Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ambt aller geloovigen - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ambt aller geloovigen - pagina 32

dogmatisch-practisch voorstel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

30 bezoedeling om een anderen dienst op te richten. De koning heerscht over het onmondige volk met zulk een absoluut geweld, dat hij ook den eeredienst stuiten en verontreinigen kon zonder dat dit volk ooit recht had den ontaarden Davidszoon af te zweeren, of ook iemand macht had om zich af te zonderen van zijn volk door vrijwi|]jg e ballingschap. 't Volk had tegenover de bijzondere ambtsdragers geen rechten onder het juk der Mozaïsche bedeeling. Eene zaak is er echter , die herinnert aan de oorspronkelijke ver. houding en profeteert van de herstelling der orde door Christus. IV bedoel : het zelotisme. Bij te schendige overtreding der ordinantiën Gods, wanneer het bestaan van het volk op het spel stond door de zonde of het verzuim der speciale ambtsdragers , stond de zeloot, de ijveraar op. Krachtens dit rudiment, dit overblijfsel van het ambt aller geloovigen , dat der kerk als zoodanig is, en zelf door het zware juk der wet niet ganschelijk kon worden onderdrukt, stond Pinehas, op toen Israël zich koppelde aan Baal-Peor en joeg den hoereerder, dien de Oversten des volks blijkbaar niet aandurfden , in den Naam des Heeren de spies door den buik. Zoo redde Hij Israël, door de oefening van het ambt der geloovigen. Dit ambt schitterde heerlijk bij Debora en al de richters, die toen er nog „geen koning was is Israël en ieder deed, wat goed was in zijne oogen," „heirlegers hebben op de vlucht geslagen," „gerech» tigheid geoefend ," Gods deugden uitgeroepen en Israël behouden. Krachtens dit ambt offerde Elia, schoon geen Priester, op den Karmel — verre van den tempel — en God zag zijn offer aan. Zoo braken er nog enkele stralen van het ambt der geloovigen hed door de Mozaïsche bedeeling , die echter — het oorspronkelijk rechl en gezag, dat rustte in het volk Gods als zoodanig aan dat volk ontnam en het legde op afzonderlijke standen , die daardoor tusschel God en het volk kwamen in te s t a a n , en een autoriteit bezaten, waaR over het volk geen controle kon oefenen en waartegen het zich misbruik niet kon verzetten en welk gezag het volk alleen bij hooj uitzondering kon aanvullen of vervangen door het zelotisme. Geheel anders echter is de N. T. bedeeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Brochures (TUA) | 59 Pagina's

Het ambt aller geloovigen - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Brochures (TUA) | 59 Pagina's