De verschijning aan Maria Magdalena

Maria en de engelen
Christus Jezus is waarlijk opgestaan. Het zegel werd verbroken en de steen afgewenteld. Enige wachters boodschapten dit aan de overpriesters. Die gaven hen veel geld opdat zij zouden zeggen dat de discipelen de Heere Jezus hadden weggenomen. Christus Zelf is vele malen verschenen na Zijn opstanding. Ook aan Maria Magdalena. In het verleden had de Heere Jezus zeven duivelen uit haar uitgeworpen. Maria had Jezus zo lief dat zij Zijn graf na Zijn dood niet verlaten kon. Zij was bedroefd omdat zij Jezus miste. Zij weende. Zij stond er niet bij stil dat de Heere Jezus gezegd had dat Hij na drie dagen zou opstaan. Toen Maria in het graf bukte zag zij twee engelen bekleed met witte klederen. Wit is het teken van reinheid en overwinning. Twee engelen: één aan het hoofd en één aan de voeten waar Jezus gelegen had. Beukelman trekt een lijn naar het verzoendeksel waarboven twee engelen waren: Jezus is het ware verzoendeksel. De engelen zeiden: Vrouw, wat weent gij? Maria zei tot de engelen: omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar zij Hem gelegd hebben. Wat een ongeloof. Nu kon Maria het lichaam van Christus niet zalven.

Maria en Jezus
Nadat Maria met de engelen gesproken had, keerde zij zich achterwaarts en zag Jezus staan. Zij wist niet dat het Jezus was. Jezus sprak haar aan: Vrouw, wat weent gij, wien zoekt gij? Maria dacht dat het de hovenier was. Zij vroeg waar het lichaam van de Heere Jezus gelegd was. Dan zou zij Hem wegnemen. Jezus zeide tot haar ‘Maria’. De Heere sprak die naam zodanig uit dat zij Hem direct herkende. ‘En zij zich omkerende zeide tot Hem: Rabbouni. Hetwelk is gezegd: Meester.’ Jezus is de grote Profeet en Leraar van God gezonden. Bij Maria was verwondering, maar ook schaamte over haar ongeloof en onwetendheid aangaande de opstanding van Christus. Maar zij toonde ook haar geloof en onderwerping. Jezus verbood Maria Hem aan te raken. Jezus zou niet op aarde blijven, maar ten hemel varen. Maria moest ook niet opgehouden worden de opstanding aan de discipelen te verkondigen. De Heere sprak ook van de God en Vader van Zijn discipelen: door schepping en wedergeboorte. Maria ging en boodschapte de discipelen dat zij de Heere gezien had en dat Hij haar dit gezegd had.

Toepassing
Er zijn mensen die Jezus nog missen, die nooit iets gezien hebben van Zijn noodzakelijkheid, gepastheid, dierbaarheid en gewilligheid. Wie weent er met Maria over het missen van de Zaligmaker, wie wil hem net als Maria zoeken? Als u iets van het goed van deze wereld mist, dan is uw hart direct in beroering, u heb direct uw tranen klaar. Als vrouw of kind u ontnomen wordt, dan weent u. Maar wanneer weent u over het gemis van Jezus? Velen kunnen het buiten Jezus stellen. “Ofschoon Jezus hen met uitgestrekte armen de onnaspeurlijke rijkdom van Zijn genade aanbiedt, zij worden daarover niet eens aangedaan en vertreden ze met voeten.” Zij zijn er ongevoelig onder als de Bijbel voor hen een gesloten boek is. Zij kennen niets van de schoonheid die er in Christus is. Er is geen liefde tot Jezus om Hem te zoeken en naar Hem te vragen. Op de jongste dag zal Christus u veroordelen. “Och mocht gij nog leren wenen met hete tranen over het missen van Jezus! Mocht uw hart eens verbrijzeld en vermurwd worden over uw zonden, mocht gij eens met liefde tot Jezus ontstoken worden en met alle ernst naar Hem leren uitzien!” Zoekende zielen, houdt aan in het ernstig zoeken naar Jezus, Hij zal Zich van u laten vinden, net als Maria ondervond. Het wordt u toegeroepen: Die wil kome en neme het water des levens om niet. Indien Jezus Zich enige tijd verbergt, zoek des te aanhoudender, Hij zal Zich niet altijd verbergen. Ware gelovigen, weent indien u de vriendelijke tegenwoordigheid van Jezus moet missen. Probeer erachter te komen wat de oorzaken zijn. Zijn het uw zonden? Verfoei u en heb berouw in stof en as. Bewijs Jezus al uw liefde en hoogachting. “Sta ernaar dat Christus als de geestelijke Hovenier de hof van uw ziel met geestelijke vruchtbomen mag beplanten, het onkruid uitroeien en alle takken afhouwen die geen vrucht voortbrengen. Wordt gij, gelijk Maria, van God geroepen, geeft dan ook gehoor aan die roepstem, volgt Jezus volvaardig op, erkent Hem als uw Leermeester en maakt zo van Hem gelovig gebruik. En weet dit dan eindelijk, dat de God en Vader van onze Heere Jezus Christus ook uw God en Vader is; dat de Bewaarder Israëls slapen noch sluimeren zal. En moet gij hier dikwijls over het gemis van Jezus genaderijke invloeden tranen storten, God zal eens in de eeuwigheid alle tranen van uw ogen afwissen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen