Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ambt aller geloovigen - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ambt aller geloovigen - pagina 10

dogmatisch-practisch voorstel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

8 een opschrift aldus luidende: „van de regeering der kerke door Jcerkelijke ambten", maar die opschriften zijn van later datum. Doch in art. XXXI leest ge „wij gelooven , dat de Dienaars des Woords Gods, Ouderlingen en Diakenen tot hunne ambten behooren verkozen te worden door wettelijke verkiezing der kerk" enz. Nu wordt wel blijkens het verband aan deze ambten toegekend „macht en autoriteit," (hoewel slechts als „Dienaars van Christus, des eenigen algemeenen Bisschops en des eenigen Hoofds der kerke"), doch ook hier ligt deze kracht niet in het woord „ambt" opgesloten. Immers in het ivalsch leest ge hier „functions," in het latijn wordt hier gesproken van „functiones," ons functies, niet van „munera," ons „ambt" in engeren zin als drager van gezag. Van het „ambt der Overheid" handelt (volgens het opschrift) art. XXXI. „En hun ambt is , niet alleen acht te nemen en te waken over de politie ; maar ook de hand te houden aan den heiligen kerkedienst," enz. Ambt weêr in den zin van taak, van Godswege opgelegd. Vergelijken wij nog met het spraakgebruik der confessie dat van den Catechismus, dan vinden wij daarin gewaagd van het predikambt (Vr. 103) [niet van het predikants-ambt, maar predikambt, d. i. den predikdienst] en verder van aller menschen- en engelen-ambt. Immers leest ge, antw. 124: „Geef, dat wij en alle menschen onzen eigen'wil verzaken, en Uwen wil, die alleen goed is, zonder eenig tegenspreken gehoorzaam zijn , opdat alzoo een iegelijk zijn ambt en beroep zóó gewillig en getrouwelijk moge bedienen en uitvoeren, als de Engelen in den Hemel doen." De woorden ambt en beroep schijnen hier in gelijken zin voor te komen, en aan te duiden : de roeping van Gods ivege, die het geheele leven met al zijn functies omvat. Ook in den tekst der Staten-vertaling en in hare kantteekeningen wordt eenige malen het woord ambt gebezigd, 't Meest vindt ge sprake van de „ambten in het huis des Heer en ," (2 Kon. 11 : 18) en dan hebt Ge somtijds te denken aan oversten en opzichters bij de verschillende diensten. Zoo stonden Heman en Asaf en Ethan in het ambt des gezangs (1 Kron. 6 : 31a), Mattithja „in het ambt over het werk, dat in pannen gekookt wordt" (9 : 22), en wordt het ambt van „oversten over de portiers" vermeld (9 : 22). Verder stonden

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Brochures (TUA) | 59 Pagina's

Het ambt aller geloovigen - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Brochures (TUA) | 59 Pagina's