Brief aan Z.M. den Koning Willem II - pagina 5
Geschreven in 1841 naar aanleiding der vervolgingen tegen de toenmalige Gereformeerden.
4 eens rekenschap zullende moeten afleggen v a n onze r e g e e r i n g i n Zijne gemeente, z o o - w a s het dat wij b l i n d e l i n g s o n d e r t e e k e n d hebben wetten, strijdig met G o d s W o o r d en getuigenissen, zonder dezelve te h e b b e n ingezien of met dezelve /genoegzaam te zijn b e k e n d geweest, hetwelk wij met smart en droefheid belijden onze s c h u l d uit te m a k e n , m a a r over hetwelk wij o o k we-nschen v e r g e v i n g gevond e n te h e b b e n bij den A l l e r g e n a d i g s t e n en B a r m hartigste'n, w a a r n a onze oogen geopend wordende, wij niet langer vermochten t w e e d e i i e i wetten te onderschrijven en trouw te blijven zweren, strijdig tegen elkander als kunnende geen rijk of gemeente, d o o r twee heenen geregeerd bestaan, en moet n o o d w e n d i g de een voor den anderen r u i m e n . Christus of B e l i a l , de g e r e c h t i g h e i d of de o n g e r e c h t i g h e i d , G o d of m e n s c h , H e m e l s c h e of 'aardsche wetten. N i e t langer behoeft het onderzocht te w o r d e n , w e l k e a l l e e n i n d e k e r k e C h r i s t i g e b r u i k t moeten w o r d e n , wie h i e r hoofd en k o n i n g zijn moet, gaheel en alleen, wiens wetten [geëerbiedigd, wiens bevelen gehoorzaamd, wiens geboden betracht moeten worden-, wiens dienst, leer en tucht gepredikt, g e h o o r z a a m d , opgevolgd, b e s c h e r m d e n gehandh a a f d behoort te w o r d e n . N i e t >dat wij bevreesd zouden zijn, dat de- K o n i n g ider k e r k Zijne eigene eere niet zoude h a n d h a v e n en voor de b e l a n g e n d e r gemeente niet zoude blijven v/aken, of Z i j n v o l k zoude begeven of v e r l a t e n ; neen, Z i j n zaak staat vast. — H i j zal Zijn volk niet overgeven in d e h a n d e n der goddeloozen, n o c h Zijne h a n d ontt r e k k e n v a n Z i j n e i g e n w e r k . ' G n e e n ! H i j staat e r b o r g v o o r en b i d t bij < ' Zijnen V a d e r v o o r Zijne gemeente. Hij zal ze beschermen en b e w a r e n ten einde toe. H i j heeft het schepsel niet n o o d i g . D i e spreekt e n h e t is e r , gebiedt en 'liet staat e r . W i e n alle macht is gegeven in den H e m e l en op de aarde. D i e s p r a k : daar rij licht -en d a a r was l i c h t . D i e alle d i n g e n werkt 'naar 'den r a a d Zijns w i l l e n s . Z o n d e r wiens w i l l e er 'geen muschje ter a a r d e valt, n o c h een. haar v a n het h o o f d Zijner 1
1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1841
Brochures (TUA) | 14 Pagina's
![Brief aan Z.M. den Koning Willem II - pagina 5](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/brief-aan-z-m-den-koning-willem-ii/1841/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1841
Brochures (TUA) | 14 Pagina's