Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nadere reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nadere reformatie

En hun kinderen spraken half Asdodisch, en zij konden geen Joods spreken, maar naar de taal eens iegelijken volks. (Nehemía 13:24)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek Nehemia beschrijft de wederopbouw van de tempel. In hoofdstuk 12 komt dat tot een afronding. Maar hoofdstuk 13 volgt nog. En dat beschrijft ons het verval op drie levensterreinen: het godsdienstige leven, het openbare leven en het gezinsleven. De Levieten gingen van ellende weer terug naar hun akkers, omdat het volk hen niet wilde onderhouden. De sabbatdag werd ontheiligd omdat er in Jeruzalem dan gewoon markt werd gehouden. En Nehemia hoort ervan en krijgt toestemming om een ‘nadere reformatie’ door te voeren. De eerste reformatie was niet afdoende gebleken.

En die nadere reformatie was allereerst in de gezinnen nodig. Nehemia signaleerde kinderen die geen Joods meer konden spreken, maar half-Asdodisch. De taal van één van de vijf belangrijkste Filistijnse steden. Hoe was dat mogelijk? Dat blijkt uit vers 23: Ook zag ik in die dagen Joden, die Asdodische, Ammonietische en Moabietische vrouwen bij zich hadden doen wonen.
Er waren dus gemengde huwelijken. Iets wat de Heere streng verboden had. Juist in verband met de gevolgen die in vers 24 openbaar komen: En hun kinderen spraken half Asdodisch, en zij konden geen Joods spreken, maar naar de taal eens iegelijken volks.
Hun kinderen spraken geen Joods, maar Filistijns. Weliswaar nog niet vloeiend, maar al wel half. En daar schrok Nehemia van. Want bij een taal hoort ook een bepaalde leefwereld. Het Asdodisch brengt een eigen cultuur mee. En dat vormt een dodelijk gevaar. De Filistijnen, dat zijn immers de onbesnedenen. Die met God en Zijn Woord geen rekening hielden. En als de Joodse jeugd geen Hebreeuws meer kende, dan betekende dat een breuk met de HEERE en Zijn dienst. Ze konden immers de Schriften niet meer lezen. De tempeldienst sprak niet meer aan, want ze begrepen niet waar het om ging. De tale Kanaäns was vreemd voor hen. Er groeide een geslacht op dat geen binding meer had met de grote werken Gods uit het verleden. De stap naar totale verlating en afval van God was niet zo groot meer.

Het is niet zo moeilijk om dit verschijnsel op onze tijd toe te passen. Je komt vandaag ook steeds meer kerkelijke jongeren tegen, die half-Asdodisch spreken. Ze verstaan de taal van de wereld beter dan de taal van de Bijbel. Ze hebben er geen moeite mee om de namen van het Nederlands voetbalelftal op te noemen. Maar als je ze naar de 12 apostelen vraagt, dan weten ze het niet. Ze weten ook niet hoe God een mens bekeert. Ze kunnen niet aangeven wat de wedergeboorte inhoudt. Ze weten het verschil niet tussen rechtvaardiging en heiliging. En ze vinden het ook niet belangrijk. Het is niet relevant voor hen.

Hoe komt dat? Dat ze wel de taal van de wereld kennen, maar niet de tale Kanaäns? Vaak ligt de oorzaak in het gezin. Net zoals dat in Nehemia’s tijd was. Er zijn gezinnen bij wie de dienst des Heeren een marginale plaats inneemt. Het beperkt zich tot de zondagse kerkgang. Maar over de preek wordt niet gepraat. Psalmen worden er in het gezin niet gezongen. Er is geen huisgodsdienst. De moderne media hebben daar grote invloed. En als de televisie nog net een stap te ver is, dan halen ze via de computer de films binnen. Zo leren de kinderen ook half-Asdodisch spreken.
Het proces van verval gaat hard in onze gezindte. En de gezinnen zijn er de grootste oorzaak van. Een reformatorische school en een bevindelijke kerk kunnen dat tij niet keren.

We zien dat in de tijd van Nehemia ook. Daar stond die tempel. Daar stonden die sterke muren rond Jeruzalem. Maar wat was het nut er van? Nu de Filistijnen via de gezinnen binnen de muren waren?
Nehemia zag het en hij wist maar één oplossing: een nadere reformatie. Hij bestrafte het volk, hij vloekte hen, zo lezen we in vers 25. Dat wil zeggen: hij sprak Gods oordeel over hen uit.
Geve de Heere ons de geloofsmoed, de geloofskracht en de geloofsernst van Nehemia om een nadere reformatie te houden. Want het is hard nodig. Allereerst persoonlijk. Om voor Gods aangezicht in de schuld te komen. Als iemand die in zijn hart ook zo’n Asdodiet heeft ontdekt. Geen halve, maar een hele. Die als een onbesnedene van hart met veel boeleerders gehoereerd heeft. Die beseft dat God hem rechtens kan verdoemen. Maar die nochtans, pleitend op Gods genade in Christus, met Nehemia gaat bidden: gedenk mijner, mijn God, ten goede.
Pas dan begint in ons (gezins)leven de reformatie en de nadere reformatie. Als we persoonlijk voor God en onder God leren buigen, met de bede: Gedenk niet meer aan ‘t kwaad, dat wij bedreven; Onz’ euveldaad word’ ons uit gunst vergeven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 juli 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Een nadere reformatie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 juli 2016

Bewaar het pand | 12 Pagina's