SMYTEGELT

In Hebr. 4:12 staat dat het Woord Gods levend is. Dat wil zeggen dat het Woord ons laat zien dat er leven is, het maakt doden levend, het geeft voedsel om het geestelijke leven te onderhouden en het versterkt het leven. Het Woord Gods is ook krachtig omdat het alle hoogten neerwerpt die zich verheffen tegen de kennis van Christus. Het Woord stopt ook de mond van de satan, het maakt van een wolf een lam en het Woord is een kracht Gods tot zaligheid. Het Woord is als een hamer en als een tweesnijdend zwaard. Het Woord toont alles wat er in het hart leeft. Het Woord zegt dat de zondaar God moet dienen. Het Woord is ook een rechter van het geweten. We zien dat bij Felix en bij Agrippa. Een mondchristen kan ver komen, maar hij is toch geen oprecht christen. In onze tekst is Agrippa aan het woord. Hij was een Jood, een zoon van Herodes die door de wormen gegeten was. Hij was koning. Hij geloofde de Schriften. Agrippa wilde Paulus weleens horen. Agrippa zei tegen Paulus: ‘Gij beweegt mij bijna een christen te worden.’ De christennaam is de hoogste naam die een mens kan dragen. Een christen is een profeet, een priester die zichzelf aan de Heere opoffert en een koning die in de overwinning van Christus deelt. Christenen kennen geloof, hoop en liefde. Agrippa zegt: ‘Gij beweegt mij.’ Bewegen betekent: sterk aanraden. Denk aan 2 Kor.5:11 ‘Wij dan wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof.’ Paulus legde tegenover Agrippa verantwoording af. Paulus tekende zijn leven, zijn bekering en zijn prediking onder de heidenen. Paulus sprak van de gekruisigde Christus. Paulus vroeg: ‘gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet dat u ze gelooft.’ Daarop sprak Agrippa: ‘Gij beweegt mij bijna een christen te worden.’ Paulus kon Agrippa niet bekeren. Agrippa was dood in de zonden en misdaden. De Heere legde Zijn hand niet op hem. Toepassing.

Paulus had niet gedacht dat hij door God gegrepen zou worden op de weg naar Damascus. Vaak bekeert God de zondaar terwijl hij daar totaal niet aan gedacht heeft. Maar er zijn ook hoorders van het Woord die de naam hebben dat zij leven, maar zij zijn dood. De dwaze maagden hadden wel lampen, maar geen olie in hun vaten. Een mondchristen kan in het uiterlijk veel op een ware christen lijken. Een mondchristen kan het gezelschap van Gods kinderen opzoeken. Hij kan anderen waarschuwen, helpen, geduldig en onderworpen zijn, kuis, matig en nederig zijn. Een mondchristen kan zijn gezin keurig godsdienstig opvoeden: bidden, lezen en onderwijzen. Een mondchristen kan zelfs preken en duivelen uitwerpen (Matth. 7). Een mondchristen kan heel godsdienstig zijn en kan graag luisteren naar het Woord van God. Zo luisterde koning Herodes graag naar Johannes de Doper. Een mondchristen kan zelfs zijn lichaam overgeven om verbrand te worden. Een mondchristen kan heel stipt zijn in het naleven van Gods geboden. Denk maar aan de Farizeeën. Achab deed een zak om zijn lichaam en vernederde zich. Daaraan zien wij dat een mondchristen zich kan vernederen. Een mondchristen kan ook de besmetting van de wereld ontvluchten. Ook een mondchristen kan smaak hebben in het Woord van God. Zo waren de ogen van Bileam verlicht, dat wil zeggen dat zijn verstand verlicht was. Een mondchristen kan ook afkeer hebben van de zonde en vermaak hebben in de deugd. Hij kan preken onthouden, kan belijdenis van zijn zonden doen en droefheid over de zonden hebben. Een mondchristen kan zeggen ook de strijd tussen vlees en geest te kennen. Zo kende Saul ook strijd, maar ondertussen probeerde hij David te doden. Een echte christen strijdt tegen de zonden als zonden. Een mondchristen strijdt tegen de zonden omdat zij benauwdheid in zijn geweten veroorzaken en omdat hij voor de zonden gestraft zal worden. Hij heeft geen afkeer van de zonde, maar van de straf op de zonde. Een waar christen strijdt tegen het allereerste begin van de zonde, een mondchristen strijdt alleen tegen de dadelijke zonde. Ook een mondchristen kan spreken over zijn verlangen naar de hemel. Denk maar aan Bileam.

Mondchristen: voelt u zich niet ontdekt? Hebt u niet gedacht: wie kan dan zalig worden? Velen komen niet eens zo ver als mondchristenen. Van mondchristenen geldt: “Er zijn geen moeilijker mensen om bekeerd te worden dan mondchristenen, want zij zeggen dat zij alles hebben.” Zij hebben de naam dat zij leven, maar zij zijn dood. Mondchristenen lijken op schepen die in het zicht van de haven vergaan. Zij lijken op reizigers voor wie de poort van de stad gesloten wordt. Kinderen van God, werd u bevreesd toen u dit alles hoorde? Dacht u: Als een mondchristen al zo ver komt, hoe ver behoorde ik dan niet te komen? Het werk van een oprecht christen komt voort uit een vernieuwde natuur. Abel had een vernieuwde natuur, maar Kaïn niet. Abel offerde in geloof, uit liefde en uit een nieuw beginsel. Het werk van een mondchristen komt niet voort uit de wedergeboorte. Bij een waar christen is dat wel het geval. Een mondchristen kan het prediken van kentekenen niet verdragen. Een waar christen verwacht het van de gerechtigheid van Christus. Een mondchristen vertrouwt op zijn werken. Ware christenen kunnen zich niet met mondchristenen verenigen. Onderzoek uzelf hoe het met u is gesteld. Voor ware christenen zal de poort van de hemel geopend worden en zij zullen tot de Koning geleid worden. “Dan zullen wij Hem hierna eens aanschouwen in eeuwige heerlijkheid, dat nooit een oog heeft gezien, noch een oor heeft gehoord, noch in het hart des mensen is opgekomen. Amen. Ja Heere, ik verwacht het in Christus. Amen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen