Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ALTAR CALL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ALTAR CALL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de tijd van Billy Graham en lang daarna hoorden we er veel en vaak over. Tijdens een gloedvolle en meeslepende toespraak werden de hoorders opgeroepen naar voren te komen en te kiezen voor Jezus. Het kwam vooral voor in kringen van Baptisten; deze komen daar nu echter op terug.

En wel op grond van de praktijk; het aantal bekeerlingen smelt na verloop van tijd langzaam maar zeker weer weg. Ook in de dagen van grote opwekkingspredikers zoals John Wesley was het bekend: Do it now! De nadruk werd gelegd op het heden. Daarbij stond het beroep en het appel op de (vrije) wil van de mens centraal.

In Reformatorische kringen komen “methoden” voor die hier wat op lijken. Meestal is dat niet meer dan schijn. Is het verkeerd om de hoorders op te roepen om nu gelovig tot Jezus te komen? Niets, zo wordt dan gezegd, staat u in de weg. Er is geen enkele voorwaarde, u mag komen zoals u bent. Onder de Puriteinen werd het soms ook zo gesteld (W. Guthrie); zij legden daarbij een sterk accent op de wil. Deze gang van zaken is een reactie op een prediking, die het geloof afhankelijk stelt van allerlei voorwaarden. Het is volkomen in overeenstemming met de leer van vrije genade dat we afzien van allerlei voorwaarden. Voorwaarden rieken immers naar Arminianisme. In kringen van “Haert Cry” ziet men deze oproep als het middel om te ontkomen aan allerlei geloofsbelemmeringen die in veel kerken worden gesteld, zo denkt men.

Tegenwoordige Baptisten zien een gevaar in het feit dat wie de keus doet, gezegd wordt dat zijn zonden vergeven zijn. Dat vinden zij misleidend, zo las ik. Over dit argument moeten we nadenken. Mag men komen tot Jezus zoals men is? Niemand zal het ontkennen. Men kan alleen maar komen zoals men is. Alles wat we meer hebben en zijn, is te veel. Ook Paulus en ook de Heere Jezus Zelf hebben hun hoorders zo aangesproken. De verkeerde indruk wordt echter niet zelden gewekt, dat men door dit komen mag geloven dat je verlost bent en wedergeboren bent.

Men mag tot Jezus komen zoals men is om door Hem geholpen te worden, om rust van Hem te verkrijgen. Dit komen is eigenlijk niet anders dan het gelovig gebed. Ongetwijfeld is er onder ons wel een misverstaan over dit komen tot de Heere. Velen zullen dit recht van toegang al zien als een zaak waarmee een onbekeerd mens toch niets doen kan. Dus blijft alles bij het oude. Om hieraan te ontkomen spoort men dan aan tot een actief aannemen van de Heere Jezus.

We mogen en moeten de gemeente van harte uitnodigen te zien op Jezus en te komen tot Hem. Maar dat is een deel van de rechte prediking. Er zijn meerdere lijnen te trekken. In Gods Woord wordt evenzeer vaak opgeroepen tot bekering. Bekeert u en gelooft het evangelie. Denk ook aan Johannes de Doper en apostelen zoals Petrus (Hand. 2) en Paulus. Spreekt men alleen over het bevel tot geloof dan is dat een deel van de waarheid. Geloof en bekering moeten hand in hand gaan en bekering moet blijken, in een oprecht berouw en in een vernieuwd leven. Soms komt men niet verder dan de conclusie dat “een mens bekeerd moet worden”. Het wordt dan ook nog als een passief gebeuren voorgesteld. Als reactie daarop nu dan de eis van het geloof. Maar beide zaken moeten voorgesteld worden, geloof en bekering. Bekering leidt tot geloof en geloof leidt tot bekering. Hier is sprake van een wisselwerking. Het valt mij op dat we in deze tijd minder horen spreken van bekering en meer van geloof. Vergis ik mij hierin? Geloof en bekering zijn beide actieve begrippen: de mens is er volkomen bij ingeschakeld. Maar hij leert dat hij vastloopt met deze eisen en zodoende wordt een levend gemis geboren om het werk van God. Dat werd me onlangs duidelijk in een preek over de vader van de maanzieke knaap. De Heere vraagt geloof van hem: “Alle dingen zijn mogelijk degene die gelooft”. De man echter werpt de eis weer terug op Jezus: “Kom mijn ongelovigheid te hulp”. Hij kan zelf zijn ongelovigheid niet wegnemen. Dus wel de eis en de nodiging, maar dan de volle eis.

Verder moet het ons voorzichtig maken dat juist Christus Zelf het is Die allerlei mensen die tot Hem kwamen, ontmaskert als schijnzoekers (Johannes 6). Dat moet dus ook weer nopen tot zelfonderzoek. Deze schijn moet ook in de prediking ontmaskerd worden. Daarom moet de preek ook leiden tot zelfonderzoek.

Ik herinner mij van Professor Kremer dat hij vooral een andere lijn trok. Als het ging over Bartimeüs bijvoorbeeld zou men alle schijnwerpers kunnen richten op de werkzaamheden van de blinde. Maar Kremer bezag de zaak vooral theologisch: Jezus kwam tot de blinde. Die lijn lijkt me absoluut betrouwbaarder. Het een sluit het andere niet uit, maar er ligt toch meer ruimte in het werk van God in Christus dan in ons komen en geloven in Hem. Vanuit dat komen van Christus tot de zondaar gaat nu ook de zondaar komen tot Jezus. In die volgorde! Het komen van God in Christus tot de zondaar mag zo verkondigd worden dat zondaren daardoor bewogen worden te komen tot de Heere. Wat Kremer betreft: hij bracht niet zozeer een dwingend appel, maar meer een Schriftuurlijke voorstelling van het genadige werk van de Heere.

Terecht mag men zeggen: kom zoals u bent. Maar dan zal die zondaar ook weten hoe en wie hij werkelijk is. Dat vraagt dan weer om het ontdekkend element. Laten de dienaren dus ook zondaren vertellen wie en wat ze geworden zijn door de zonde, want dat weten we van huis uit niet.

Niettemin, mijn opmerkingen doen niets af aan het recht dat de Heere geeft aan zondaren om tot Hem te komen. Paulus zei het zo: “Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden”. Het is voor ons allen de vraag: Wijzen wij een zoekend mens echt de weg? Christus deed het wel: “Ik ben de Weg…….”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 22 augustus 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's

ALTAR CALL

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 22 augustus 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's