Reformeeren, niet separeeren - pagina 35

33 vergadering van heiligen. — — — — — — — — — — — — — — — — Die met eene zoo groote gemelijkheid tegen de kerken van den tegen woordigen tijd uitvaren, wat zouden zij, bid ik u, den Galatiers gedaan hebben, die byna waren afgevallen van het Evangelium, bij wie nochtans de zelfde Apostel de Kerk a a n t r o f ? Let voorts op de Gemeente van Thyatire. Zij laat de vrouwe Jesabel leeren en bedriegen; een groote zonde; doch ik zegge tot ulieden (zegt de Geest) en tot de anderen, die te Thyatire zijn, zoo velen als er deze leer niet hebben, ik zal u geenen anderen last op leggen, maar hetgeen gij hebt houdt d a t ; Openb. 2 : 24 ; Hij zegt n i e t : verlaat uwe gemeente, maar „houdt hetgeen gij hebt". — Een oude schrijver zegt in den strijd zijner d a g e n : „terwijl zij kibbelen om 'tgeen ons ontbreekt, danken wij God voor ' t g e e n wij hebben" ; misschien willen velen hem dit wel nazeggen. Het was in den strijd met de Bruynisten in Engeland, dat die zelfde man (Jos. Hallius) er over klaagde, dat deze menschen, om hun drijven goed te maken, het volk hadden leeren zeggen, „dat alle waarheid in de schrift fundamenteel i s " ; aan dit woord zou men gaan denken als men de zaak van het kerkverband zoo op den voorgrond ziet gesteld. Ds. Ploos van Amstel laat zich aldus u i t : „Wij zouden haast zeggen, waar het leven der ware kerk kwynt, daar treedt aanstonds het kerkgenootschappelijk leven, met al de verschillen, die er aan verbonden zijn, op den voorgrond. Daar worden hoofdzaken tot ondergeschikte zaken en omgekeerd zaken van minder belang krijgen eene groote beteekenis *). Vele lieve menschen spreken dan ook van dezen vriend of dien leeraar, dat het hun spijt voor hen, dat ze „de zaak" (lees: deze wijze van reformatie) zoo vijandig zijn ; terwijl anderen nog verder gaan en er het woord des Heeren op durven toepassen : „zij zijn uit ons uitgegaan, want ze waren van ons niet". Dat is stout en gevaarlijk (ik zal gematigd zijn in mijne uitdrukking) als het één persoon b e t r e f t ; maar hoeveel ongeoorloofder is het om over geheele gemeenten zulk een haastig oordeel te vellen of aanleiding te geven dat zulks geschiedt ? Lees *) Een hoofd maar ook een lichaam, pag. 6.

3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen