De Heidelbergsche catechismus : beknopt, schriftuurlijk, en bevindelijk verklaard in vragen en antwoorden; aanbevolen aan ouders om hunne kinderen te onderwijzen of te laten onderwijzen in de leergronden der hervorming; tegenover den geest onzes tijds waarin de kennis van de leer der waarheid die naar de godzaligheid is bestreden wordt en uitsterft - pagina 18

daardoor tot den Middelaar gebracht te worden, R om. 10:4. VI, Z O N D A G - . VRAAG 16. IDaejani moet enbe een toaejaeJjtiglj recljttjij een luaeracljtiijtj enbe baerbigfj menpYjje i«S ? ANTW. 0115e l^eere 3ieirtcljtbEcrbigTj menfclje 31)117 ANTW. <inbat be rccljt» 3U<> C l j i i f t u s / bie ans ban beerbigljept n?abt£ bajber* (ßobe tat luijsljent/ reeïjtbe/ bat be nienfcljeliclic na- baerbigmafiing/ tjcyligljmature bie gefanbigt Ijabbe/ ftitige/ enbe toteetie bolliaboor be fonbe öetaelbe; en- luetie berlo^inge g e k a u bc bat een menfclje fetbe een ften ip? füiibaer 3ijnbe/ niet en üauVRAAG 19. ïj^acr uyt be baar anbece betalen. toeet gij bat? ANTW. Hit ben Ijeutigen VRAAG 17. IDacrain moet Ijij t'fameu een toacrarljtiglj €uaugelia/ 't toelclt d3obt éclbe eerftelicli in 't para* 4?obt 3ijn? ANTW. (£>JJ b a t Ijij u i t bij£ gcapctitiacrt Ijeeft/ enbe ftjacïjt fijner lóobtljent/ beu naiuaelö baat be ljeijïige la£t be£ tDoniji 45obt£ aen p a t : i a r ü j c n enbe praplje* fijuet men^ljeiit blagen/ en- ten laten bcrifanbigen/ enbe be/ enbe on£ be gerecjjtig* baar be affeiijanben/ enbe fjei.it enbe bat lebcu bertoer- anbete ceremoniën ber toet Ucii/cube tocbergcbcn inogte. (aten boacüeelbeu/ eubc ten VRAAG 18. 1,12 a c t luie (aetftc baar 3ijnen eentgljip befelbe JHaibbelaeL'/ bie t' geüarene .§.aue bcrbult. $cuneu een toaeracljtuj o5abt 1. Vraag. Waarom moet de Middelaar •waarachtig mensch zijnt Autw. Om de straf des doods te kunnen ondergaan, en een recht tot Zijn verlossingswerk te verkrijgen, en opdat Zijn volk met vrijmoedigheid tot hun oudsten Broeder zouden naderen. Hebr. 2: 1 1 . 4 : 15. 2. Vraag. Waarom moet Jly een rechtvaardig mensch zv/nt Antw. Omdat Hij in 't Hemelsche Heiligdom met Zijn offerande voor een heilig God moet verschijnen, en Hem eene gemeente voorstellen zonder vlek of rimpel. Ef. 5: 2, 27.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen