Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De angst dat mensen verloren gaan… (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De angst dat mensen verloren gaan… (6)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee uitspraken zijn het die aanleiding tot deze serie artikelen vormen. De ene van een dominee uit Zwolle (cgk): “De angst dat mensen verloren gaan, is bij mij niet zo sterk…” De andere van een VU-hoogleraar (cgk): “Wat is dat voor goed nieuws: als je niet gelooft, ga je naar de hel? Dat is geestelijke chantage. (…) Dat is wat ik noem: leunstoeltheologie, (…) negentiende-eeuwse opwekkingsevangelisatietheologie dat mensen in de hel komen tenzij ze Jezus persoonlijk aannemen. Orthodoxe protestanten denken vaak nog op die manier.”

In de vorige artikelen ging ik vooral in op die eerste uitspraak. Nu wil ik nog kort aandacht geven aan die tweede. Eerlijk gezegd vind ik ze van een verbijsterende inhoud. Het moet voor een reformatorisch christen nauwelijks nodig zijn om ze uitvoerig te weerleggen. Chantage zou het zijn: het verkondigen van de ene weg tot de zaligheid en daarbij ook het heilloze alternatief noemen, de hel. En het zou behoren bij een inmiddels achterhaalde theologie: de bewering dat de weg van iemand die weigert te buigen voor Koning Jezus, uitloopt op de eeuwige duisternis buiten God en Christus. Is het inderdaad zo dat een dergelijke verkondiging cru en hard is? En dat ze de verdenking van hardvochtigheid en onbewogenheid meebrengt? Ondertussen komen ze wel overeen met veel getuigenissen in de Heilige Schrift. Johannes 3: 36, waar sprake is van de toorn van God, citeerde ik al eerder in deze kolommen. Ik wijs nu op een ander woord, afkomstig uit de mond van de Heere Jezus: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: die Mijn Woord hoort en gelooft Hem die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven” [Joh. 5:24]. Ongetwijfeld bedoelde de Heere Jezus dit exclusief. Dat betekent: wie Zijn Woord niet hoort en wie niet gelooft in de Zoon van God, die zal het eeuwige leven niet ontvangen. Die zal voor eeuwig veroordeeld zijn!

Dr. Stefan Paas, van wie de bedoelde uitspraak is, bezigde ze in een interview waarin hij een andere visie op evangelisatie bepleit. De kerk niet meer in de rol van actieve profetische verkondiger, maar meer als priesterlijke aanwezige. De blik van de kerk niet zozeer gericht op buiten, op het winnen van zielen voor Christus, maar op haar eigen functioneren als priesterlijke gemeenschap. De kerk als plaatsvervangende eucharistievierende functie in de wereld. Over dit nieuwe concept zou veel te zeggen zijn. Daar zijn deze artikelen niet voor bedoeld.
Wel is duidelijk dat in deze visie de oproep tot persoonlijke bekering en het appel de toekomende toorn te ontvlieden, niet passen. Dit accent wordt als verouderd en als niet meer toepasbaar terzijde geschoven. Zeker wanneer daarbij nadrukkelijk het eeuwige oordeel ter sprake zou komen. Hoezeer ik ook de bewogenheid van onze broeder met de geseculariseerde mens proef, ik vrees dat dit alternatief geen recht doet aan de opdracht die Christus aan Zijn kerk gaf.

Voorbeeld
Juist deze dagen las ik weer eens de beroemd geworden preek die Jonathan Edwards op 8 juli 1741 hield te Enfield in New England, Massachusetts. Hij preekte n.a.v. Deut. 32: 35. De titel van zijn preek alleen al doet huiveren: “Zondaren in de handen van een toornend God.” Edwards laat het gewicht van Gods toorn over de zonde in deze preek zwaar voelen. Hij wijst erop dat natuurlijke mensen door de hand van God als het ware gehouden worden boven de put van de eeuwige afgrond. Ze hebben het verdiend om daar te komen. Vanwege hun innerlijk verderf zijn ze al veroordeeld. God is immers verschrikkelijk getergd. Zijn toorn tegen hen brandt hevig. Ze kunnen niet het minste doen om die toorn te stillen. De duivel wacht op hen. De hel grijpt naar hen. Haar vlammen omgeven hen om hen te verteren. In het kort: ze hebben geen toevlucht. Alleen de vrijmachtige en onverplichte genade van deze vertoornde God kan hen redden van het verderf.
Edwards richt zich in deze preek rechtstreeks tot zijn hoorders. “De boog van Gods toorn is gespannen. De pijl ligt op de pees. Gods rechtvaardigheid richt de pijl op uw hart en spant de boog. Alleen het loutere welbehagen van God houdt die pijl terug. Zo zult u liggen in de handen van een toornend God. U die niet weet van die grote vernieuwing van hart door de almachtige kracht van Gods Geest op uw ziel. U die ermee onbekend bent om wederom geboren te worden en een nieuw schepsel te worden. U die veel dingen in uw leven hervormd hebt en die allerlei godsdienstige aandoeningen in uw binnenste kent, maar ook niet meer dan dat…” De prediker roept degenen die zich hierin herkennen moeten op om het voor de Heere te belijden en Hem te voet te vallen. “Nu hebt u een buitengewone gelegenheid, een dag waarin Christus de genadedeur wijd heeft open geworpen en staat te roepen en met luide stem te wenen over arme zondaars. Een dag waarin velen tot Hem vluchtten en geweld deden op het Koninkrijk Gods [Matth. 11: 12].

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De angst dat mensen verloren gaan… (6)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's