Tweeërlei physiognomie of de verhouding tusschen de christelijke gereformeerden en de doleerende gereformeerden - pagina 42
met een bijschrift (handelende over Prof. H. de Cock's aanverwante brochure)
47 t e r u g g e k e e r d tot een orde, die i n vroegeren tijd op een wetr tige Synode vau de gezamenlijke kerken is aangenomen. De reglementaire binding heeft de werking van die orde voor een reeks van jaren geschorst, maar thans, waar en i n zoover men die ongerechtige boeien verbreekt, valt men weer vanzelf, zonder overleg, zonder kiezen i n de vroegere kerkregeering terug, terwijl alle v e rd e r e veranderingen v o l g e n s d i e k e r k - o r d e natuurlijk alleen door een „generale Synode" mogen worden tot stand gebracht. De k e r k e r a d e n hebben sedert 1816 gestadig hun-plicht verzuimd. Met h u n gedoogen en tengevolge van h u n slaperigheid en zondige inschikkelijkheid zijn de gemeenten bijna ongemerkt onder een wereldsch, kerkbedervend juk gebracht. De kerken of gemeenten, die door deze langzame ondermijning g e s t o r v e n zijn, kunnen, dit spreekt vanzelf, geen herstel meer bekomen. Daar echter, waar dit wél kan, omdat God er nog genadiglijk het leven spaarde, heeft de kerkeraad eenvoudig te doen, wat al i n 1816 had moeten gebeuren: t. w. het gezag vau alle ingedrongen „hoogere besturen" op zijde zetten, ja totaal negeeren ). T
Een kerkeraad heeft nimmer het recht om van een zekere kerk een a n d e r e kerk te maken; maar wel om i n de e i g e n kerk de zonde tegen te staan.
') Onbegrijpelijk en bedenkelijk vinden wij altijd het zeggen van sommige gereformeerde predikanten: het juk a f w e r p e n wil ik niet, maar w e l naar (.-iods Woord leven. Alsof dat niet op hetzelfde neerkwam! Wie God en Zijn Woord gehoorzaamt, die blijft niet onder het juk, die b e h o e f t niet opzettelijk te verklaren dat hij het afwerpt. Voor cle g o e d e r e ncpiaestie mag die verklaring iets beduiden, voor het leven der kerken is zij waardeloos. Gods Woord toch gebiedt ons om in Christus' Kerk alle vreemde machten, dus ook de „hoogere besturen" af te slaan. Zoodra die „besturen" bemerken, dat ge zulks doet, nemen zij u het juk af, en zijt ge dus vrij van opzettelijke kennisgeving. In den regel blijkt dan ook dit zeggen maar een uitvlucht te zijn, waarachter men zijn gebrek aan besliste genegenheid tot gehoorzaming aan Gods Woord in cle Kerk, ter sussing van de gewetens der onnadenkenden, verbergt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1887
Brochures (TUA) | 58 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1887
Brochures (TUA) | 58 Pagina's