moesten komen, omdat een langer verblijf in de tempel voor hen onmogelijk was.
Zo horen de heerlijkheid en de wolk bij elkaar. Althans, zolang mensen zondaren zijn. Zo is er enerzijds licht en daardoor openbaring en anderzijds duisternis met daardoor verberging. De Heere maakt Zich bekend en Israël mag zich in Zijn openbaring verheugen. Maar tegelijk moet Israël beseffen dat God een God is Die Zich verborgen houdt, zoals ook Jesaja dat zegt (45:15).

Trouwens, het is niet zonder bedoeling, dat de Heere tegen Mozes zei, dat Hij in een dikke wolk tot Israël zal spreken (Ex. 19:9). Zo gebeurde het ook. Want toen Mozes de berg beklom zag het volk dat van verre stond, dat hij naderde tot de donkerheid waarin God was (Ex. 20:21).Ook David heeft van die donkerheid geweten. Hij zegt (Ps. 18:10), dat er donkerheid onder Gods voeten was en in een andere psalm (97:2) horen we, dat God omringd is door wolken en donkerheid.

O zeker, de Heere is zo nederbuigend goed, dat Hij Zich heeft willen openbaren en dat Hij daartoe het licht deed opgaan in deze duistere wereld. Hij is het ook, die duistere harten verlicht en mensen tot kinderen des lichts maakt. Maar dat mag ons niet doen vergeten dat er ook die ‘donkere kant’ is. God woont ook in donkerheid.

Het is zoals de enige verstandige vriend van Job zei: ‘Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van het getal van Zijn jaren’ (Job 36:26). Er is ook geen doorgronding van Zijn verstand (Jes. 40:28).

God doet Zich kennen. Met name in en door Christus doet Hij dat. Zonder die genadige Zelfopenbaring zou geen mens Hem kunnen kennen en behouden wordn. Maar laten we wel voorzichtig zijn. Er blijven grenzen, die wij in acht moeten nemen. God zegt niet alles wat Hij zou kunnen zeggen. Voor veel daarvan bestaan trouwens geen woorden. En als er wel woorden voor zouden zijn, zouden we er nog niets van begrijpen. Het gaat ons begrip ver te boven.

Daarom past ons bescheidenheid. Altijd zal er eerbied moeten zijn in ons spreken over en ook tot God. Eerbied, terughoudendheid, schroom. Ons past niet de pretentie van hen die alles menen te kunnen verklaren. Het zal een keer zover moeten komen, dat onze mond gestopt wordt en dat we gaan zwijgen. Er zijn vragen, zeker als Gods weg in de zee is. Bange vragen kunnen kwellen. Lang niet altijd geeft de Heere rekenschap van Zijn daden. Moet Hij dat dan doen? Of kunnen we Hem toch wel vertrouwen, ook als we Hem niet begrijpen? Kunnen we er rust in vinden, dat de God, Die in Christus Zijn genadelicht deed opgaan, ook Degene is, Die in de donkerheid woont? God is God. Meer hoef ik niet te weten dan alleen nog dit: Deze God is in Christus mijn God, door tijd noch eeuwigheid te scheiden. Ter dood toe zal Hij ons geleiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 maart 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's

God woont in donkerheid

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 maart 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's