Mea culpa, mea Maxima culpa
Genesis 42:21 Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons.
Voor alle duidelijkheid: deze woorden hebben niets te maken met onze geachte koningin Maxima. Het is een Latijnse uitdrukking die betekent: ‘Door mijn schuld, door mijn grote schuld’ De uitdrukking komt oorspronkelijk uit een oud Rooms gebed, genaamd Confiteor, waarin de zonden aan God worden beleden. Het is een element dat in de Bijbel veel voorkomt en dat onmisbaar is in de waarachtige bekering. De vraag is: wanneer komt een zondaar er toe om oprecht zijn of haar zonde te belijden? We kunnen daar iets van leren uit de geschiedenis van Jozef.
Jozef behandelde zijn broers hard en streng. Daar had hij een bedoeling mee. Hij wilde hen op hun plaats brengen. Zij hadden zich namelijk beter voorgedaan dan ze waren. ‘Wij zijn vroom’, zo hadden ze tegen hem gezegd. Maar Jozef wist wel beter. En hij wilde bereiken dat zij zichzelf zouden gaan zien, zoals Jozef hen zag. Dat kon hij zelf ook niet bewerken. Hij kon zijn broers wel in de gevangenis brengen, maar hij kon ze niet in de schuld brengen. Dat deed God. Ze hebben moeilijke dagen in de gevangenis gehad. Zouden ze er ooit nog uitkomen? Zouden ze hun vrouwen en kinderen en hun oude vader ooit nog terugzien? Hoe zouden die de hongersnood moeten overleven als zij niet terugkwamen? Duizend zorgen en duizend doden kwelden hun angstvallige hart.
Maar toen kwam er verandering. Ze klaagden niet meer over hun toestand, maar ze gingen schuld belijden. En hoe ging dat? Ze werden uit de gevangenis gehaald. En toen bleek dat de onderkoning hun dood niet zocht. Hij had zijn eisen bijgesteld. Eerst mocht er maar één naar Kanaän terug en moest de rest in Egypte blijven, nu was het precies andersom. En als ze Benjamin zouden meenemen, dan zou die ene gevangen broer ook nog vrijgelaten worden. Alles kon toch nog goed komen.
En dat maakte dat hun geweten ging spreken. Ze zagen ineens hun arme broer weer voor zich, die ze zo wreed hadden behandeld. Zij hadden hem geen genade betoond. En nu werd hen wel uitkomst geboden. Zij werden barmhartiger behandeld dan dat ze verdienden. En toen brak er vanbinnen iets bij hen en ze kwamen tot schuldbelijdenis. Na zoveel jaren. Wat ze al die tijd hebben verzwegen, wat ze hebben willen vergeten, dat komt er nu uit. Die harde korst over die etterbuil werd geopend en het vuil kwam eruit. Zonde werd zonde en schuld werd schuld. Ze verontschuldigden zich niet meer, ze verdedigen zich niet meer, maar hun geweten ging open. In gedachten zaten ze weer in Dothan en ze hoorden het gejammer van Jozef weer.
Toen ze de gevangenis uit werden gehaald, dachten ze dat het met hen gedaan was. Maar in plaats daarvan kwam er hoop. De onderkoning stelde hen vrijheid en voedsel in het vooruitzicht. Hij gaf hen de belofte van het leven. En door deze barmhartigheid brak er iets en beleden ze schuld.
Wat een mooi voorbeeld van het geestelijke leven, jonge mensen. Ik hoop dat je het kennen mag. De gevangenis van zonde en schuld; de banden van de dood; de benauwdheid en de droefenissen. En dat er uit het Evangelie dan een lichtstraaltje die duisternis binnendringt. Dat er een deur van hoop wordt geopend in het dal van Achor (Hosea 2:14). Als je de mogelijkheid ziet die er bij God is. Dan breekt er iets vanbinnen. Je hebt gevreesd dat je zou moeten omkomen. Je zag geen mogelijkheid om tot genade te komen. Gods eis was: Betaal Mij wat je schuldig bent. En je hebt geen geld en je kunt die ‘prijs der ziele, dat rantsoen aan God in tijd noch eeuwigheid voldoen’ (psalm 49). Maar als er dan zo’n heerlijke belofte van God gaat spreken: Komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk (Jesaja 55).
Wat is dat dan een wonder! Als je gaat zien dat je altijd achter je dood hebt aangehold. En dat je dan te maken krijgt met een God die daar geen lust in heeft! Dan wordt je pas echt zondaar voor God en dan ga je buigen onder God. Verbroken door Zijn verdraagzaamheid en lankmoedigheid, zegt Paulus. Wamt het is de goedertierenheid Gods die je tot bekering leidt (Romeinen 2:4).
www.bewaarhetpand.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 mei 2017
Bewaar het pand | 12 Pagina's