Waarschuwing aan de kerken (1)

=“Laten we tegenover alle tegenstanders dapper staande houden dat de hele Bijbel door de inspiratie van de Heilige Geest is ingegeven, dat alles volkomen geïn-spireerd is, het ene deel niet meer dan het andere, en dat er een grote kloof ligt tussen het Woord van God en elk ander boek in de wereld. We hoeven niet bang te zijn voor problemen die de leer van de absolute inspiratie in de weg staan. Mis-schien zijn veel dingen te moeilijk om te begrijpen. De inspiratie van de Schrift is een wonder en elk wonder is per definitie onbegrijpelijk. Maar als we pas mogen geloven als we het volkomen kunnen ver-klaren, geloven we echt maar heel weinig dingen. (…)

We moeten dapper staande houden dat dit Woord van God de enige regel voor geloof en leven is, dat wat er niet in ge-schreven staat van niemand mag worden gevraagd als iets dat voor zijn zaligheid nodig is en dat nieuwe leerstukken onze aandacht niet waard zijn als ze niet in het Woord van God staan, hoe geloofwaar-dig ze ook worden verdedigd. Het doet er niet toe wie er wat zegt… We mogen het niet geloven als het niet wordt bewezen uit de Heilige Schrift.”

Deze stevige stellingen zijn afkomstig van een vastberaden verdediger van de christelijke leer. Hij leefde in een eeuw die ver achter ons ligt. Maar dat betekent niet dat zijn uitspraken achterhaald zijn. Integendeel. De ontwikkelingen sinds-dien hebben zijn waarschuwingen alleen maar bevestigd en actueler gemaakt. John Charles Ryle heette de schrijver van het bovenstaande. Hij leefde van 1816 tot 1900. Hij was veel jaren achtereen dienaar van het Goddelijk Woord in de kerk van Engeland, de Anglicaanse kerk dus. Hij was al 64 jaar toen hij werd be-noemd tot bisschop van Liverpool.

De aanleiding voor mij om een serie arti-kelen te wijden aan J.C. Ryle en zijn bete-kenis ligt in de recente verschijning van een boek waarvoor ik al eerder aandacht vroeg. De titel van dat boek staat boven dit artikel: Waarschuwing aan de kerken. Het zal dan ook vooral over de inhoud van dit geschrift gaan. Het bevat de bun-deling van een aantal lezingen die Ryle in de loop van de jaren hield.

Ryle leefde in een tijd van grote sociale en religieuze veranderingen. De indus-triële revolutie veroorzaakte ingrijpende wijzigingen in het Engelse volksleven. Er was een groot arbeidersproletariaat ontstaan. Vooral in de grote steden, en daarvan was Liverpool er één, waren de verschillen in welstand tussen de diver-se bevolkingsgroepen immens groot geworden. Mede ten gevolge daarvan dreigde een groot deel van het volk voor de christelijke kerk verloren te gaan. Te-gelijkertijd waren er binnen de kerk van Engeland ontwikkelingen die ondermij-nend bleken te zijn voor een bijbels-gere-formeerde prediking. Te noemen valt de liberale stroming die grote invloed had op de kerkelijke praktijk. En, om nog iets te noemen, het was eveneens de periode dat de invloed van het rooms-katholie-ke gedachtegoed binnen de Anglicaanse kerk sterk toenam. Hierbij zijn de namen te noemen van predikers/publicisten als J.H. Newman en E.B. Pusey.

J.C. Ryle heeft zich in woord en geschrif-te sterk verzet tegen deze tendensen. Zelf opgegroeid in een liberale sfeer was hij als jonge man krachtig gewonnen voor de gereformeerde belijdenis. In zijn pre-diking en in zijn publicaties schroomde hij niet welbewust in te gaan tegen de toenmalige machten van ongeloof en materialisme. Een van zijn voornaamste pennenvruchten was zijn boek Old Pa-ths, een soort handboek voor de prakti-sche theologie. In zijn eeuw bestond er een algemene aversie tegen leerstellige thema’s. Maar Ryle stelde ze aan de orde, overigens met een heldere lijn naar de praktijk van de godzaligheid. De leer van zonde en genade, van wet en evangelie, van vergeving en verzoening verdedigde hij met verve, zich daarin ondersteund wetend door het getuigenis van de Hei-lige Schrift.

Op een conferentie van predikanten formuleerde hij eens zijn vijf kenmerken van de evangelical religion. Het waren voor hem de grondslagen van het evan-gelie. Als zodanig noemde hij:

Het absolute gezag dat aan de Heilige Schrift wordt toegewezen, als de enige regel van geloof en praktijk.

De diepte en het op de voorgrond plaat-sen van de leer van de menselijke zondig-heid en verdorvenheid.

Het belang dat gehecht moet worden aan het werk en ambt van de Heere Je-zus Christus en aan het karakter van de zaligheid die Hij voor de mens heeft aan-gebracht.

De hoge plaats die toegekend wordt aan het werk van de Heilige Geest in het hart van een mens.

Het belang van een uiterlijk en zichtbaar werk van de Heilige Geest in het leven van de mens.

In het licht hiervan moet het onlangs in vertaling verschenen werk Waarschu-wing aan de kerken worden bezien. Ryle was namelijk niet slechts een prediker en schrijver die de waarheid leerstellig on-der woorden wist te brengen. Maar niet minder ging hij de confrontatie aan met degenen die hiervan afweken. Hij had de leer die naar de godzaligheid is al te zeer lief om haar niet met grote stellig-heid en bewogenheid te verdedigen. En tegelijkertijd een waarschuwing te laten uitgaan naar hen die het kerkvolk en de theologie trachtten te misleiden. In die zin zou ik hem zelfs een profetisch apo-logeet willen noemen.

Het is nog steeds zinvol naar deze moe-dige stem uit het verleden te luisteren. Laten we al luisterend dan ook tegelij-kertijd ons eigen kerkelijk leven en niet minder ons zelf voor die spiegel plaatsen.

N.a.v. J.C. Ryle, Waarschuwing aan de ker-ken. Vertaald door Hans Schuttel. Uitgeverij Brevier te Kampen. Hard cover. ISBN 978 94 92433 03 9. 176 pag. Prijs € 17,50.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen