Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe oordeelt de Heilige Schrift en hoe oordelen de Gereformeerde Vaderen over scheiding en doleantie? - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe oordeelt de Heilige Schrift en hoe oordelen de Gereformeerde Vaderen over scheiding en doleantie? - pagina 17

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

17 M e n haast zich, die beschuldiging van zich af te werpen en meent dan te kunnen volstaan met de erkenning, dat er „huichelaars en naamchristenen in de zichtbare Kerk zijn." W e l n u , de Labadie en zijne medestanders, zouden de eersten geweest zijn, dit toe te geven. Het is althans mogelijk Labadist te zijn en dit aan te nemen. Het Labadisme beoordeelt de Kerk naar hare tijdelijke openbaring; veroordeelt niet alleen het verkeerde, dat zich in haar vertoont, maar verwerpt haar ook wegens de o n zuiverheid, en zondert of scheidt zich op dien grond af van hare gemeenschap. Indien wij ons niet zeer vergissen, dan is, om iets bij wijze van voorbeeld te noemen, de volgende uitspraak, voorkomende in een onzer kerkelijke bladen, echt Labadistisch. „ E e n e Kerk kan niet geacht worden eene belijdenis te bezitten(l) zoo zij die bijna eene eeuw lang als niet bestaande bij haar tucht en rechtspraak, bij haar prediking en sacramentsbediening, bij haar reglementeering en bestuur, voor dood liggen liet." Het spreekt van zelf, dat de Redactie het moeilijk zou v i n den, deze woorden waar te maken. Maar dat is op het oogenblik de kwestie niet. Die woorden ademen den geest van het Labadisme. Ook de volgende stellingen zijn Labadistisch en werden door de Gereformeerden als dwaling beschouwd en veroordeeld. De lezer oordeele zelf, in hoever zij daarin doorschemeren in hetgeen tegenwoordig in de bladen der D o leerenden wel eens wordt geleerd en geschreven. 1. De ware geloovigen worden besmet en maken z i c h zelven schuldig voor G o d , indien zij 's Heeren Heilig A v o n d maal gebruiken waar ongeloovigen en ergerlijke zondaren aanzitten. 2. Waar zoodanige oefening van de tucht niet bestaat, dat zij, die ergernissen aanrichten, worden geweerd, en de praktijk van de ware godzaligheid uitblinkt, is de ware Kerk niet te vinden. 3 . Men is geene gehoorzaamheid schuldig aan een kerkelijk bestuur, dat dwaalt of geacht wordt te dwalen. 4. Ook in de geïnstitueerde Kerk komt het den geloovigen, al zijn zij niet in kerkelijke bediening, toe, (ten getale van zes of zeven) leeraars te roepen, te ordenen, en, 2

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Brochures (TUA) | 44 Pagina's

Hoe oordeelt de Heilige Schrift en hoe oordelen de Gereformeerde Vaderen over scheiding en doleantie? - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Brochures (TUA) | 44 Pagina's