Het ambt aller geloovigen - pagina 44
dogmatisch-practisch voorstel
42 noodig is. Men lette hier echter op de gaven. De een heeft de gave om te zwijgen en te hooren, of ook te schrijven, de and« om te spreken. Die echter de gave heeft om het Woord tot sticht' te spreken, mag zich desgevraagd niet onttrekken, de gave verznjl mende, die in hem is, maar heeft zich dienstbaar te stellen aan d opbouw cler kerk door vermaning en vertroosting der broederen Een ander geval wordt door V O E T I U S voorgesteld. Op een e i l a n j is de kerke Ghristi geplant. Stel dat er slechts één bijzonder ambts.' drager was en dat die op eens stierf. Dan tradt in al zijn kracht hel ambt aller geloovigen op. De broeders vergaderden; een h u n n e r g i f leiding; ging voor in 't gebed; klaagde den Heere hunnen nood • en laat dan een der broederen verkiezen tot voorganger. Allen leggen hem de handen op. Zoo wordt door het ambt der geloovigen in den naam des Heeren het bijzonder ambt hersteld. Dit is toch een kenmerk voor de zuivere bediening van het ainbi aller geloovigen, dat het wel verre van het bijzonder ambt in den weg te staan , er juist op uit is, dit te herstellen , te zuiveren en te steunen. 3 . Een derde geval is voorgekomen in zake de bewerking der verwaarloosde , door ongeloof en onzedelijkheid verwoeste scharen. Men noemt dezen arbeid „ Evangelisatie." Waar, onder het knellend jnk der Synodale Hiërarchie de kerken machteloos, immers de bijzondere ambten aan handen en voeten gebonden lagen , en er dus gedeeltelijk^ ontstentenis was van het speciale ambt, daar zijn de geloovigen opgetreden en hebben uit hun midden broeders gezonden om het verlorene te zoeken, en het evangelie te prediken aan het arme en verdwaalde. Hier was (hoewel onbewust) de oefening van het amM aller geloovigen. Daarom was deze arbeid geen zonde, m a a r recht. Alleen men had helder moeten doorzien de schuldige machteloosheid der kerken, en dezen diep zondigen toestand nooit mogen goed prat door te wijzen op hetgeen ondanks de organisatie toch door de ge» loovigen geschiedde. Daar echter de bijzondere ambtsdragers gevangH zaten, mochten de geloovigen niet wachten, maar hadden ze, eett deels reformatie der kerken zoekend, anderdeels hun ambt te oefei* tot uitzending van evangelieboden, en ook in den arbeid op Zondaj scholen, bij Jongelingsvereenigingen, door bijbellezingen als van DA Col 2.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Brochures (TUA) | 59 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Brochures (TUA) | 59 Pagina's